100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen forensische psychiatrie $5.37
Add to cart

Class notes

Aantekeningen forensische psychiatrie

 37 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Aantekeningen van de hoorcolleges.

Preview 3 out of 19  pages

  • December 13, 2021
  • 19
  • 2021/2022
  • Class notes
  • J. hendriks
  • All classes
avatar-seller
HOORCOLLEGE AANTEKENINGEN

Hoorcollege 1
Forensische psychiatrie en psychologie

Stoornissen die te maken hebben met forensisch gedrag.

De deelgebieden van de forensische psychiatrie:
 Verklaring van criminaliteit (houdt zich bezig met het individuele niveau)
o Waarom iemand zich gedraagt, zoals hij zich gedraagt. Welke factoren
spelen mee voor deze individu.
o Er is bijna altijd sprake van een combinatie van risicofactoren en er zijn
weinig beschermende factoren aanwezig, dan is er een grote kans op
delinquent gedrag.
 Voorspelling van criminaliteit
o Welke personen hebben een groter risico op delinquent gedrag te
vertonen. Het is vaak erg lastig om delinquent gedrag in de toekomst te
voorspellen.
o Risicotaxatie (college 4)
o Hoe kun je voorspellen op basis van statische factoren? Erg lastig want
zelfs een veelpleger stopt uiteindelijk met het vertonen van dit gedrag.
 Behandeling van verdachten/ daders
o Op basis van de vorige twee deelgebieden en voornamelijk Risicotaxatie
wordt uiteindelijk behandeld.
o 10% van de forensische behandeling bestaat uit tbs’ers. Tbs staat namelijk
niet gelijk aan de forensische behandeling. De meeste criminelen worden
vanuit een thuissituatie behandeld en niet vanuit een instelling.

Qua aantallen stelt de tbs niets voor, qua zwaarte van het delict stelt het heel voor.
Recidive na tbs ligt ongeveer rond de 20-25%.

Theorie Uitleg
Containment theorie Reckless 1967
Het zelfconcept (innerlijke containment) is van belang. Als
jij jezelf ziet als niet-crimineel, dan is de kans dat je
crimineel gedrag gaat vertonen kleiner. Het gaat hier om
doelgericht gedrag. Het zijn pro-sociale doelen.
Normgerichtheid en frustratietolerantie.

 De les hieruit: De behandeling moet zich richten op
realistische doelen die de niet-criminele identiteit
ondersteunen.
Bindingstheorie Hirschi 1969
Wat mensen weerhoudt van of beperkt in de keuze voor
criminaliteit zijn bindingen met de samenleving
attachment, commitment, involvement en belief met gezin,
werk of vereniging, etc. je hebt door deze bindingen meer
te verliezen

 De les hieruit: De behandeling moet niet alleen worden
gericht op gevoelens, cognities en gedrag van de
delinquent zelf, maar ook op het versterken van de binding
met de samenleving. Hierdoor heeft hij iets te verliezen en
komt hij minder snel in de criminaliteit.
Rationele keuze Becker 1969
theorie Mensen zijn rationele wezens. Een misdrijf wordt gepleegd
als de verwachte baten de verwachte kosten overtreffen.

 Criminaliteit werk je dan tegen als de kans op
ontdekking groter is. Als de kans op ontdekking van

, HOORCOLLEGE AANTEKENINGEN

delinquent gedrag echter klein is, dan zal dit gedrag vaker
voorkomen. De les hieruit: controle is erg belangrijk.

Dit is beperkt, omdat veel delicten ook worden gepleegd
uit heftige emoties, waardoor er geen rationele afweging
wordt gemaakt. Daarnaast bestaat er een grote groep die
niet in staat is tot het maken van deze afwegingen.
Strain theorie Agnew 1992
Als iemand niet in staat is zijn persoonlijke doel te
bereiken, ontstaan er meer spanningen en stress (strain)
waardoor de kans waarschijnlijker is dat er een deviante
reactie plaats vindt.

 De les hieruit: oneerlijke behandeling en grote strain
hangen samen met een deviante reactie. Voor deze
mensen moet worden gekeken naar hoe om wordt gegaan
met stresssituaties (acceptable coping versterken).
Labelingtheorie Tannenbaum 1938
Door het opplakken van een label wordt de delinquent op
stereotype wijze bekeken en behandeld en op den duur
gaat hij zich gedragen naar dit label.

 De les hieruit: Delinquenten worden gevaarlijker
naarmate zij vaker gestigmatiseerd worden.

Als ouders van delinquent gewelddadig gedrag vertonen en delinquent zelf ook dan kan
hetzelfde gedrag vertonen een coping mechanisme zijn, maar ook kunnen de genen een
rol spelen.

Internaliserende problematiek je ondervindt zelf hinder van jouw problematiek.
Extranaliserende problematiek anderen ondervinden hinder van jouw problematiek.

NIFP Nederlands instituut voor forensische psychiatrie en psychologie.

De forensische psychiater dient meerdere mensen en staat onder druk van de politiek en
de pers. Veel mensen gedwongen in behandeling wat maakt dat de motivatie om te
veranderen minder groot is. Het gebeurt ook regelmatig dat het probleembesef
ontbreekt. Ook bestaat er vaak wantrouw vanuit de cliënt naar de forensische psychiater.

Dwang en drang om mee te werken.
Drang als je niet meewerkt, dan … gevolg
Dwang sterkere vorm je moet meewerken van de rechter.

, HOORCOLLEGE AANTEKENINGEN




Hoorcollege 2
Geschiedenis van de forensische psychiatrie en diagnostiek

Het gedrag van personen kan op verschillende manieren worden beschouwd. De
persoon wordt opgebouwd als gedragingen,
gedachten en gevoelens.

Verschillende factoren kunnen van invloed zijn
op de persoon. Zo spelen de
woonomgeving, opvoeding, biologie, media,
vrienden, etc. een hele grote rol op de
persoon. De factoren onderling beïnvloeden
elkaar ook.

Vaak wordt het biopsychosociaal model gebruikt om gedrag te verklaren. We gaan
ervan uit dat menselijk gedrag, wordt beïnvloed door alle factoren die in dit model
staan. Hieronder een schematische weergave van het model:

Biologische factoren Kindertijdervaringen
(ADHD ) (misbruik)



Sociaal-culturele
context
(vriendenkring)
Kwetsbaarheid Situationele
(groter bij factoren
combinatie van de
twee factoren)

Delict
Samenloop van deze factoren kan ervoor zorgen dat de persoon delinquent gedrag
gaat vertonen.

In de geschiedenis van de psychiatrie zijn verschillende personen geweest die hier
anders over dachten.
 Galenus van Pergamon onderscheidde vier typen mensen: biologische
factoren
o Sanguinisch type levendig (bloed)
o Cholerisch type opvliegend (gal)
o Flegmatisch kalm en bedaard (slijm)
o Melancholsch droefgeestig (zwarte gal)
 Paracelcus: biologische factoren en kindertijdervaringen
o Zotheid der dollen psychiatrische patiënten
o Zotheid der dwazen mensen die een beperkte intellectuele aanleg
hebben
 Beccaria en de klassieke school:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chareese. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.37. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.37  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added