Samenvatting van het boek Sociale kaart van Nederland, geschreven door Carolien Bouw, Klarita Gërxhani, Olav Velthuis, Jan Willem Duyvendak. De samenvatting is van de 2e druk van het boek, ISBN 9789059319189. Het uittreksel van Sociale kaart van Nederland is geschreven door uitgever StudentsOnly ...
Titel : Sociale kaart van Nederland
Druk : 2
J.W. Duyvendak, C. Bouw, K. Gërxhani en
Auteur : O. Velthuis
Uitgever : Boom Lemma uitgevers
ISBN (boek) : 9789059319189
Aantal hoofdstukken (boek) : 14
Aantal pagina’s (boek) : 264
De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je
dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft.
Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden aan altijd het bijbehorende
studieboek te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel staan diverse verwijzingen naar het studieboek
op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.
,Hoofdstuk 1 Inleiding: sociale kaart van Nederland
1.1 Inleiding
Dit boek zal per sociaal veld de Nederlandse instituties en organisaties bespreken.
1.2 Wat zijn instituties en organisaties eigenlijk?
Instituties zijn regels die bepalend zijn voor ons gedrag. Ze beperken ons, maar stellen ons ook
in staat met anderen samen te leven. Formele instituties liggen vast op papier en worden formeel
gesanctioneerd, zoals wetten.
Informele instituties, zoals waarden, normen en conventies, liggen niet vast en worden sociaal
gesanctioneerd.
Organisaties zijn mensen die een gemeenschappelijk doel nastreven. Formele organisaties zijn
rechtspersonen, informele organisaties, zoals sociale netwerken, niet.
1.3 Het proces van institutionalisering
1.3.1 Hoe verschijnen instituties en organisaties?
Verandering van instituties en organisaties treedt op als de machthebbers dit willen.
1.3.2 Hoe blijven instituties en organisaties voortbestaan?
Instituties en organisaties blijven door padafhankelijkheid voortbestaan: omdat ze als
vanzelfsprekend worden gezien, zien mensen niet in dat er ook alternatieven bestaan.
1.3.3 Hoe veranderen en verdwijnen instituties en organisaties?
Institutionele ondernemers brengen problemen in bestaande instituties en organisaties onder de
aandacht en formuleren een alternatief.
1.3.4 Drie vormen van institutionele veranderingen
De-institutionalisering is het proces waarbij de zeggingskracht van instituties steeds zwakker
wordt, waardoor de institutie zal verdwijnen. Verandering van instituties kan ook schoksgewijs of
geleidelijk verlopen.
1.4 Belangrijke maatschappelijke veranderingen
1.4.1 Verzuiling en verstatelijking
Tijdens de verzuiling werden veel publieke taken binnen de zuil verricht: iedere zuil had een sterk
maatschappelijk middenveld. Na de verzuiling trad er verstatelijking op: de productie van collectieve
goederen en diensten werd de taak van de overheid. Tegenwoordig treedt er weer marktwerking
op.
1.4.2 De anti-institutionele stemming van de jaren zestig en zeventig
In de jaren ’60 en ’70 vond men dat de overheidsautoriteit de individuele vrijheid beperkte.
1.4.3 Marktwerking in de jaren tachtig en negentig
In de jaren ’80 en ’90 groeiden de overheidsuitgaven te sterk: de overheid besloot de markt meer
ruimte te geven.
,1.4.4 Individualisering
Mensen worden tegenwoordig in de pluriforme samenleving minder beperkt door instituties en
organisaties, waardoor ze meer onafhankelijk en zelfstandig zijn.
1.4.5 Horizontalisering
De relaties tussen burgers en organisaties en instituties zijn door marktwerking minder hiërarchisch
geworden: burgers zijn tegenwoordig mondige en kieskeurige klanten.
1.4.6 Internationalisering
Door de internationalisering en mondialisering ontstaat er een internationale markt: hierdoor treedt
er isomorfisme op, omdat alle landen een zo aantrekkelijk mogelijk vestigingsklimaat willen
realiseren voor MNO’s.
1.5 Conclusie
Sinds de secularisatie hebben de ouderwetse instituties en organisaties hun zeggingskracht verloren
en zijn gedeïnstitutionaliseerd. Bestaande instituties zullen zich aan vernieuwingen als secularisatie
en individualisering proberen aan te passen, waardoor ze niet zullen verdwijnen en feitelijk
re-institutionaliseren.
Doordat burgers tegenwoordig mondiger zijn geworden, wordt het gezag van bestaande instituties
en organisaties veel vaker ter discussie gesteld dan voor de anti-institutional mood van de jaren
’60 en ’70.
, Hoofdstuk 2 Samen leven in een rechtsstaat: de rol van het recht
2.1 Inleiding: het recht is een bijzondere institutie
Informele instituties zoals waarden beïnvloeden het formele recht: homoseksualiteit is in Nederland
bijvoorbeeld niet langer strafbaar.
Iedereen moet zich houden aan de wet. Daarnaast beïnvloedt het recht alle andere instituties en
beïnvloedt het recht hoe wetten gemaakt moeten worden: de sterke arm van het recht.
2.2 De structuur van het rechtssysteem als institutie
Handelingen van burgers en organisaties geven aanleiding tot juridische activiteiten. Deze activiteiten
worden uitgevoerd door juridische organisaties, zoals de politie, die tijdens die activiteiten wetten
en formele regels toepassen.
Er bestaan verschillende soorten juridische organisaties: wetgevende organisaties die formele regels
opstellen, rechtsprekende organisaties die regels toepassen, rechtsbijstandorganisaties die mensen
vertegenwoordigen en het openbaar bestuur dat regels uitvoert.
2.3 Waartoe dient het recht?
Het recht heeft verschillende sociale functies:
• Het reguleren van conflicten
• Het creëren van verwachte gedragspatronen zodat mensen kunnen samenwerken
• Het herverdelen van welvaart om ongelijkheid te verminderen
• Het handhaven van onderlinge afspraken. Het bestuursrecht handhaaft afspraken tussen
burgers en de overheid, het civiele recht handhaaft afspraken tussen burgers onderling.
• Een bepaalde norm stellen: welk gedrag is toegestaan en welk gedrag niet
2.4 De ontwikkeling van het recht: van nationaal naar internationaal recht
Om internationale conflicten beter te kunnen beslechten, is er een internationaal rechtssysteem
ontstaan. Zo is het EU-recht een onderdeel van ons nationale recht.
2.5 Is er een afnemend vertrouwen in recht en rechtspraak?
In Nederland is er sprake van rechtsvervreemding: burgers hebben minder vertrouwen in de
rechtsstaat, bijvoorbeeld doordat onschuldigen wel eens veroordeeld worden en doordat de Tweede
Kamer vaak kritiek heeft geleverd op de te lage straffen.
2.6 Conclusie
Het vertrouwen in het recht berust op het feit of burgers en juridische beroepsbeoefenaren bereid
zijn om de instituties van het recht in de praktijk te blijven toepassen.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentsOnly. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.34. You're not tied to anything after your purchase.