Tips voor dit vak:
▪ Waarom? Deze vraag moet je je altijd stellen om tot inzicht te
komen.
▪ Eerst de lesnotities begrijpen, dan pas de cursus lezen.
▪ Altijd beginnen met de kenmerken te vertellen van de periode.
▪ Het schema eerst horizontaal studeren, dan pas verticaal per
filosoof.
▪ De uitgangspunt en reactie tegen wie of wat goed kennen. Dan
vergelijken met de andere filosofen.
▪ Vraag je altijd af WAAROM iets gebeurt, waarom een filosoof
zegt wat hij zegt.
Filosofie
▪ Studeer dit vak niet in, maar leer het begrijpen. Je moet het
kunnen vertellen.
VEEL SUCCES!!
BACHELOR ORTHOPEDAGOGIE
,INHOUDSTABEL ANTIEKE TIJD
Tips voor dit vak: ......................................................................................................... 1 Werkelijkheid is in beweging
Ontstaan van de Filosofie
ANTIEKE TIJD .................................................................................................................... 2 (Parmenides): WAARHEID
MIDDELEEUWEN ............................................................................................................. 3 Subject/fundament v/d WLH
= natuur
MODERNE TIJD .................................................................................................................. 3
PLATO ARISTOTELES
HEDENDAAGSE TIJD ....................................................................................................... 4
LES 1 ....................................................................................................................................... 4
LES 2 ....................................................................................................................................... 7
LES 3 .................................................................................................................................... 10
Uitgangspunt: hoe de Uitgangspunt: hoe de
LES 4 .................................................................................................................................... 12 beweging/verandering beweging/verandering
LES 5 .................................................................................................................................... 15 denken denken
LES 6 .................................................................................................................................... 17 Reactie tegen wie of wat?: Reactie tegen wie of wat?:
tegen Parmenides tegen Parmenides
LES 7 .................................................................................................................................... 22 problematische uitspraak: problematische uitspraak;
tegen het morele relativisme tegen de 2 wereldentheorie
LES 8 .................................................................................................................................... 26
van de sofisten van Plato met transcendentie
LES 9 .................................................................................................................................... 31
Zijnsleer = ideeënwereld en Zijnsleer = hylemorfisme
LES 10 ................................................................................................................................. 35 haar afgeschaduwde wereld
Mens = lichaam + ziel
LES 11 ................................................................................................................................. 40
Mens = lichaam + ziel
LES 12 ................................................................................................................................. 45 (ware) kennis = abstraheren
(ware) kennis = van de essentie uit de
wederherinneren van de substantie tot een algemeen
ideeën via dialoog begrip dat overeenkomt met
de essentie in de dingen
Probleem: werkelijkheid valt Probleem: waarheid ligt in de
uiteen in twee werelden logos
1
,MIDDELEEUWEN MODERNE TIJD
Val van het West Romeins Rijk Ontstaan v/d modern
Christendom natuurwetenschappen
Schepping Subject/fundament v/d WLH =
Subject/fundament v/d WLH = menselijke bewustzijn
God
AUGUSTINUS THOMAS VAN AQUINO DESCARTES KANT
Uitgangspunt: Schepping Uitgangspunt: verzoening Uitgangspunt: het zoeken naar Uitgangspunt: kan de MF met
theoretiseren Christendom met Aristoteles een nieuw onbetwijfelbaar eenzelfde zekerheid worden
zeker uitgangspunt geponeerd als de fysica
Reactie tegen wie of wat?: tegen Reactie tegen wie of wat?: tegen
de pretentie van de heidenen op de tegenspraak van twee Reactie tegen wie of wat?: tegen Reactie tegen wie of wat?: tegen
basis van de rede het geluk te waarheden de ME-se filosofie die het rationalisme vanuit empirisme
bereiken nieuwe weten niet kan
verklaren
Zijnsleer = Christendom, aards Zijnsleer = Christendom, aards Zijnsleer = Zijnsleer =
tranendal; rijks God tranendal, rijks God
Mens = extreem dualisme tussen Mens = vrij en autoom vanuit de
Mens = met erfzonde belast Mens = met erfzonde belast lichaam (mechanisch redelijkheid
(lichaam + ziel) (lichaam + ziel) organisme) en ziel;
(zekere) kennis = Anschauung +
(ware) kennis = platoons + (ware) kennis = aristotelisch + (zekere) kennis = overeenkomst verstand
goddelijk licht dat de menselijke natuurlijk licht dat menselijke tussen klare en onduidelijke
geest verlicht geest verlicht ideeën en de werkelijkheid
Probleem: waarheid wordt Probleem: verzoening met Probleem: S I O; subject wordt Probleem: copernicaanse
christelijk Aristoteles het zelfbewustzijn v/d mens revolutie in de kenleer
2 3
, HEDENDAAGSE TIJD LES 1
Ontstaan v/d mensenwetenschappen Algemeen
Mens is een gespleten subject De filosofische vraagstelling is altijd een vraag naar “wie is dat nu de
Subject/fundament v/d WLH = grondeloos mens”.
Het is een vraagstelling die ook een andere vraagstelling oproept: de dag
van vandaag hebben we allemaal een bepaalde visie/blik op opvoeden.
NIETZSCHE De vraag: wat is opvoeden vandaag. Men gaat sociale problemen
zoals jeugddelinquentie en armoede gaan koppel aan opvoeding, dan
moeten we ons de vraag stellen als dat wel zo vanzelfsprekend is de
opvoeding. Sociale problemen vandaag worden vaak beschouwd als
opvoedingsproblemen.
Elke vraag die we kunnen stellen zal altijd terugvallen naar wie of wat is
de mens. Vragen die vragen naar iets dat vanzelfsprekend lijkt, dat zijn
filosofische vragen. De aard van een filosofische vraag is een vraag naar
wat we menen te kennen. Een vraag naar het gekende. Dat wat we
menen te kennen, is dat wel zo? Kennen wat is dat dan eigenlijk? Het
Uitgangspunt: ontmaskering van het waarheidsdenken
punt van waaruit ik iets meen te kennen, wat is dat eigenlijk? Dat zijn
filosofische vragen.
Reactie tegen wie of wat?: tegen platoons christelijke De filosofische vraag stelt altijd een vraag naar hoe iets oorspronkelijk
metafysica is maar waar er niet echt aan het antwoord kan. De filosoof die de vraag
stelt stelt ook altijd zichzelf in vraag.
Filosofen gaan axioma’s en zekerheden in vraag stellen. Het is een vraag
Mens vanuit wil tot macht naar de fundamenten.
Filosofie is geen wetenschap naast een ander, het vraagt de
Kennis = gewilde kennis fundamenten van de wetenschappen.
De filosofie is altijd een vraag naar zichzelf en dus naar het fundament.
Eens een huis gebouwd is zie je de funderingen niet meer, maar ze zijn
Probleem: God is dood wel noodzakelijk om het gebouw recht te laten staan.
4 5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentorthopedaogie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.