Samenvatting van het boek Organisatietheorie en -ontwerp, geschreven door R.L. Daft. De samenvatting is van de 7e druk van het boek, ISBN 9789039519820. Het uittreksel van Organisatietheorie en -ontwerp is geschreven door uitgever StudentsOnly en volledig inhoudelijk gecheckt.
Titel : Organisatietheorie en -ontwerp
Druk : 7
Auteur : R.L. Daft
Uitgever : BIM Media BV
ISBN (boek) : 9789039519820
Aantal hoofdstukken (boek) : 13
Aantal pagina’s (boek) : 528
De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je
dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft.
Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden aan altijd het bijbehorende
studieboek te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel staan diverse verwijzingen naar het studieboek
op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.
Het is duidelijk dat de organisatietheorie zich niet enkel zal beperken tot IBM. Iedere manager en
iedere organisatie zal te maken hebben met de organisatietheorie. De organisatietheorie zal lering
trekken vanuit de ervaringen die deze organisaties hebben gehad. Hier zullen de managers en
studenten profijt van hebben. De achteruitgang van het bedrijf IBM heeft duidelijk laten zien dat
ook grote organisaties kwetsbaar kunnen zijn. Dat de lessen niet automatisch geleerd zullen worden
en dat de sterkte van de organisatie zo sterk zal zijn als de beslissingen die aan de top genomen
zullen worden. We zien nu dat vele bedrijven door de nieuwe uitdagingen die de omgeving hen
geeft, gedwongen zullen worden zich aan te passen tot een geheel ander bedrijf.
Actuele uitdagingen
Bij de start van de eenentwintigste eeuw worden de organisaties met geheel andere problemen in
aanraking gebracht dan in de jaren tachtig en zeventig van de vorige eeuw. IBM en alle andere
ondernemingen staan voor een aantal belangrijke uitdagingen, het gaat om:
• De wereldwijde concurrentie: Nu de communicatie en technologie zo snel veranderen, is de
tijd die kost om op de meest kleine plaatsen waar ook in de wereld invloed uit te oefenen,
teruggezet van jaren naar luttele secondes.
• E-commerce: De ondernemingen die de geheel nieuwe wereld van de e-business zullen
omarmen, om producten te verkopen, activiteiten te kunnen stroomlijnen of het verbeteren
van de contacten met klanten en partners, zullen in volle bloei zijn.
• De vernieuwing van de organisatie: Het meest grote gedeelte van de twintigste eeuw werken
de bedrijven in een relatief gezien stabiel zakelijke omgeving. Hierdoor konden de managers
zich focussen op het ontwerpen van de structuren en de systemen. Hierdoor kon het bedrijf
efficiënt en soepel blijven werken.
• Informatiemanagement en kennismanagement: De technologie zal ook een zeer belangrijke
rol spelen in de trend naar het kennismanagement en het delen van alle informatie tussen de
bedrijven.
• Ethiek en sociale verantwoordelijkheid: Kleine en grote ondernemingen zullen ethische
gedragscodes invoeren en het grootste aantal maakt ook structuren en beleid zodat het ethisch
gedrag aangemoedigd kan worden.
• Diversiteit: Het klantenbestand en personeelsbestand zal veranderen op het gebied van
geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, nationaliteit en op fysieke mogelijkheden.
Doel van dit hoofdstuk
Dit hoofdstuk heeft ten doel de aard van de moderne bedrijven en de organisatie te leren kennen.
De organisatietheorie kwam vanuit het systematisch onderzoek dat door wetenschappers uitgevoerd
werd.
Wat is een organisatie?
Eigenlijk zijn organisaties niet zichtbaar. Eigenlijk zien we enkel de uiterlijke verschijnselen hiervan.
Omdat we iedere dag te maken hebben met organisaties, weten we dat ze bestaan. Maar we
beschouwen ze als vanzelfsprekend omdat het gewoon is geworden.
Organisaties zijn te herkennen aan de volgende vier punten:
, 3. Het is gemaakt als systeem van een bewustzijn in gecoördineerde en gestructureerde
activiteiten.
4. Ze zijn verbonden aan de externe omgeving.
Organisaties zullen bestaan uit de onderlinge relaties met mensen. Men kan spreken van een
organisatie wanneer mensen in wisselwerking staan met elkaar om essentiële functies uit te voeren
die zullen bijdragen aan het waarmaken van de gemaakte doelen.
Belang van organisaties
Ook aan het einde van de negentiende eeuw waren er nog maar een kleine hoeveelheid organisaties
van enig belang of enige grootte. Er waren geen handelsgenootschappen, geen vakbonden, en maar
een klein aantal grote bedrijven, overheidsdepartementen of non-profitorganisaties.
Zie Organisatietheorie en -ontwerp, R.L.Daft, hfst. 1; blz. 13; Het belang van de organisaties
Bedrijven maken ook diensten en goederen waarvoor de klant een scherpe prijs wil betalen. De
bedrijven zullen gaan zoeken naar innovatieve wegen om deze diensten en goederen zo efficiënt
mogelijk te distribueren en produceren. De organisaties zullen zich aanpassen aan de omgeving
die steeds sneller verandert en zullen hierop invloed uitoefenen. Door alle activiteiten zullen
organisaties waarde maken voor hun klanten, werknemers en eigenaren.
De organisatie als systeem
Open systemen
Een zeer belangrijke ontwikkeling die heeft plaatsgevonden in de besturing van de organisaties,
was het onderscheid dat gemaakt werd tussen de open en de gesloten systemen:
• Een gesloten systeem: Deze zal niet afhankelijk zijn van zijn omgeving. Het is begrensd,
autonoom en hermetisch afgebakend van de buitenwereld.
• Een open systeem: deze dient in wisselwerking te staan met zijn omgeving, zodat hij kan
overleven. Het zal middelen gebruiken, maar zal ook middelen exporteren naar de omgeving.
De totale organisatie dient als een geheel systeem gezien te worden, wanneer we haar willen
begrijpen. Een systeem kan beschreven worden als een serie onderling gekoppelde elementen die
de input uit haar omgeving zal krijgen. Deze zal zij transformeren en de output zal teruggestuurd
worden naar de externe omgeving. Een organisatie kan in meerdere subsystemen verdeeld worden.
Zie Organisatietheorie en -ontwerp, R.L.Daft: hfst. 1; blz. 15; Een open systeem en zijn subsystemen
Voor het voortbestaan van een organisatie zijn er een aantal functies nodig, die uitgevoerd zullen
worden door de afdelingen die zullen fungeren als subsystemen. De subsystemen zullen vijf functies
uitoefenen die van levensbelang zijn, het gaat om:
, Configuratie van de organisatie
Verscheidene onderdelen van het bedrijf zijn gemaakt om de belangrijkste functies uit te voeren
van de subsystemen. Henry Mintzberg maakte een kader waarbinnen iedere organisatie bestaat uit
een vijftal onderdelen, het gaat om:
1. Het topmanagement.
2. Technische kern: Bij de technische kern gaat het om het gehele aantal mensen die het
basiswerk zullen uitvoeren van de organisatie.
3. Het middenkader.
4. Bestuurlijke ondersteuning.
5. De technische ondersteuning: Deze functie zal helpen de organisatie zich aan te laten passen
aan zijn omgeving.
De vijf benoemde punten zullen voor iedere organisatie anders zijn in de belangrijkheid en de
omvang ervan.
Zie Organisatietheorie en -ontwerp, R.L.Daft, hfst. 1; blz. 17; De 5 basisonderdelen van een
organisatie
De administratieve ondersteuning is als functie verantwoordelijk voor het goed laten functioneren
en het onderhouden van de organisatie. Hiertoe behoren ook de menselijke elementen en de fysieke
elementen. Een apart subsysteem is het management. Het management zal de andere onderdelen
van het bedrijf coördineren en aansturen.
Dimensies van organisatieontwerp
De systeemvisie zal te maken hebben met de doorlopende activiteiten, dynamische activiteiten
binnen de organisatie. De dimensies van de organisatie zullen uiteenvallen in:
• Structurele dimensies: Deze zullen de etiketten leveren van de interne kenmerken. Dit zal
gebeuren op basis waarvan de organisaties gemeten kunnen worden en kunnen vergeleken
worden met elkaar.
• Contextuele dimensies: Deze zullen de organisatie en de omgeving hiervan omschrijven.
Om deze reden kunnen zij ook wel verwarrend zijn.
Structurele dimensies
De structuur van de organisatie is te verdelen in de volgende punten:
• Formalisatie: Dit zal te maken hebben met de hoeveelheid schriftelijke documentatie
waarbinnen activiteiten en het gedrag vastgelegd zullen zijn. Hiertegen zal een klein
familiebedrijf vrijwel geen schriftelijk vastgelegde regels bezitten en zal informeel van aard
zijn.
• Gezagshiërarchie: Dit zal aangeven wie onder wie zal vallen en over welk aantal werknemers
iedere manager de leiding zal hebben.
• Specialisatie: Dit is de mate waarin de taken van het bedrijf opgedeeld zullen worden in
afzonderlijke werkzaamheden.
• Personeelsratio’s: Hierbij gaat het om de verdeling van alle mensen over de verscheidene
afdelingen en functies.
• Professionalisme: Dit is de mate waarin de medewerkers getraind en opgeleid zullen zijn.
• Centralisatie: Dit zal staan voor het hiërarchische niveau dat zal beschikken over
beslissingsbevoegdheid.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentsOnly. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.