Complexe begrippen: dekt de vraag het concept geheel?
Weglaten van vragen/slechte vragen bedreigen meetvaliditeit.
Onderzoeksvaliditeit
Interne validiteit: Hoe goed zit je onderzoek in elkaar? Zekerheid van je conclusies. Zijn er geen
alternatieve verklaringen mogelijk?
Externe validiteit: Generaliseerbaarheid van je steekproef, en van je onderzoeksomstandigheden.
Externe validiteit kan je onderverdelen in:
Populatievaliditeit:
Hoe goed is je steekproef ten opzichte van de populatie die je voor ogen had?
Representativiteit van de onderzoekseenheden.
Ecologische validiteit:
Representativiteit van de onderzoeksomstandigheden. Kan je deze generaliseerbaar maken
naar een andere plaats, andere tijd, andere cultuur en andere omstandigheden?.
Populatie vs steekproef
-Vanuit de populatie trek je een steekproefkader, en hieruit trek je een bepaalde steekproef.
Representativiteit (=externe validiteit)- Een representatieve steekproef weerspiegelt de populatie op
bepaalde kenmerken.
Random selecteren= Iedereen heeft gelijke kans om in de sample te komen.
Kanssteekproeven (aselect)
Toevalssteekproef uit alle onderzoekseenheden= iedereen heeft evenveel kans om in de
steekproef te komen.
-Voordeel: Hoge representativiteit.
-Nadeel: Vaak niet haalbaar.
Gestratificeerde steekproef
Eerst de populatie in strata verdelen, vervolgens random % selectie eenheden uit strata. Bijv: Uit
alle werkgroepen random 15% van de studenten selecteren.
-Nuttig bij scheve verdeling binnen de populatie.
Systematische steekproef
1
, -Systematisch uit de hele populatie steeds een bepaalde eenheden trekken, met een random
startpunt.
Getrapte/multi-stage steekproef
1. Populatie eerst in clusters (subgroepen) verdelen
2. Random een aantal clusters selecteren
3. Random selectie van de eenheden uit de clusters.
Niet-kanssteekproeven (select)
Gemakssteekproef: Net wat voorhanden is, bv: via sociale-media of de e-mail.
-Vaak een lagere representativiteit, omdat jouw netwerk niet geheel representatief is.
Quoatasteekproef: Selectie om bepaalde quota te hebben van groepen/eenheden. Bv: mannen
>50.
-De onderzoeker selecteert, waardoor er bias kan ontstaan in de personen die worden
geselecteerd.
Sneeuwbalsteekproef: Respondent vraagt volgende respondent deel te nemen, etc.
-Onderzoeker selecteert, dit kan ervoor zorgen dat er bias ontstaat. De groep is dan niet
representatief.
Judgemental/purposive sampling: Onderzoeker selecteert eenheden op basis van bepaalde
kenmerken. –Vooral bij kwalitatief onderzoek.
Internet sampling
Voordelen: Handig, snel, goedkoop. –Je kan mensen wereldwijd benaderen. –Moeilijke groepen
te bereiken.
Nadelen: Er is geen sampling frame (steekproefkader) mogelijk, je kan geen random procedure
toepassen.
-Snel bias, waardoor je geen goede generaliseerbaarheid hebt voor je steekproef.
-Bij niet-kanssteekproeven is er vaak sprake van bias: je steekproef heeft bepaalde kenmerken
wel/niet die de populatie wel/niet zou moeten hebben. Steekproef is niet representatief. Je hebt dan
vaak een lagere populatievaliditeit.
Steekproefkader= Overzicht van alle populatie-eenheden (lijst, database).
Onderdekking: Niet iedereen zit in je steekproef.
Overdekking: Je steekproef bevat mensen die er niet horen.
-Onderzoekseenheden kunnen ook artikelen, mediaboodschappen, etc. zijn.
Census= Alle eenheden uit de onderzoekspopulatie. Dit is geen steekproef, maar de gehele
populatie. –Meestal praktisch niet haalbaar.
Survey-onderzoek
-Beschrijven/verklaren van sociale verschijnselen door middel van:
(Veel) vragen stellen aan een groot aantal respondenten.
2
,Nadelen van een survey-onderzoek:
-Standaardisatie zorgt ervoor dat je weinig inzicht krijgt in de resultaten.
-Geen design voor causale relaties.
-Vaak te maken met non-respons.
-Antwoorden de respondenten wel eerlijk?
Survey geschikt voor het meten van:
Verdeling van verschijnselen in de maatschappij (studeren, werkeloosheid, armoede)
Kenmerken van personen (opleidingsniveau, inkomen, leeftijd)
Gedrag (sociale media gebruik, kijktijd netflix, drugsgebruik)
Meningen (opinies, attitudes, gevoelens, wensen)
-Reactief onderzoek, waardoor je wellicht niet het juiste meet.
Survey-designs: meetmomenten
Eenmalig (cross-sectioneel)
Kenmerken/verbanden op individueel en geaggregeerd niveau.
Herhaald (longitudinaal)
Trendsurvey: dezelfde vragen onder verschillende respondenten per keer.
Veranderingen op geaggregeerd (groeps) niveau (trends).
Cohortsurvey: trendsurvey met groepen/cohorts.
Panelsurvey: dezelfde vragen onder steeds dezelfde respondenten. –Veranderingen op
geaggregeerd niveau, individueel niveau. –Veel uitval.
Cross-lagged survey: Verschillende metingen onder dezelfde respondenten over tijd. -Survey
design waarmee je causale relaties kunt meten.
Methode van afname:
Met interviewer:
-Persoonlijk (face-to-face) = langzaam
-Telefonisch= snel
Zonder interviewer:
-Schriftelijk= heel langzaam
-E-mail/web/smartphone= zeer snel
Complexiteit vragenlijst:
Met interviewer:
-Persoonlijk (face-to-face) = Hoog
3
, -Telefonisch= Hoog
Zonder interviewer:
-Schriftelijk= Laag
-E-mail/web/smartphone= Hoog
Kosten
Met interviewer:
-Persoonlijk (face-to-face) = Zeer hoog
-Telefonisch= Hoog
Zonder interviewer:
-Schriftelijk= Redelijk laag
-E-mail/web/smartphone= Zeer laag
Respons
Met interviewer:
-Persoonlijk (face-to-face) = Goed
-Telefonisch= Redelijk
Zonder interviewer:
-Schriftelijk= Matig
-E-mail/web/smartphone= Redelijk/matig
Online survey voordelen en nadelen:
Voordelen:
Biedt veel technische mogelijkheden binnen survey.
Snel verstuurd naar veel mensen.
Snel ingevuld.
Nadelen:
Relatief hoge non-respons
Veel meer beslissingen te nemen.
Geen sampling frame mogelijk.
Je excludeert bepaalde groepen.
Open vragen- Geen antwoordmogelijkheden gegeven.
Voordelen:
Respondent niet sturen via antwoordopties= geen bias.
Nadelen:
Antwoorden invoeren/coderen is veel werk.
Antwoorden verduidelijken de vraag niet, meer moeite respondent.
Gesloten vragen- Vraag en antwoordmogelijkheden zijn gegeven.
Voordelen:
Makkelijk voor respondent.
Makkelijk voor de data-invoer.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller djulykattenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.28. You're not tied to anything after your purchase.