100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Beknopt overzicht Geschiedenis van de psychologie $7.60   Add to cart

Summary

Samenvatting Beknopt overzicht Geschiedenis van de psychologie

1 review
 142 views  12 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat een beknopt overzicht van alle pioniers van het vak Geschiedenis van de psychologie aan de OU. Ik heb geprobeerd een mooi overzicht te maken, dat niet alleen de opvattingen van de pioniers bevat, maar ook de context, onderlinge banden en overige belangrijke informatie. Zelf ...

[Show more]

Preview 5 out of 27  pages

  • Yes
  • December 14, 2021
  • 27
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: IlseDenruyterStudent • 5 months ago

avatar-seller
Overzicht van de pionieren van de psychologie

Presocratische filosofen en hun psychologisch gedachtegoed

Filosoof Opvattingen
Thales van Milete  Observeren van de natuurlijke werkelijkheid.
 Werd beroemd om zijn nauwkeurige astronomische en meteorologische
observaties.
 ‘Water’ was het meest belangrijke element in de kosmos.
Pythagoras  Ging uit van mathematische regelmatigheden in de natuur (wiskunde).
Heraclitus  Relatie tussen stabiliteit en verandering (´je kunt nooit tweemaal in
dezelfde rivier stappen´)
 Eenheid van tegengestelde zaken (een weg omhoog is ook een weg
omlaag)
Zeno  Oneindigheid (een afstand kan ontelbare keren in tweeën opgedeeld
worden)
Protagoras  Het is niet nodig om te speculeren over allerlei grote vragen: focus op
ervaring en gedrag.
 Nadruk op de individuele (subjectieve) ervaring (‘de mens is de maat der
dingen’).
Hippocrates  Stelde als arts dat ziekte een natuurlijk verschijnsel is.
 Schreef Cormus Hippocratium.
 Theorie der lichaamssappen (humoral theory): de balans tussen bloed,
gele gal, zwarte gal en slijm is de bron van temperament en stoornissen.
 Pleidooi voor een gematigde, evenwichtige levensstijl.
 Ondernam als eerste een poging om fysiologische regelmatigheden te
koppelen aan psychologische regelmatigheden.

,Pionieren van de psychologie

Naam Context Opvattingen
Socrates  Eerste grote filosoof  De belangrijkste wijsheid die hij bezat was (‘het enige wat ik
 Weinig over hem bekend. Wat we weten over zeker weet, is dat ik niks weet’).
Socrates komt voor uit de beschrijvingen van  Zie ideeën Plato.
Plato (dialogen met Socrates).
 Dwong zijn leerlingen tot inzichten door het
voeren van discussies.
Plato  Leerling van Socrates, was het op veel punten  De menselijke geest (en dus alles wat we weten) is aangeboren,
met hem eens. we moeten ons het alleen weer herinneren.
 Schreef Politea.  Door onze verstandelijke vermogens hebben we toegang tot de
ideeënwereld waar de essentie van alles in zijn ideale vorm
aanwezig is.
Aristoteles  Leerling van Plato, dacht er op een aantal  De menselijke geest is een onbeschreven wastablet (tabula rasa).
punten heel anders over. De indrukken die onze ervaringen tijdens ons leven achterlaten op
 Werd leraar van Alexander de Grote (en kon dat wastablet, vormen onze geest.
hiermee zijn opvattingen doorgeven aan iemand  Het verstand is slechts een stuk gereedschap om onze zintuigelijke
die van grote politieke invloed was). indrukken te ordenen.
 De psyche bevat aangeboren categorieën die ons helpen onze
ervaringen te ordenen.
 Filosofie over de vier oorzaken van elke gebeurtenis (materiële
oorzaak, werkoorzaak, formele oorzaak en doeloorzaak).
 Zag de hersenen als een soort expansievat waarin de dampen van
oververhitte lichaamssappen konden worden opgevangen zodat zij
konden condenseren.
Xenophon  Leerling van Socrates  Behoorde tot de eerste grote historici.
Democritus  Socrates en Plato verwierpen waarschijnlijk zijn  Focus op de biologie als verklaringsgrond voor onze ervaringen en
ideeën (gezien hun nadruk op een onstoffelijke gedragingen.

, ideeënwereld).  Het universum bestaat uit ontelbaar veel atomen. Alles wat
 Aristoteles verwierp zijn ideeën ook (gezien zijn bestaat is dus puur mechanisch.
‘vier oorzaken van elke gebeurtenis’).  Er is geen hoger plan, doel of wil. Alles is toeval.
Al-Kindi  Irakese psycholoog.  Beschreef en promootte een wiskundig talstelsel: de Indisch-
 Leider van het Huis van Wijsheid. Arabische getallen. Rekenen met getallen stond model voor een
proces dat aan de basis ligt van al het logisch redeneren.
Alhazen  Islamitische geleerde.  Deed onderzoek naar visuele waarneming. Onderzocht via
experimenten met de camera oscura of zicht te danken is aan
straling vanuit de ogen naar objecten of andersom. Ontdekte dat
het dit tweede was.
Avicenna  Perzische psycholoog.  Gedachte-experiment van Avicenna: hierin liet hij een individu los
van de fysieke wereld liet zweven, om aan te tonen dat de geest
zich dan alleen nog bewust is van het eigen bestaan, en van de
aangeboren fundamentele ideeën die onafhankelijk zijn van de
waarneming.
René Descartes  Bouwde voort op Galileo Galilei (skelet is een  Het lichaam beweegt de ziel, niet andersom. De ziel moet
automatisch systeem van hefbomen) en William verklaard worden door te verwijzen naar het lichaam.
Harvey (het hart is een mechanisme pomp).  De mens is een mechanisch systeem en kan gezien worden als een
automaton.
 Psychische functies als rationaliteit, bewustzijn en vrije wil kunnen
niet mechanisch verklaard worden.
 Er is dus een scheiding tussen lichaam en geest, maar deze kunnen
wel interacteren om zo tot rijke en complexe ervaringen te komen
(interactief dualisme).
 Uit zijn filosofie ontstonden o.a. de opvatting dat het brein en de
zenuwen centraal staan in de veroorzaking van gedrag en dat
reflexen ook gedrag kunnen veroorzaken.
 Dromen worden veroorzaakt door willekeurige wervelingen van
hersenvloeistof in de ventrikels.

,John Locke  Groeide op in een stimulerende intellectuele  Zag de mens als onbeschreven blad: we weten in beginsel niets,
omgeving, maar hij wist door alle perspectieven maar vergaren kennis door ervaringen op te doen (empirisme).
niet welke opvatting het bij het rechte eind had.  Ideeën komen tot stand via sensaties (indrukken) en reflecties
Hij wilde daarom ontdekken hoe de mens tot (bewerkingen van sensaties door de geest). Dit leidt tot ideeën.
overtuigingen kwam. Conclusie: niemand weet  Drie soorten kennis: intuïtieve, demonstratieve en zintuiglijke
alles, men moet tolerant blijven naar anderen. kennis. De meeste kennis is van zintuiglijke aard (gebaseerd op
ervaring).
 Vormde hiermee het begin van de nadruk op leertheorieën
(conditionering, social learning etc.)
 Een sociaal contract is nodig om individuen in een samenleving te
organiseren, maar het volk moet ook beschermd worden en heeft
het recht te rebelleren als een autoriteit het contract schendt.
Gottfried  Maakte kennis met Spinoza’s pantheïsme (God is  De ziel bevatte aangeboren ideeën (nativisme).
Wilhelm het hele universum) en de microscoop, dit  Echter, het universum is geen mechanisch geheel, maar een
Leibniz bevestigde zijn ideeën over het universum als dynamisch geheel dat continu in ontwikkeling is.
levend en samengesteld geheel.  Monadologie: bewuste, energetisch doelgerichtheid als basis van
 Had kritiek op Locke: de aangeboren geest was het universum. Bestond uit vier niveaus: basale, waarnemende,
óók bepalend voor de totstandkoming ideeën en rationele en opperste monaden (= oneindig kleine eenheid,
de geest moest niet passief, maar actief zijn om substanties waaruit de werkelijkheid bestaat).
de wereld te begrijpen.  De rationele monaden waren in staat tot apperceptie: het
vermogen tot interpretatie en rationele analyse van dat wat
waargenomen is (staat tegenover perceptie: slechts waarnemen).
 Ontwikkelde één van de eerste rekenmachines en het binaire
systeem, het fundament van de moderne computer.
Franz Joseph  Zijn werk was zowel wetenschappelijk als juist  Frenologie: aanleg en persoonlijkheid afgeleid kunnen worden aan
Gall onwetenschappelijk te noemen. de vorm van de schedel.
Pierre Flourens  Was zeer kritisch op de ideeën van Gall en  Ontdekte dat specifieke hersengebieden niet zozeer een specifieke
voerde daarom zelf onderzoeken uit. taak uitvoerden, maar onderdeel waren van een interactief proces
in de hersenen.

, Bouillard  Leerling van Gall  Verwierp de frenologie grotendeels, maar bleef vasthouden aan de
casus van een soldaat die schade aan de frontale kwab had
opgelopen en sindsdien moeite had met het benoemen van zaken
en personen.
Aubertin  Schoonzoon van Bouillard  Droeg een casus aan waarbij een soldaat een zachte plek op zijn
schedel had bij de frontale kwab. Zodra op die zachte plek geduwd
werd, verloor hij volledig zijn spraakvermogen.
Broca  Leidinggevende van Aubertin. Broca en Gall zijn  Droeg een casus aan van een patiënt die zijn spraakvermogen was
dus in sociale zin nauw verbonden. verloren, maar verder alles begreep en kon reageren. Zijn
 N.a.v. Broca’s werk werd de kritiek van Flourens linkerfrontaalkwab bleek beschadigd te zijn.
op Gall sterk genuanceerd.
Wernicke  Beredeneerde dat Broca’s gebied direct grensde aan het motorisch
gebied voor de mond en tong en dus een associatief gebied zou
kunnen zijn.
 Otdekte ook dat tegenover het gebied van Broca een hersengebied
lag dat op dezelfde manier een associatieve functie had, maar dan
voor spraakperceptie i.p.v. spraakproductie.
Wilder Penfield  Deed onderzoek naar ernstige gevallen van  Ontdekte dat gebieden rondom de visuele en auditieve cortex
epilepsie en kon daardoor de hersenen van zijn meer geïntegreerde ervaringen opriep.
patiënten onderzoeken.  Ontdekte dat de temporaalkwab verantwoordelijk is voor de
opvatting van de wereld.
 Zag het brein en de menselijke geest als twee verschillende zaken
met elk hun eigen verklaringsniveau (dualisme).
Immanuel Kant  Menselijk begripsvermogen is aangeboren (nativisme).
 Onderscheid tussen de noumenale en fenomenale wereld. We
kunnen de wereld alleen subjectief waarnemen (onze geest ordent
en categoriseert alle prikkels).
Hermann von  Benadrukte de mate waarin onze ervaring  Richtte zich op fysiologische verklaringen.
Helmholtz bepaald wordt door de prikkeling vanuit de  Verwierp het vitalisme (alle levende organismen bezitten een niet-

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller savanzijlstra. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.60  12x  sold
  • (1)
  Add to cart