In de economie worden afwegingen en keuzes gemaakt.
Bij consumptie wil de consument van zijn product genieten. Investeren is het aanschaffen van
goederen om het te gebruiken in een productieproces. Deze goederen zijn dan kapitaalgoederen.
Je kunt middelen op verschillende manieren gebruiken: ze zijn alternatief aanwendbaar. In de
economie is er schaarste als er inspanning moet worden geleverd om het te verkrijgen. Goederen
waarvoor geen schaarse middelen worden opgeofferd zijn vrije goederen.
De waarde van hetgene dat we opofferen om iets te verkrijgen opofferingskosten
Dit kan bestaan uit geld / tijd / energie
Het budget is het maximale bedrag dat je voor iets kan uitgeven. Hier kun je een budgetvergelijking
van maken. De grafische voorstelling hiervan is een budgetlijn.
De koopkracht is de hoeveelheid goederen (de reële waarde) die je met je nominale
budget kan kopen.
Beslissingen waarvan de gevolgen deels worden bepaald door de achties van de andere
partij, vormen het onderwerp van de speltheorie.
Spel: situatie waarin beslissingen worden genomen
Spelers: nemen de beslissingen
Een voorbeeld van een
Pay-off: verwachte opbrengst van een keuze
budgetlijn. Deze lijn geeft het
Strategie: manier van spelen verband aan tussen het aantal
- De dominante strategie is een strategie die het meest oplevert, ongeacht wat de sms’jes dat je kan sturen en
ander doet het aantal belminuten.
Evenwicht: een voorspelling van de uitkomst van het spel
- bij het Nash-evenwicht kunnen spelers niet alleen zelf hun opbrengst verbeteren, maar dit
ligt ook aan wat de andere speler doet. (Vernoemd naar wiskundige John Nash)
Een spel waarbij de spelers niet met elkaar mogen overleggen is een simultaan spel.
De bekendste speltheoretische situatie is het gevangenendilemma.
- Het Nash-evenwicht is suboptimaal: het is niet de beste optie
- Allebei de spelers hebben een dominante strategie
In een pay-off matrix kan het dilemma van de spelers worden weergegeven.
Coöperatief spelen (samenwerken) zal soms leiden tot een betere pay-off. Als een gevangenendillema
zich vaak herhaalt, kan dit als gevolg hebben dat spelers zich coöperatief opstellen.
In het gevangenendilemma kan een coöperatieve opstelling ook ontstaan als de spelers worden
gebonden aan een afspraak.
Het profiteren van het inspanningsgedrag van anderen noemen we meeliftersgedrag / free
ridergedrag.
, Hoofdstuk 2. Risico en informatie
De tijd en moeite die het kost om een transactie uit te voeren zijn transactiekosten.
- Dit komt bovenop de prijs van een transactie.
- Bijvoorbeeld zoekkosten, onderhandelingskosten, overdrachtskosten
Hoe groter het risico van iets wat je koopt (bijvoorbeeld een huis of auto), des te hoger de transactie
kosten.
In een contract staan regels/afspraken over de transactie. In een volledig contract staan alle
onvoorziene gebeurtenissen over een transactie.
Mensen die kiezen voor zekerheid zijn risicoavers (risicomijdend). Bij een ruiltransactie waarin de
ene partij meer weet dan de ander, is er sprake van asymmetrische informatie.
Wanneer er veel asymmetrische informatie is, kunnen kopers geen onderscheid meer maken tussen
goede en slechte producten Verkopers kunnen dure producten niet meer goed aanbieden en verliest
de markt de goede producten betalingsbereidheid van kopers daal en de hele markt gaat uit slechte
producten bestaane. Dit is averechtse selectie (adverse selection)
- Dit kun je tegengaan door o.a garantie te verstrekken of een goede reputatie op te bouwen
Om financiële risico’s uit te bannen sluiten mensen verzekeringen af.
Verzekerden betalen premie aan de verzekeringsmaatschappij die daarmee het risico overneemt. Het
risico dat de verzekerde niet in zijn eentje wil dragen, wordt gespreid over een grote groep
verzekerden: solidariteit.
De premiehoogte wordt bij particuliere verzekeringen bepaald door het risico.
Voor motorrijders is het verplicht om een WA-verzekering te nemen: een wettelijke
aansprakelijkheidsverzekering voor als je schade aan anderen toebrengt.
Premie = kans op schade X de gemiddelde hoogte van de schade
Ook op de verzekeringsmarkt is er sprake van asymmetrische informatie: de verzekerde weet meer
over zijn eigen gedrag dan de verzekeraar.
Weinig claimers: goede risico’s
Veel claimers: slechte risico’s
Verzekeraars maken verlies op de slechte risico’s. De goede risico’s kunnen zich benadeeld voelen
wanneer bij iedereen dezelfde premie in rekening is gebracht Zij haken af. De mensen die
overblijven zijn de slechte risico’s. Premie moet omhoog, want de verzekeraar moet veel
schadeclaims uitkeren. Nog meer mensen haken af. premies worden zo duur dat
verzekeringsmarkt instort.
Hoe bestrijden we averechtse selectie op de verzekeringsmarkt?
- Het selecteren van risico’s (op zoek naar naar verschillen door bijv. vragenlijsten) premies
differentiëren
- Vrijwillig eigen risico (hoe hoger eigen risico, des te lager de premie, en andersom)
- Bonus-malusregeling: iemand die weinig schade claimt heeft een goedkope verzekering en
krijgt korting (bonus) en iemand die veel schade claimt moet extra betalen (malus)
- Collectieve dwang: mensen moeten zich verplicht verzekeren (omdat ook de goede risico’s
zich aansluiten kan de gemiddelde premie laag blijven)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller famkenobel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.