100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Inleiding in het Recht leerdoelen | Hogeschool Leiden $4.28
Add to cart

Other

Inleiding in het Recht leerdoelen | Hogeschool Leiden

1 review
 13 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Inleiding in het Recht leerdoelen, Hogeschool Leiden jaar 1 HBO-Rechten.

Preview 2 out of 14  pages

  • December 14, 2021
  • 14
  • 2021/2022
  • Other
  • Unknown

1  review

review-writer-avatar

By: lodewijkvankesteren • 2 year ago

avatar-seller
Leerdoelen inleiding in het recht

 Welke vijf rechtsgebieden kun je onderscheiden?
Strafrecht, staatsrecht, bestuursrecht, volkenrecht, burgerlijk recht.

 Wat is het verschil tussen formeel en materieel recht?
Formeel recht = (procesrecht) de inhoud van de regels die men moet volgen om het
materiële recht uit te voeren, het proces van het recht.
Materieel recht = de inhoud van alle rechten en plichten die mensen in een samenleving
hebben (inhoudelijk van aard).

 Wat is het verschil tussen privaatrecht en publiekrecht?
Privaatrecht = de verhouding tussen burgers onderling staat centraal (bijvoorbeeld: burgerlijk
recht).
Publiekrecht = de verhouding tussen de burgers en de overheid staat centraal (bijvoorbeeld:
staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht, volkenrecht).

 Wat is het verschil tussen nationaal en internationaal recht?
Nationaal recht = recht afkomstig van een natie, wat echt geldt binnen een land.
Internationaal recht = het recht dat afkomstig is van internationale bronnen, zoals de
Europese Unie. Is dus wereldwijd, maar ook nationaal van toepassing.

 Wat is het verschil tussen subjectieve en objectieve rechten?
Subjectieve rechten = de individuele bevoegdheid, of het individuele recht, wat een bepaald
persoon in een concrete situatie heeft. Dus, als ik mij (als individueel persoon) op mijn recht
(het recht) beroep in een bepaalde situatie.
Objectieve rechten = de bevoegdheid en verplichtingen die iedereen heeft en die in de
rechtsregels beschreven zijn. Het recht zoals het op dit moment geldt.

 Welke rechtsbronnen zijn er?
Een rechtsbron = een bron van het recht.
De rechtsbronnen zijn: de wet, jurisprudentie, gewoonte, verdragen en sommige besluiten
van volkenrechtelijke (internationale) organisaties.

 Wat is een rechtsregel en waarin verschilt deze van een gedragsregel?
Een rechtsregel = een regel van het recht, een regel waarin het recht is opgenomen.
Rechtsregels komen voort uit normen en waarden en kun je afdwingen bij de rechter. Bij
gedragsregels is dat niet het geval.
Een gedragsregel = een regel waarin bepaald gedrag wordt verwacht. Deze vloeien niet voort
uit een rechtsbron.

 Wat is jurisprudentie?
Jurisprudentie = de verzameling van rechterlijke uitspraken.

 Hoe komt jurisprudentie tot stand?
In de praktijk geeft de wet niet altijd een passend antwoord op alle vragen, waardoor een
rechter soms genoodzaakt is om wettelijke teksten aan te vullen of nader uit te leggen (op
basis van bestaande regels). Alle uitspraken van rechters worden gepubliceerd op
rechtspraak.nl (voor iedereen zichtbaar). Indien een uitspraak van een rechter een
belangrijke aanvulling van het recht bevat, wordt deze uitspraak in het weekblad
Nederlandse Jurisprudentie gepubliceerd en andere rechters lezen deze uitspraken.

,  Hoe wordt jurisprudentie toegepast in de rechtspraktijk?
Iedere rechter zal ten behoeve van de rechtszekerheid een beslissing proberen te nemen die
zoveel mogelijk in overeenstemming is met de bestaande jurisprudentie.

 Wat houdt de trias politica in?
De trias politica (machtenscheiding) is een theorie van staatsinrichting waarin de staat is
opgedeeld in drie verschillende machten, om er op die manier voor te zorgen dat niet een
alleenheerser het voor het zeggen heeft. In de theorie van de trias politica moet één
staatsorgaan verantwoordelijk zijn voor het maken van de wetten, een ander moet
verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de wetten en een laatste moet verantwoordelijk
zijn voor de rechtsprekende macht. Een wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht
die elkaar in evenwicht (kunnen) houden.

 Hoe wordt de trias politica in het Nederlandse staatsbestel toegepast?
De wetgevende macht = ligt bij de regering en de Staten-Generaal (de regering en de
Eerste/Tweede Kamer).
De uitvoerende macht = ligt bij de regering (de ministers en het staatshoofd).
De rechtsprekende macht = is geheel onafhankelijk en in handen van de rechterlijke macht.

 Wat zijn “checks and balances”?
Het systeem van checks and balances is een systeem om het evenwicht tussen de machten te
beschermen en ervoor te zorgen dat geen enkele macht de sterkste is. Bijvoorbeeld: de
Tweede Kamer houdt toezicht op het functioneren van de ministers. Zij kunnen vragen
stellen en het vertrouwen in een minister opzeggen.

 Wat zijn de kenmerken van een staat?
Een staat heeft grondgebied nodig (met grenzen), een bevolking, de bevolking moet
bestuurd worden door een soeverein gezag (= er is een gezag, een macht, die geaccepteerd
wordt, die het laatste woord heeft) en erkenning door andere staten (= een lastig kenmerk).

 Wat zijn de kenmerken van een rechtsstaat?
1. Het legaliteitsbeginsel = de overheid moet zich aan de rechtsregels houden, al het
overheidsoptreden moet te zijn herleiden op een wet.
2. Scheiding der machten = uitleg trias politica.
3. Onafhankelijke rechtspraak.
4. Eerbiediging grondrechten = de grondrechten beschermen het individu tegen de
overheid.

 Hoe werkt de parlementaire democratie?
Democratie = (Grieks) de stem van het volk.
Ook in Nederland mag het volk haar stem laten gelden: wij hebben een indirecte democratie.
Wij kiezen vertegenwoordigers van wie wij erop vertrouwen dat zij onze belangen zullen
behartigen. Deze vertegenwoordigers (bijvoorbeeld de Kamerleden) nemen de belangrijke
beslissingen.




 Wat is het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophievn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64405 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.28  13x  sold
  • (1)
Add to cart
Added