DNA-molecule in de celkern -> rond de eiwitten
chromatine = complex van eiwitten waarrond de DNA-molecule opgerold zit
wanneer cel gaat delen -> chromatinedraden kopiëren -> sterk spiraliseren
chromosoom = chromatine die sterk gespiraliseerd is
2 meter lange DNA-molecule in celkern plaatsen: -> lange DNA-keten sterk te spiraliseren en op
compacte wijze te verpakken met behulp van eiwitten
1.3 DNA
1.3.1 DNA-molecule in detail
DNA-molecule = complexe biochemische molecule met de vorm van een wenteltrap (dubbele helix)
= bevat erfelijke informatie
1.3.2 De bouw van DNA
- opgebouwd uit kleine bouwstenen (= nucleotiden)
- nucleotide is opgebouwd uit een suiker, fosfaatgroep en een organische base
- DNA-streng -> polynucleotide
1) Polynucleotidenketen (= structuur die lijkt op een ketting)
2) 2 polynucleotidenketens worden gekoppeld door waterstofbruggen
3) Complementaire basen worden gekoppeld -> levensbelangrijk om biologische processen
mogelijk te maken vb. kopiëren van DNA en aanmaak eiwitten
4) Krijgt een wenteltrapstructuur (dubbele helix)
opeenvolgende verschillende basen bepalen de DNA-code (oneindig veel combinaties)
1 cm DNA -> 50 miljoen basisparen
,1.3.3 Genen en genoom
Gen = stukje DNA dat alleen of samen met andere genen de code van een kenmerk/eigenschap
bevat.
Genen bepalen:
- je natuurlijk uiterlijk
- het functioneren van je lichaam
- je gedrag
Gen bezit een unieke code voor de aanmaak van een specifiek eiwit
Genoom = al het DNA dat in de cel voorkomt
3% van de basenparen van DNA wordt ingenomen door de genen
Celkern is het controlecentrum van de cel: bevat alle informatie over alle processen en functies die in
het cytoplasma van de cel worden uitgevoerd.
1.3.4 DNA-replicatie
DNA-replicatie = het kopiëren van het oorspronkelijke DNA in verschillende stappen
STAP 1: openen van de DNA-keten
dubbele helix van DNA wordt geopend door het enzym DNA-helicase
het enzym breekt waterstofbruggen -> treden in 2
STAP 2: aanvoer nieuwe nucleotiden
de basen van gescheiden strengen worden afgelezen door het enzym DNA-polymerase
het enzym voert nieuwe nucleotiden aan en koppelt hun basen met complementaire basen van de
oude streng
STAP 3: koppelen van DNA-fragmenten
DNA-fragmenten die nog niet gekoppeld waren worden verbonden door het enzym DNA-ligase
er ontstaan 2 DNA-ketens die exacte kopieën zijn van elkaar
DNA-replicatie is semiconservatief (= DNA-keten bestaat voor de helft uit nieuwe bouwstenen en de
andere helft met oude bouwstenen)
1.4 Chromosomen
Elke menselijke lichaamscel -> 46 chromosomen in 23 chromosomenparen -> 22 paar homologe
chromosomen -> 1 paar geslachtschromosomen
Chromosomen bestaan uit chromatine die sterk gespiraliseerd is.
Karyogram = overzicht van alle chromosomen van een cel
23ste chromosomenpaar is het geslachtschromosomenpaar
man: x en y chromosomen
vrouw: 2 x chromosomen
Delingschromosoom = alle chromosomen van de cel bezitten een kopie die aan het oorspronkelijke
chromosoom hangt en zijn klaar om gedeeld te worden
, Delingschromosoom -> x-vorm -> benen = chromatiden
centromeer = plaats waar de identieke chromatiden tijdelijk aan elkaar verbonden zijn
Na DNA-replicatie zitten er 92 chromatiden in een menselijke lichaamscel
1.4.2 Afwijkende karyogrammen
Genoommutatie = wijziging in het aantal chromosomen
Vb:
Syndroom van Down
- 1 extra chromosoom op het chromosoompaar 21
-> 47 chromosomen
-> verstandelijke beperking, lichamelijke afwijkingen
Syndroom van Klinefelter (mannen)
- 1 x-chromosoom te veel (xxy-syndroom)
-> 47 chromosomen
-> zwakkere botten, bredere heupen en langere benen, bredere borstkas
Syndroom van Turner (vrouwen)
- 1 x-chromosoom i.p.v. 2 (XO-syndroom)
-> 45 chromosomen
-> korte, brede nek, klein gestalte, opwippende vinger- en teennagels
1.4.3 Haploïd en diploïd
Diploïd (2n) als het van elke chromosoom 2 exemplaren bevat per celkern
menselijke diploïd -> 46 chromosomen (23 chromosomenparen)
alle menselijke lichaamscellen uitgezonderd voortplantingscellen
Haploïd (n) als het van elke chromosoom 1 exemplaar bevat per celkern
menselijke haploïd -> 23 chromosomen
voortplantingscellen, eicellen en zaadcellen
Begrip Aantal exemplaren voorbeeld
chromosomen
Haploïde cel 1 Zaadcel/eicel
Diploïde cel 2 Spiercel, zenuwcel van een
mens
Triploïde cel 3 Cellen van een banaan
Tetraploïde cel 4 Cellen van koolzaad, harde
tarwe
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmarigolle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.