Samenvatting Inspanningsfysiologie informatie uit de PowerPoints, eigen aantekeningen en mini samenvattingen uit het boek (Inspannings- en sportfysiologie). &Plaatjes ter verduidelijking
Samenvatting Inspanningsfysiologie B
Leesstof uit het boek Inspannings- en sportfysiologie
Week 1 Effecten van duurtraining (blz. 2)
- PowerPoints uit de les
- Eigen aantekeningen
- Hoofdstuk 4: blz. 132 t/m 140 (mini samenvattingen)
- Hoofdstuk 6: blz. 185 t/m 188 (mini samenvattingen)
- Hoofdstuk 7: helemaal (mini samenvattingen)
- Hoofdstuk 10 helemaal (mini samenvattingen)
Week 2 Effecten van krachttraining (blz.13)
- PowerPoints van de les
- Eigen aantekeningen
- Hoofdstuk 1: blz. 54 t/m 66 (mini samenvattingen)
- Hoofdstuk 9: blz. 234 t/m 250 (mini samenvattingen)
Week 3 Trainingsprincipes (blz.21)
- PowerPoints van de les
- Eigenaantekeningen
- Hoofdstuk 8: blz. 220 t/m 233 (mini samenvattingen)
Week 4 Voeding en duurtraining (blz.28)
- PowerPoints van de les
- Eigen aantekeningen
- Hoofdstuk 14: blz. 355 t/m 391(mini samenvattingen)
Week 5 Trainingsschema’s (blz.38)
- Eigen aantekeningen
- PowerPoints van de les
- Hoofdstuk 19: blz. 496 t/m 508 (mini samenvattingen)
Week 6 Voeding en krachttraining/krachtraining en eiwitsuppletie (blz.46)
- PowerPoints van de les
- Eigen aantekeningen
Week 7 Warming up, cooling down en stretching (blz.56)
- Powerpoints van de les
- Eigen aantekeningen
- Hoofdstuk 3: blz. 111 t/m 122 (mini samenvattingen)
1
Inge Ruikes
,Week 1: Effecten van duurtraining
Korte termijn en lange termijn
Overzicht; directe effecten van duurtraining
(korte termijn)
Hartfrequentie
Toename intensiteit toename HF tot
maximale waarde Hfmax bij maximale
intensiteit
Slagvolume (hoeveelheid bloed
die het hart per slag uitpompt).
Frank-starling-effect: meer bloed in
uitrekking ventrikelwand groter
sterkere contractie.
Meer bloed ventrikel binnen door:
-Herverdeling bloed
-Spierpomp (spieren spannen
steeds aan en ontspannen weer
hierdoor kan het bloed niet meer
terug (tegen de richting in) stromen
maar gaat het de goede kant op,
veneuze terug stroom).
-Ademhalingspomp (zorgt ervoor
dat het bloed ook weer terug komt)
Slagvolume word groter tijdnes inspanning.
Hoe komt er nou meer bloed binnen in die ventrikels?
Herverdeling, tijdens inspanning heeft de spijsvertering minder
bloed nodig, er gaat dan dus meer na de spieren.
Als je actiever wordt pikt het ZS dat op en zorgt ervoor dat je hart
krachtiger gaat samentrekken en er dus meer bloed rond
gepompt wordt.
Contractiliteit ventrikel groter door meer neurale stimulatie en
meer catecholaminen.
Perifere weerstand lager.
Hartminuutvolume (=het slagvolume en de hartfrequentie samen):
Totale hoeveelheid bloed die in een minuut word rond
gepompt (hartminuut volume).
Slagvolume en hartfrequentie
hoger hartminuutvolume
hoger. Bij middelzware tot
zware inspanning (boven 40-
60% van max) verdere toename
2
Inge Ruikes
,vooral door toename
hartfrequentie.
Bij inspanning wordt deze
dus ook hoger, in het begin
van je activiteit wordt
hartminuutvolume groter
door SV en HF, hier zit een
max. aan, er zit een max..
aan SV daarna verhoogd
alleen
leen het HF, want het
houd een keer op met de
hoeveelheid slagvolume.
Bloeddruk
Systolische druk neemt toe tijdens inspanning, maar ook het hart gaat sneller
pompen, er word meer bloed tegelijk uit het hart gepompt, dit geeft extra
ex druk op de
bloed vaten.
Diastolische druk blijft gelijk bij submaximale inspanning en neemt iets toe bij
maximale inspanning. Omdat de perifere weerstand neemt af in actieve spieren, die
bloedvaten worden wat wijder (dit gebeurt altijd als je je gaat inspannen) daarom blijft
de diastolische druk
gelijk.
Doorbloeding
Toename
hartminuutvolume en
bloeddruk toename
totale doorbloeding.
Sympathische controle:
vasoconstrictie in
minder actieve spieren
doorbloeding daar
verlaagd meer naar
actieve spieren.
Werkende spieren geven stoffen af die verwijden van bloedvaten
veroorzaken (vasodilatatie).
Betere doorbloeding (dit voel je want je krijgt het warm en word
rood). Komt door de vasodilatatie, die zorgt ervoor dat de
bloedvaten iets wijder zijn in de spieren die actief bezig zijn (of
minder actief tegenovergestelde dan)
a-vO2-verschil (aterio-veneus
veneus zuurstof verschil)
Verschil tussen hoeveelheid zuurstof in bloed dat aorta verlaat en
in bloed dat terugkomt in rechteratrium.
rechteratrium
Neemt toe: meer zuurstof uit bloed door actieve spieren.
(meer zuurstof gaat naar de actieve spieren)
3
Inge Ruikes
,Bloed
Plasmavolume versus
hemoconcentratie.
Meer rode bloedcellen per
hoeveelheid bloed is gunstig.
Maar verlies van vloeistof kan
leiden tot uitdroging.
Hoe meer rode bloedcellen hoe
beter? maar, op het moment dat
het bloed te dik word, (lijkt op
vla) is veel moeilijker te
vervoeren dan dunner bloed
(denk aan melk). Kan wel tot
verbetering lijden, maar er zit
een max. aan, anders wordt
bloed te dik en kan het niet goed rondgepompt worden.
(longventilatie inspanning meer zuurstof nodig
dieper inademhalen)
Cijfers op het plaatje longventilatie:
1. Hersenstam
2. Central chemoreceptors
3. Aorta boog
4. Spieren
5. Diafragma tussen ribben en spieren
6. Long receptoren
7. Binnen tussen ribspieren (zit aan de binnenkant)
Een overzicht; chronische effecten van duurtraining
(lange termijn)
Aerobe training:
Training die de centrale en perifere doorbloeding verbetert en die het vermogen van
spiervezels om ATP te genereren verhoogt.
Training die de doorbloeding
verbetert, zorgt ervoor dat spieren
beter ATP kunnen maken. Lichaam
maakt zich klaar voor ‘’nieuwe
aanval'' (denk aan als je moe bent
naar training, lichaam denkt; dit kan
vaker gebeuren en gaat beter
herstellen, volgende x zal het beter
en beter gaan).
Basis:
Lichaam past zich aan
omstandigheden aan en bereidt zich
voor op een nieuwe ‘aanval’.
4
Inge Ruikes
, Duurtraining en het zuurstoftransportsysteem
Cardiovasculair uithoudingsvermogen:
uithoudingsvermogen: vermogen voldoende zuurstof te leveren.
Door duurtraining vergroten;
vergroten
Actieve weefsels langer voldoende zuurstof inspanning langer volhouden.
volhouden
Door duurtraining zorg je ervoor dat je actieve weefsels meer zuurstof kan geven aan
die spieren die je dan traint, (als je hardlopen oefent kan je niet ineens harder
zwemmen).
Hartgrootte (wordt groter door training)
- Massa en volume.
- Hypertrofie.
- Vooral linker ventrikel.
Duurtraining toename in plasmavolume en diastolische vultijd ventrikelgrootte
Dat het hart groter word door training is een gezonde
gezonde aanpassing, een groter hart
kan meer bloed naar binnen laten, meer plasma volume. En groter totaal
bloedvolume.
Topsporter kan een liter meer bloed in zich hebben vergeleken met een niet sporter.
(lichaam past zich aan). toename diastolische vultijd, (langer de tijd om bloed terug
laten stromen kan er ook meer bloed terug stromen). Als je inspanning levert
(wandelen 5 km per uur) ongetraind persoon: 70 slagen per minuut. getraind persoon
: 60 slagen per minuut.
Zuurstoftransportsysteem
Hoge VO2max (afkorting
fkorting voor max. zuurstof opname)
opname) in
staat grote spiermassa te gebruiken, waarbij alle spieren
goed doorbloed zijn.
VO2 = SV x HF x a-vO2verschil (Fick equation)
Hoe meer dit is hoe beter, als je hoge inspanning meer
zuurstof nodig hebt, kun je dit sneller
snel leveren. (goede
doorbloeding in actieve spieren). Vergelijking van Fick kan
simpeler: VO2 max = .. hartminuutvolume (SV + HV).
Slagvolume
(Blauw lijntje is voor een periode van training, en rood
lijntje is zelfde persoon na periode van training )
- In rust, tijdens submaximale inspanning en tijdens
maximale inspanning groter.
groter
- Ook afhankelijk van lichaamsgrootte!
Bloedplasmavolume groter + Diastolische vultijd langer = Einddiastolisch volume
linker ventrikel groter.
Hypertrofie hart + Elastische eigenschappen
eigensc hart = Contractie linker ventrikel sterker.
sterker
Perifere weerstand lager
(blauw groene lijn, is voor training en paarse lijn is na periode van training.)
5
Inge Ruikes
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ingee_r. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.