BEKNOPTE SAMENVATTING - bijzondere overeenkomsten, per week + alle jurisprudentie
21 views 0 purchase
Course
Bijzondere Overeenkomsten (RGMPR03506)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
Bijzondere overeenkomsten
Samenvatting van het vak Bijzondere Overeenkomsten 2021/2022. Verplichte stof per week uitgewerkt met de daar bijbehorende jurisprudentie. Behaald cijfer 8, in de eerste kans.
HC 1 + HC 4– Consumentenovereenkomst
Het consumentenrecht vindt zijn oorsprong in het Europese recht, met name de Europese Richtlijn consumentenkoop.
Doel Europees consumentenrecht:
- De verschillende lidstaten moeten op hetzelfde niveau zijn om daadwerkelijk een interne markt te kunnen bewerkstelligen.
- Om de consument te beschermen dient de rechter vernietigbaarheden ambtshalve toe te passen.
Er mag niet ten nadele van de consument van deze regelgeving worden afgeweken, het is dus semidwingend recht omdat het
dwingendrechtelijk karakter maar één partij betreft: de consument. Voor een consumentenovereenkomst moet er sprake zijn van een
handelaar en een consument. Of de afnemer een consument is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij de subjectieve
bedoelingen van de klant doorslaggevend zijn. Ook de handelaar wordt beschermd, als deze gerechtvaardigd erop vertrouwde dat zijn
wederpartij handelde in uitoefening van beroep of bedrijf. Voor het begrip handelaar is juist een objectieve benadering aangewezen.
Hierbij kijken we naar art. 6:230g e.v. BW. Er zijn vier regimes te onderscheiden:
1. Consumentenovereenkomst: kijken naar de definitief in art. 6:230g lid 1 sub c en d BW (ook de definitie van een consumentenkoop).
Schoenen kopen in een winkel.
2. Overeenkomst op afstand: art. 6:230g lid 1 sub e BW (bijv. webwinkel of abonnement aangaan op internet). Schoenenkopen in een
webshop.
3. Overeenkomst gesloten buiten een verkoopruimte: art. 6:230g lid 1 sub f BW (bijv. deur-aan- deurverkoop). Gratis krant krijgen op
straat en dan vragen of iemand ook een abonnement wil.
4. Overeenkomst op afstand/gesloten buiten een verkoopruimte waarbij het object van de overeenkomst een financieel product is:
art. 6:230g lid 1 sub o BW
De consument wordt op verschillende manieren beschermd:
1. Informatieplicht handelaar (6:230l)
- De informatie die aan de consument moet worden verschaft ziet op de prestaties, de persoonsgegevens, de mogelijkheid van
ontbinding en de totstandkoming van de overeenkomst.
- De informatie moet tijdig worden verstrekt: vóór het sluiten van de overeenkomst.
- Het moet in duidelijke en begrijpelijke taal.
- Er geldt ook een post-contractuele informatieplicht: het moet worden verschaft op een duurzame drager zodat de consument het
later nog eens kan bekijken. Deze post- contractuele plicht geldt alleen voor overeenkomsten op afstand.
- Arrest amazon en arrest content services.
2. Ontbindingsrecht (6:230o)
- Geldt voor een overeenkomst op afstand.
- De consument heeft een bedenktijd van twee weken.
- De handelaar moet de consument op de hoogte brengen van zijn herroepingsrecht: doet hij dit niet, dan wordt de
ontbindingstermijn verlengd naar een jaar!!
Consumentenkoop ziet in beginsel op roerende zaken (6:230g lid 1 sub c). Hieronder vallen ook materiële dragers als USB’s en CD’s en
gedownloade content, maar geen streaming (7:5 lid 5). De verkoper moet aan een aantal verplichtingen voldoen:
1. De zaak moet in eigendom overgedragen worden (7:9)
2. De verkoper moet de zaak onverwijld en in ieder geval binnen 30 dagen na het sluiten van de overeenkomt afleveren.
3. De zaak moet conform zijn: dat wil zeggen, aan de overeenkomst voldoen.
a. Quelle: als de zaak non-conform is en de consument vordert vervanging of ontbindt de overeenkomst, dan mag hem geen
gebruiksvergoeding in rekening worden gebracht.
b. De bewijslast van de non-conformiteit ligt bij de consument, maar er wordt vermoed non-conformiteit te zijn indien het
gebrek zich binnen 6 maanden na de aflevering openbaart (7:18 lid 2). Dit vermoeden geldt niet als de aard van de zaak of
afwijking zich daartegen verzet.
c. Dan is het aan de verkoper om aan te tonen dat het gebrek moet zijn ontstaan ná de aflevering, en dat de consument dat
dus zelf heeft veroorzaakt.
Arrest walter walbusch Rechtsregel: de uitzondering van de richtlijn (in NL: art. 6:230v lid 5 BW) gaat alleen op als het gaat om een
communicatiemiddel dat naar zijn aard, ruimte of tijd beperkt is of beperkte ruimte biedt. Deze uitzondering ziet op o.a. radio en tv. Walbusch
had ook een grotere folder kunnen kiezen.
Wat als de handelaar de informatieplichten schendt?
Specifieke remedies
- Vernietiging op grond van art. 6:230v lid 3 bw niet goed voorgelicht over de betaling.
- Geen bijkomende kosten of vergoedingen verschuldigd art. 6:230n lid 3 BW niet geïnformeerd over bijkomende kosten of
vergoedingen. Dan hoeft hij ook niet te betalen.
- Verlenging ontbindingstermijn art. 6:230o lid 2 Bw niet goed gehouden aan de model instructie + 12 maanden verlenging
ontbindingstermijn.
- Niet aansprakelijk voor waardevermindering art. 6:230s lid 3 gaat ook op bij schending ontbindingstermijn. Stel consument
besteld een stofzuiger bij coolblue en is niet goed geinformeerd over het ontbindingsrecht en hij gaat die stofzuiger gebruiken maar
is niet tevreden over de zuigkracht van de stofzuiger. Dan ziet hij de doos staan en is hij niet goed geïnformeerd over het
ontbindingsrecht. Dan kan hij in theorie de stofzuiger terugsturen. Maar de stofzuiger is gebruikt dus de verkoper kan er eigenlijk
niks mee. In dat geval zegt dit artikel dat de stofzuiger niet in waarde is verminderd en dat de consument gewoon het hele bedrag
terugkrijgt omdat de verkoper de consument niet goed heeft geïnformeerd over de ontbinding.
,Algemene remedies
- Vernietiging op basis van art. 3:40 lid 2 Bw vernietiging
- Vernietiging wegens oneerlijke handelspraktijken art. 6:193j lid 3 Bw ligt ook richtlijn aan ten grondslag, zit in het leerstuk van OD
misleidende informatie verstrekken in bijvoorbeeld advertentie. Consument kan ovk vernietigen
- Vernietiging wegens dwaling art. 6:228 Bw eigenschappen die een product helemaal niet heeft.
Essentieel is ambtshalve toepassing van de rechter
Ontbindingsrecht
Bij ovk op afstand en ovk buiten verkoopruimte
- Ontbindingsrecht art. 6:230o Bw
Veertien kalenderdagen
Aanvang ontbindingstermijn:
- Diensten: dag van sluiting ovk
- Zaken: ontvangst zaak
Voorbeelden van uitzonderingen art. 6:23op Bw
- Sub d: diensten als je akkoord gaat doe je afstand van je ontbindingsrecht.
- Sub f: zaak die niet kan worden teruggestuurd om redenen van hygiëne Slewo/ sascha ledowski Matras S geeft geen geld
terug omdat zij hebben gezegd dat er geen ontbindingsrecht is. De vraag gaat naar HvJ: deze uitzondering gaat alleen op als de
producten na het openbreken van de verzegeling (in dit geval de plasticfolie) definitief niet nogmaals kunnen worden verkocht.
Vervolgens vergelijkt het hof de matras met een gewoon kledingstuk en zegt het hof dat je een kledingstuk ook kan ruilen en het dan
wordt gereinigd en opnieuw verkocht. Dat systeem geldt hier ook voor de matras. De uitzondering van slewo gaat dus niet op. Dus
we zien dat hvj de uitzondering eng interpreteert.
Rechtsgevolgen
Handelaar art. 6:23oR:
- Handelaar vergoedt alle ontvangen betalingen met inbegrip van de leveringskosten aan de consument (binnen veertien dagen) (lid 1)
- Met gebruikmaking van hetzelfde betaalmiddel (lid 2)
Consument art. 6:230s:
- Consument stuurt binnen veertien dagen na ontbindingsverklaring de zaken terug, lid 1
- In beginsel draagt de consument de terugzendkosten, lid 2
- De consument is slechts aansprakelijk voor waardevermindering als er sprake is van gebruik i.p.v. uittesten van de zaak, lid 3 tenzij je
dus iemand niet goed geïnformeerd hebt over de ontbindingsvoorwaarde.
Remedies non-conformiteit
Als non-conformiteit is aangetoond heeft de consument verschillende opties. Om hier gebruik van te maken moet hij tijdig klagen (7:23).
Voldoet hij hieraan, dan zijn de remedies:
1. Nakoming vorderen (7:21)
o Door aflevering van het ontbrekende, herstel of vervanging.
o Verkoper moet dit kosteloos verrichten, en wel zonder overlast, binnen een redelijke termijn en zonder
gebruiksvergoeding in rekening te brengen (Quelle).
2. Ontbinding (7:22)
o Pas vorderen als nakoming niet mogelijk is.
o Ook gedeeltelijke ontbinding in de vorm van prijsvermindering is mogelijk.
3. Schadevergoeding (7:24)
o Let op: soms moet de consument de producent aanspreken in plaats van de verkoper. Dat is het geval als de producent
aansprakelijk is op grond van productaansprakelijkheid (6:185).
o Producent aansprakelijk als: het gaat om gevolgschade (schade aan personen of andere zaken, veroorzaakt door het
gebrekkige product) boven de 500 euro.
o Verkoper aansprakelijk als: het gaat om schade onder de 500 euro. Als de verkoper wordt aangesproken kan hij het vaak
verhalen op de producent, dit kan niet in een exoneratieclausule worden uitgesloten (7:25 lid 1 en 2).
Ze staan in deze volgorde omdat de consument alleen de mogelijk heeft om ontbinding te vorderen, als nakoming niet meer mogelijk is.
Gratis mobieltjes I (art. 7:61 BW)
Rechtsregel: een abonnement met een ‘gratis’ telefoon is koop op afbetaling. Hierbij zijn het vormvereiste en het ontbindingsrecht verplicht.
Al die overeenkomsten waren dus vernietigbaar ex art. 3:40 lid 2 BW – strijd met dwingend recht.
Kredietovereenkomst
CA consumer finance
Er was een echtpaar die hadden een lening voor een auto. Daarnaast was er nog een vrouw pakhous die had ook een lening bij Finance. Er
werd niet meer door beide betaald. CF gaat naar de rechter. Het hof vraagt zich af hoe het met de informatieverstrekking zit. De richtlijn geeft
hier duidelijkheid over. Hof zegt dat het niet duidelijk is of de mensen info hebben ontvangen. Het hof zegt dat de bewijslast bij CF ligt. Dus een
,nationale regeling die zegt dat de bewijslast op de consument ligt is niet toegestaan want het hof toets de nationale recht aan de richtlijn dus
mag niet op de consument rusten.
Matei
Ging om een lening en een hypotheek van 8k er was veel rente. De bank kon rentevoet wijzigen. Hof zegt wat moeten wem et zn
wijzingsbeding? Dan komt er een richtlijn oneerlijke bedingen. Moet de rechter ambtshalve kijken of het eerlijk is? Het hvj zegt dat de
nationale rechter dit moet onderzoeken.
Faber/hazet
Faber/Hazet: Faber is de consument, Hazet is een autobedrijf. Op 27 mei 2008 koopt Faber een auto bij Hazet voor € 10.000. Op 26 september
2008 vliegt de auto in de brand (binnen de zes maanden). Handelt mevrouw Faber als consument? Ze was op weg naar een zakelijke afspraak,
maar ze had de overeenkomst gesloten als particulier. Faber handelt als consument. Faber had niet specifiek gesteld dat zij de auto als
consument had gekocht. De rechter past hier ambtshalve de regeling van consumentenkoop toe, en dus ook het bewijsvermoeden. Hoe
ontkracht Hazet nu het bewijsvermoeden van art. 7:18 lid 2 BW? Is het voldoende dat Hazet twijfel zaait of moet hij echt tegenbewijs leveren?
HvJ (r.o. 73): de ondernemer moet aantonen dat het gebrek het gevolg of zijn oorsprong vindt in een handelen of nalaten dat dateert na de
aflevering. Dit is erg moeilijk. De consument wordt vergaand beschermd door het bewijsvermoeden.
Radlinger and Radlingerova
Echtpaar sluit lening af van 43K. Er staat een boete op een betalingsachterstand van 0,2 procent op het totale bedrag van elke dag dat je niet
betaald. Hele vervelende boetebeding. Echtpaar kon niet meer betalen en schuld loopt op. Er komt een insolventieprocedure. Het komt bij de
rechter en de vraag is of de rechter had moeten na gaan of de vordering voortvloeide uit een oneerlijk beding. Had de rechter moeten
nagaan of dit echtpaar wel goed was geinformeerd?
- Dus ambthalve toepassing van het insolventie recht
- En ambtshalve toepassing van de informatieplicht.
,HC 2 – Nietigheden algemeen
Beginselen contractenrecht:
1. Contractsvrijheid
o Je mag zelf bepalen of en met wie je een overeenkomst sluit, en wat de inhoud daarvan is.
2. Vormvrijheid/consensualisme
o Je hoeft in beginsel geen bepaalde vorm in acht te nemen.
3. Pacta sunt servanda
o Overeenkomsten zijn bindend, nakoming kan afgedwongen worden.
Nietigheid:
- Ziet op het feit dat de beoogde rechtshandeling nooit tot stand komt, nooit rechtsgeldig wordt en niet door de partijen beoogde
rechtsgevolgen heeft.o Strektvaaktotdebeschermingvaneenalgemeenbelangofhetbelangvaneengroepderden.
- Art. 3:39, 3:40, 3:43 BW.
- Wordt ambtshalve door de rechter getoetst.
Vernietigbaarheid:
- Rechtshandelingen zijn geldig totdat de ongeldigheid ervan wordt ingeroepen. Dit heeft wel terugwerkende kracht, zodat er na
vernietiging geen onderscheid meer bestaat.
- Strekt vaak tot de bescherming van het belang van één van de partijen bij de overeenkomst, die dan vervolgens de overeenkomst
kan vernietigen.
- Art. 3:32, 3:34, 3:40 lid 2, 3:44, 3:45-48, 6:228 BW.
- Partij moet hier een beroep op doen bij de rechter.
- Let op bij consumenten: de rechter moet ambtshalve toetsen of het beding in de overeenkomst met de consument oneerlijk is. Is het
beding inderdaad oneerlijk, dan moet hij het beding buiten toepassing laten, ook zonder dat de consument zich op de oneerlijkheid
ervan heeft beroepen. Dit is in Europese jurisprudentie bepaald en de HR heeft dit overgenomen. Het beding hoeft niet buiten
toepassing te worden gelaten indien de consument zich hiertegen verzet.
Nietigheid en vernietiging: hoe?
Nietigheid wordt ambtshalve door de rechter geconstateerd. Ambtshalve wil zeggen dat de rechter de nietigheid van de rechtshandeling kan
constateren, zonder dat partijen daar iets over hebben gezegd. De rechter doet het dan dus uit eigen beweging. Bij vernietiging is een beroep
door een partij vereist. De partij kan dit in een procedure doen (in rechte), maar ook buitengerechtelijk (art. 3:49 BW). Voor de
buitengerechtelijke vernietiging bestaat geen enkel vormvereiste, dit kan dus ook via Facebook of een appje. Het is wel handig om het
schriftelijk te doen, want dan kun je het bewijzen. Maar mondeling mag ook. Bij algemene voorwaarden ligt dit iets anders, hierover later
meer.
Bij vernietiging gelden bijzondere verjaringsregels (art. 3:53 en 3:51 lid 3 BW), in afwijking van de regels in Titel 11 Boek 3 BW. Er geldt een
verjaringstermijn van 3 jaar (= kort). Als je een overeenkomst wilt vernietigen op grond van een van de wilsgebreken en de termijn van 3 jaar is
overschreden, dan kan dit niet meer. Als de termijn van 3 jaar is verstreken en vervolgens baseert de wederpartij een vordering op die
overeenkomst en die spreekt jou in rechte aan, dan kun je je bij wijze van verweer wel weer op de vernietigbaarheid beroepen. De
vernietigbaarheid kun je dus niet meer actief gebruiken als de verjaringstermijn is verstreken, maar na ommekomst van de verjaringstermijn
kun je je nog steeds wel bij wijze van verdediging beroepen op een vernietigingsgrond. Dit ligt besloten in de woorden ‘te allen tijde’.
Art. 3:40 – strijd met de goede zeden, openbare orde of de wet
Om te bepalen welk gevolg aan de strijd met de goede zeden, openbare orde of de wet kleeft, moet onderscheid worden gemaakt tussen drie
aspecten:
1. Het verrichten van de rechtshandeling (lid 2 en 3)
o Het sluiten van de overeenkomst.
2. De inhoud van de rechtshandeling (lid 1)
o De verplichtingen die daaruit voortvloeien.
o Men kan denken aan rechtshandelingen die naar inhoud een strafbaar feit opleveren.
3. De strekking van de rechtshandeling (lid 1)
o De achterliggende bedoeling van partijen, de voorzienbare gevolgen. Wat is het doel van de overeenkomst?
o Hier is het dus van belang of de bedoeling van partijen in strijd is met de wet/openbare orde. Het kopen van een mes bij de
Blokker om iemand neer te steken is niet in strijd met de wet, omdat de Blokker dit niet wist: dit tast de
koopovereenkomst dus niet aan.
Esmilo/Mediq: het gaat om subjectieve kennis van de strijdigheid bij de partijen. De enkele omstandigheid dat de
overeenkomst tot een door de wet verboden prestatie verplicht, brengt niet mee dat zij automatisch nietig is
wegens een verboden strekking. De rechter dient bij de beantwoording van de vraag of de strekking in strijd is
met de wet het volgende in acht te nemen:
1. Welke belangen worden door de regel beschermd
2. Zijn er fundamentele beginselen geschonden
3. Waren partijen zich van de inbreuk bewust
4. Voorziet de regel in een sanctie
Let op: je kan art. 3:40 niet als trappetje gebruiken! Je toetst óf aan lid 1, óf aan lid 2. Je kan dus niet eerst lid 2 proberen en als dat niet lukt
naar lid 1 gaan. En andersom.
, Waarom is het van belang of je via lid 1 of lid 2/3 wordt gesanctioneerd?
Er zit een verschil in sancties:
- Lid 1
o Relativering is ingebouwd in het oordeel of er sprake is van strijd met de openbare orde.
o Geldig of nietig.
- Lid 2/3
o Relativering vindt pas achteraf plaats.
o Geldig, nietig of vernietigbaar.
B/H en R: een beroep op bovenstaande sancties kan overigens naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn.
AZL/Erven Moerman (strekking strijd met wet – art. 3:40 lid 1 BW)
Rechtsregel: het enkel overtreden van een regel (geen toestemming vragen) levert geen inbreuk op een zo fundamenteel beginsel van
rechtsorde, waardoor dit geen strijd wegens openbare orde (art. 3:40 lid 1 BW) oplevert.
Dexia (art. 1:88/1:89 BW)
Rechtsregel: koop op afbetaling, dus huurkoop, kan betrekking hebben op zowel vermogensrechten als op stoffelijke voorwerpen.
Schriftelijkheidsvereiste (art. 7:2 BW)
Rechtsregel: een particuliere (ver)koper kan niet door een vonnis worden gedwongen mee te werken omdat hij, volgens de wet, niet tot
zodanige medewerking is verplicht. Om deze reden kan ook geen vordering tot schadevergoeding worden toegewezen.
Onder zeer bijzondere omstandigheden kan dit wel onaanvaardbaar zijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid
Nietigheid en onverschuldigde betaling
Prestaties die op grond van nietige of vernietigde rechtshandelingen zijn verricht, zijn onverschuldigd betaald in de zin van art. 6:203. De
rechtsgrondslag voor deze prestaties bestaat immers niet/niet meer.
Polyproject/Warmond I: de Hoge Raad past art. 6:211 lid 1 BW restrictief toe. Dit artikel geldt alleen bij ernstig onbehoorlijk gedrag (denk aan
een overeenkomst tot mishandeling bijvoorbeeld).
Polyproject/Warmond II: de Hoge Raad stelt de waarde van de onbehoorlijke prestatie (hier het wijzigen van een bestemmingsplan door de
gemeente Warmond) niet automatisch gelijk aan het bedrag wat partijen overeen zijn gekomen, maar hanteert als maatstaf hetgeen de
gemeente wel als tegenprestatie had mogen vragen.
HC 3 – Gevolgen van nietigheid
Omdat vernietiging verstrekkende gevolgen kan hebben, kan dit aan de hand van de redelijkheid en billijkheid worden beperkt. Om toch te
zorgen dat de door de nulliteiten beschermde belangen tot hun recht komen, kan je kiezen voor een tussenoplossing:
1. Opheffing van het nadeel (3:54 en 6:230)
2. Partiële nietigheid (3:41)
3. Beperkingen gevolgen van vernietiging (art. 3:53 lid 2 en 6:278 Bw)
Ook kan men kiezen voor het bereiken van het beoogde resultaat via een andere route:
1. Conversie (3:42).
2. Bevestiging (3:55) door de tot vernietiging bevoegde persoon waarmee de vernietigingsbevoegde afstand doet van haar recht op
vernietiging en daarmee de rechtshandeling onaantastbaar maakt.
3. Bekrachtiging (3:58) waardoor een nietige rechtshandeling alsnog geldig wordt en dus ‘herleeft’. Dit is aan de orde als aan een voor
geldigheid van de rechtshandeling verbonden vereiste alsnog wordt voldaan.
Opheffen nadeel – 3:54
Deze norm is beperkt tot gevallen van misbruik van omstandigheden als bedoeld in 3:44.
- Het voorstel van de wederpartij tot opheffing van nadeel moet tijdig worden gedaan.
- Ook moet het voorstel afdoende zijn: het wijzigingsvoorstel moet leiden tot een situatie die identiek is aan de gevolgen van de
overeenkomst die de vernietigingsbevoegde zou hebben gesloten bij vrij/juiste afweging.
- Opheffing is alleen aan de orde indien aannemelijk is dat de overeenkomst bij vrije/juiste afweging wél tot stand zou zijn gekomen.
- Het geleden nadeel moet wel voor opheffing vatbaar zijn. Om dit nadeel vastte stellen moet een vergelijking worden gemaakt tussen
de feitelijke situatie en de hypothetische situatie waarin niet zou zijn gedwaald/misbruik van omstandigheden gemaakt.
Lid 2: de rechter kan niet ambtshalve de gevolgen van de rechtshandeling wijzigen: hier moet een partij om verzoeken.
Gevolgen van opheffing van nadeel krachtens 3:54 is dat de vernietiging geen doorgang vindt. Opheffing treedt in de plaats van vernietiging.
Partiële nietigheid – 3:41
Indien de nietigheid slechts een deel van de overeenkomst betreft, dan kan je ervoor kiezen alleen dat deel te vernietigen. De overeenkomst
blijft voor het overige deel in stand, tenzij het in onverbrekelijk verband staat met het nietige deel. Als er een onverbrekelijk verband is, blijft
art. 3:41 buiten toepassing. Is dat niet het geval, dan kan art. 3:41 toegepast worden.
Onverbrekelijk verband – soorten uitleg:
- Subjectief: zouden partijen de overeenkomst ook zonder het nietige geding hebben gesloten?
- Objectief: is het restant voor de partijen een zinvolle regeling en is gedeeltelijke instandhouding gerechtvaardigd?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LRRein. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.56. You're not tied to anything after your purchase.