1. Inleiding
Invasieve handelingen
40 l water verdeeld over 3 compartimenten
Bloedplasma (3l)
Weefselvloeistof (12l)
Intracellulair volume (25l) (in de cel)
Gescheiden door semi-permeabel membraan (kleine stoffen en water zijn doorlaatbaar)
2. Zuivere stoffen en mengsels
2.1 Zuivere stoffen
Verzameling identieke deeltjes die in de natuur voorkomen
Kan enkelvoudig= één element
vb. ijzer, koolstof, zuurstofgas, …
Kan samengesteld= 2 of meer elementen
vb. keukenzout, water, suiker (C6H1206), …
Opgebouwd uit meerdere elementen
Gekenmerkt door hun stofconstanten
Vast smeltpunt
Vast kookpunt, constante dichtheid, …
2.2 Mengsels
= bestaat uit twee of meer stoffen (componenten) waarbij de onderlinge verhouding kan variëren
Eigenschappen van iedere stof afzonderlijk blijft bewaard
Heterogene mengsels
= mengsels waarin men minstens één van de componenten kan onderscheiden (diameter >
10-7)
Grove mengsels = vast in vast vb. zeezand
Suspensie = vast in vloeistof vb. bloed
Emulsies = vloeistof in vloeistof vb. vet in darm
Nevel= vloeistof in gas vb. mist, aerosol
Rook = vast in gas vb. schouwrook
Schuim = gas in vloeistof vb. zeepschuim, slagroom
Colloïdale mengsels
= groepjes opgeloste stoffen tussen 10-7 en 10-9 m vb. plasma-eiwitten, melk, …
= overgang tussen homogene en heterogene mengsels
Homogene mengsels (=oplossing)
= bij het mengen van de 2 stoffen kunnen bestandsdelen niet meer van elkaar worden
onderscheiden (diameter < 10-9 m of 1 nano meter)
Oplosmiddel = component die in grootste hoeveelheid aanwezig is
Opgeloste stof = component in kleinere hoeveelheid
Vb. alcoholische dranken, zoutoplossing, spuitwater
1
, 3. Oplosmiddel en opgeloste stof
Opgeloste stof vb. zout (vaste stof)
= het component dat in kleinere hoeveelheid aanwezig is
Oplosmiddel vb. NaCl 0,9%
= de stof die in de grootste hoeveelheid aanwezig is
4. Concentratie
= hoeveelheid opgeloste stof in een bepaalde hoeveelheid oplossing
Hoeveelheid opgeloste stof (m, V of n) / hoeveelheid oplossing (m, V of n)
Eenheden:
g/l
mg/ml
% vb. 1 liter NaCl 0,9%
%0
IE/ml (vooral bloedverdunners + insuline)
…
4.1 Belang van concentratie
Medicatiebereiding en toediening
Maken van verdunningen
Vb. kamillosan
Kleine dosissen medicatie
…
Plasmaspiegel (volgen van concentratieverloop van een medicatie)
CONCENTRATIE
Hemoglobine (lichaamseigen)
o M 18 jaar 14.0 -18.0 g/dl (mmol/l kan ook)
o V 18 jaar 12.0 – 16.0 g/dl
Amicacine (Amukin) (lichaamsvreemd)
o 20-35 mcg/ml
TIJDSTIP van toediening
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarjoleinDeBoeck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.43. You're not tied to anything after your purchase.