100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Geschiedenis Van Het Publiekrecht En De Politiek. (15/20 EERSTE ZIT) $16.18   Add to cart

Summary

Samenvatting Geschiedenis Van Het Publiekrecht En De Politiek. (15/20 EERSTE ZIT)

 134 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Alle leerstof van het vak 'geschiedenis van het publiekrecht en de politiek. Resultaten waren 15/20. Bij vragen over de leerstof mag je me ook altijd contacteren. Bij aankoop stuur ik ook gratis de inhoudstafel met kernwoorden, essentieel vind ik om dit vak te begrijpen.

Preview 4 out of 82  pages

  • December 15, 2021
  • 82
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting geschiedenis
publiekrecht & politiek

H1: inleiding, definitie, doelstellingen & aanpak
§1. Definitie: “geschiedenis van het publiekrecht en van de politiek”
A. Geschiedenis
De problematiek van de juridische organisatie van de samenleving wordt historisch bekeken.
1. Rechtsgeschiedenis = metajuridica
Metajuridische vakgebieden bestuderen het recht in de meest brede zin vanuit een
multidisciplinaire invalshoek: metajurist stapt uit het keurslijf van het rechtswetenschappelijke
paradigma.
Rechtshistoricus: bestudeert interactie tussen recht en macht, politiek, techniek, religie, etc.
➔ Historische Rechtsschule: onder impuls van Carl Friedrich van Savigny: Recht = resultaat
van de evolutie van de volkswil (volksgeist) “recht = geschiedenis”

“Nemo censetur ignorare legem” ➔ niemand wordt geacht het recht niet te kennen ➔ rechtsdwaling
wordt niet aanvaard, je kan je nooit beroepen op het gedacht “ik wist het niet” (want je zou het wel
geweten moeten hebben). = onmogelijk en onmenselijk paradigma ➔ niemand zal ooit in staat zijn om
het recht in heel zijn volledigheid en al zijn details te kennen.
“ius vigilantibus” ➔ het recht is er voor zij die opletten

2. Geschiedenis en recht dienen elkaar
o Toepassing van de norm in de tijd: tempus regit actum
➔ Heuristiek: leer van het zoeken en vinden  Locus regit actum
o Wets (voorbereidende documenten) en rechtshistorische interpretatie
• Wetshistorische benadering: geschiedenis van het tot stand komen van de
wet: RATIO LEGIS. Voorbereinde documenten van de formele wet:
▪ Nieuwe wet: wetsvoorstel (van parlement) of wetsontwerp (van
regering)
▪ Gevolgd door een gedetailleerde uitleg met de redenen dat ze deze wet
willen invoeren (= memorie van toelichting).
▪ Advies van de afdeling wetgeving van de RvS
▪ Verslag van de parlementaire commissie= experten van de partij op
dat vlak
▪ Amendementen
▪ Ontwerp goedgekeurd in één kamer
• Rechtshistorische benadering: hoe is de geschiedenis van het recht
geëvolueerd sinds het ontstaan van de wet? Ook kijken naar rechtspraak,
rechtsleer,...
• Historisch argument constitutionalisme ➔ beroepen op “verworven rechten”
Men heeft historici opdracht gegeven info en bronnen te verzamelen om oude
gewoonten in wetten te gieten.
• Historisch expertise
Vb.: negationismeprocessen: historicus wordt ingezet voor het bewijs van de
feiten

• Recht speelt ten aanzien van de geschiedenis vooral een dienende rol omdat
het voor geschreven bronnen zorgt: niet enkel de formele rechtsbronnen,



1

, maar ook contracten, parochieregisters, boedelbeschrijvingen, ‘gerechtigheid
van keizer Otto III < Dirk Bouts:

Officier had vertrouwen keizer misbruikt door avances te maken op keizerin; echtgenote officier zegt
dat het de keizerin was die avances maakte en stapt naar de keizerlijke rechtbank om onschuldseed uit
te spreken: dmv irrationeel godsbewijs.
➔ Met gloeiend ijzer eed afleggen en na 3 dagen wonde tonen: zuivere wonde = god
toont aan dat man onschuldig is
➔ Dood wordt met dood bestraft: keizerin op de brandstapel

3. Continuïteit
o Evolutie is regel, revolutie uitzondering. Zelfs gewoonterecht dat gebaseerd was op
traditie kent een continuïteit van evolutie, weliswaar vaak latent.
o Materiële continuïteit: eenzelfde probleem wordt in twee verschillende tijdperken op
inhoudelijk dezelfde wijze opgelost, maar aan de hand van andere vormen of termen:
bv van COO naar OCMW
o Formele continuïteit: ‘wettelijke’ aanschijn geeft de indruk dat er niets veranderd is,
terwijl de relaties in het ‘werkelijke’ land wel degelijk gewijzigd zijn: schuttersgilden


4. Historische kennismaking met de faculteit
o Rechtswetenschap als ‘rechtsgeleerdheid’
• “receptie” Bologna 11de eeuw! Corpus iuris civilis ➔ begin studie van het
Romeins recht a.d.h.v. dit boek
• Leuven 1425
• “Rechten”: Romeins en canoniek
o (Rijks)Universiteit GENT
• Organisatie:
▪ 1817 Hollandse periode
! Hippolyte Metdepenningen = orangist, liberaal & vrijzinnig & eerste
afgestudeerde aan de UGent. Wilt niet de eed afleggen t.a.v. koning
Leopold, wel ten aanzien van Wilhelm (Gent is voor Wilhelm want
krijgt veel dingen van hem, zoals de universiteit, de rest van België is
geen fan).
▪ Vanaf Belgische onafhankelijkheid: onderwijs = volledig Franstalig
(volledige 19de eeuw). Men pleit voor vernederlandsing, pas in 1930
biedt UGent als eerst onderwijsinstelling in België Nederlandstalig
onderwijs aan.
▪ 1991: UGent = autonome universiteit; niet van de stad, niet van de
kerk, niet van de staat,…
▪ Plaats = Baudeloklooster – Jezuïetenklooster
▪ Onderwijstaal = Latijn, Frans & Nederlands




2

,B. Politiek
Macht = vermogen om iets te realiseren tegen weerstanden in en met gebruik van feitelijke dwang.
Gezag = gelegitimeerde macht
Regels = publiekrecht = gestolde politiek ➔ resultaat van macht
o Positieve betekenis: ethische spankracht: streven naar rechtvaardigheid en naar
ideale samenleving
o Negatieve betekenis: spel waarin kennis, netwerken,... worden ingezet om zoveel
mogelijk macht te verwerven voor zichzelf of de groep waartoe men behoort.
!Partijpolitiek, politieke benoemingen
Politiek wordt hier begrepen in de meest ruime zin van het begrip, niet in de Belgisch juridische contect
(politieke misdrijven, uitlevering, staking,...)

C. Publiekrecht
1. Definitie
Beheerst verticale relaties (+ relaties tussen overheden onderling), omvat;
o Staatsrecht: instellingen
o Fundamentele rechten ➔ vormt samen met het staatsrecht het grondwettelijk recht
o Straf-, fiscaal, administratief, proces-, volken-,...
Onderscheid kan gemaakt worden a.d.h.v. het doel waarvoor het recht wordt ingezet
Publiekrecht: viseert het openbaar nut, het geheel, de collectiviteit, de res publica
Privaatrecht: geheel van begrippen en normen die alleen maar enkelingen of groepen ten
goede komen
Ook de inzet van machtsmonopolie is een criterium om het onderscheid te maken.
➔ aard van de betrokken partijen is GEEN criterium

2. Ontstaan
o Ius publicum < Poplicus <Populus = volk, maar oorspronkelijk leger ➔ res publica hield
oorpsronkelijk verband met het militaire regime
o Middeleeuwen:
• Isidorus van Sevilla 636: maakt in zijn Etymologiae bij lex onderscheid tussen
de utilitas publica en de privata commoda (= publiek & privaat nut)
• Decretum Gratiani 1140: ‘wet is voor algemeen belang’ ➔ is niet zo in de
praktijk: belang vorst, handelaren
o Vroegmoderne tijd: gebrek aan opdeling is een van de wezenskenmerken van het recht
dat de gezagsverhouding regelt (ook in ME) ➔ PATRIMONIUMGEDACHTE; zowel
• Internationaal: oorlogen zijn familiale kwesties, huwelijken en kinderen op het
dynastieke schaakbord
• Nationaal vb.: eenmaking Nederlanden onder de Bourgondiërs
• Lokaal vb.: testamenten over heerlijkheid
▪ Opvolging Avesnes – Dampierres
Margaretha van Constantinopel was gehuwd met de geestelijk
ingewijde Burchard van Avesnes; later met Willem van Dampierre.
Paus Innocentius III verklaarde het eerste huwelijk nietig omdat
Avesnes geen noodzakelijke dispensatie had. Keizer sprak paus tegen
en liet het beslechten door scheidsrechters: wettiging geldt enkel
in het keizerrijk: Hengouwen = Avesnes, Vlaanderen = Dampierres
▪ Blijde inkomst 1356; de hertogen Johanna en Wenceslas beloven de
patrimoniale rechten te begrenzen; aanleiding = erfeniskwestie: geen
mannelijke erfopvolger en Johanna was in een tweede huwelijk
getrouwd met een vreemde: Brabanders grepen het moment aan om
enkele rechten op de eisen alvorens hen te aanvaarden

Droit public = de formele rechtsbron van de vorstelijke wet, theorievorming start:


3

, •
de
16 eeuw: Philips Wielant, raadgever Keizer Karel V gebruikt term
‘publiekrecht’

de
17 eeuw: Antoon Perez: docent in Leuven: eerste boek over publiekrecht
• 18de eeuw: Leuven: eerste leerstoel



A. Publiekrechtelijke basisbegrippen
Juridische terminologie = strikt, maar toch evoluerend – bv.’monarchie’
Betekenisgeving door formele bronnen
➔ vooral door de wet
➔ ook (geleidelijker) d.m.v. interpretatie door rechtspraak & rechtsleer
Vb.: “gelijkheid” bestaat al sinds 1831 (opgenomen in GW), maar krijgt pas sinds de
oprichting van de Rvs en het GwH een meer verfijnde invulling.
“Legal transplants”: overname/receptie
➔ DIRECT (vreemde “heerser” voert in)
➔ INDIRECT (wij bootsen anderen na)
In elk geval: historisch bepaald
➔ ‘links’ en ‘rechts’, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst,... verschillend
ingevuld per land, regio, stad,... (!hoofddoekendebat)

1. Rechter in ME:
o Officier (vroegere betekenis = ambtenaar) namens vorst die de rechtbank maant of
samenroept (vordert dat een vonnis moet gewezen worden, ziet er op toe dat de
uitspraken worden uitgevoerd) + bestuurlijke & wetgevende taken
o Amman, meier, schout, baljuw
o Voorloper OM ➔ neemt niet deel aan de eigenlijke beraadslaging over het oordeel,
dit wordt gedaan door de schepenen van een heerlijkheid/stad of de leenmannen die
in een leenhof zetelen
➔ van voorzitter naar partij

2. Staat < status rei publicae = breed, onbepaalde vorm, dus ruim inzetbaar, vrij objectief begrip
o Vastliggend territorium
o Bevolking die legitiem gezag aanvaardt
o Eigen rechtssysteem
o Erkenning door de internationale gemeenschap
➔ nu: volkenrechtelijk erkende rechtspersoon, politieke & publiekrechtelijke organisatie

3. Natie < nasci: “geboren worden”, eerder subjectief begrip
o Groep (niet structuur) ➔ wij-gevoel
o Elementen (natie als algemeen begrip = utopie gebouwd op deze elementen)
• Volk (generaties), gezamenlijke afstamming
• Geschiedenis
• Taal
➔ gevoelsgeladen begrip
➔ politieke lading
o Zelfbeschikkingsrecht der volkeren
o Duitsland na WOII; van 2 staten naar 1 natie
➔ juridsich begrip: alle machten gaan uit van een natie (Art. 33 GW)
4. Volk
o Etnologisch begrip: wie behoort er al dan niet toe?
o =/= bevolking




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lorestrynckx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.18. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.18  3x  sold
  • (0)
  Add to cart