100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Toegepaste Psychologie: Diversiteit $11.86   Add to cart

Summary

Samenvatting Toegepaste Psychologie: Diversiteit

 27 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de lessen diversiteit. Bevat de hoofdstukken theoretische beschouwingen, gender, kansarmoede, meertaligheid, personen met een beperking en TOPOI.

Preview 10 out of 75  pages

  • December 15, 2021
  • 75
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
2021
2022
TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE

OPO: DIVERSITEIT


MORGANE DE LAET



1

,HOOFDSTUK 1: INLEIDING
INLEIDING
1. Doelstellingen
- Kennis over diverse samenleving en cultuur
- Theoretische concepten en kaders
- Inzicht in de eigen vooroordelen en diversiteitscompetenties
- Eigen diversiteitscompetenties ontwikkelen
- Kritisch reflecteren op eigen handelen
- Samenwerken in een interculturele setting, gebaseerd op open houding, respect en
empathie
- Opdoen van diversiteitservaring in de praktijk
- Interculturele cases analyseren en gepast interveniëren

2. Studiemateriaal
Er wordt gebruik gemaakt van een verplicht handboek: Reparaz, L. R., Ardjosemito-Jethoe, S. en
Rousseau, E. (2020). Diversiteit in de samenleving. Concepten, voorbeelden uit de praktijk en
methoden voor de diversiteitsbewuste professional.Assen: Koninklijke Van Gorcum. Ook eigen
nota’s en extra lesmateriaal zijn belangrijk.

KADERS
1. Inhoud
Kaders gaan over de theoretische colleges. Hiervan zijn er 9 hoorcolleges en 1 werkcollege.
Hierbij komt theoretische kennis aan bod, het stimuleren van bewustwording en het
ontwikkelen van vaardigheden (TOPOI)

2. Structuur




2

,BELEVING
1. Inhoud
Dit is meer praktijkgericht. Het gaat om workshops in diversiteitsweken. Dit is verplicht. Hierbij is
er een focus van het stimuleren van de bewustwording, een attitudevorming, het ontwikkelen
van vaardigheden, oordeelsvorming en reflectie.

2. Structuur
Hierbij ben je verplicht aanwezig. Het bestaat uit twee delen.

2.1. Een deel diepzeeduiken (4 uur)
Je bent hierbij fysiek aanwezig op de campus. Deze lessen zullen gaan over privilegewalk
en stereotype.

Maandag 8 november 14:00 – 18:00
Vrijdag 12 november 09:00 – 13:00
Maandag 15 november 14:00 – 18:00
Woensdag 17 november 09:00 – 13:00 en 14:00 – 18:00
Vrijdag 19 november 09:00 – 13:00
Maandag 22 november 14:00 – 18:00
Woensdag 24 november 09:00 – 13:00 en 14:00 – 18:00
Vrijdag 26 november 09:00 – 13:00

2.2. Een deel Olympisch zwembad (4 uur)
Hierbij zijn er twee workshops uit het aanbod, dit gebeurt voornamelijk online en zal
doorgaan met externe gastdocenten. Dit zal gaan over thema’s als gezien in het
theoretisch kader.

Maandag 8 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00
Woensdag 10 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00
Vrijdag 12 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00
Maandag 15 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00
Dinsdag 16 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00
Woensdag 17 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00 (2X)
Donderdag 18 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00
Vrijdag 19 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00
Maandag 22 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00
Dinsdag 23 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00
Woensdag 24 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00 (2X)
Donderdag 25 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00
Vrijdag 26 november 09:00 – 13:00 of 14:00 – 18:00

3. Inschrijvingsprocedure
Je kiest 1 moment uit het aanbod van 10 lessen van Diepzeeduiken. Dit gebeurt via Canvas via
“Personen” en dan “Diepzeeduiken”. De deadline hiervoor is 1 oktober om 18:00u. Inschrijven
vanaf 23 september. Voor Olympische zwembad kies je twee workshops. Dit gebeurt via Event
TM. De deadline hiervoor is 22 oktober om 18:00u. Inschrijven vanaf 1 oktober. Er wordt hierbij
ook gevraagd om 17 euro te storten voor vergoeding van de gastsprekers van het online
aanbod. Dit moet gebeuren op volgende rekening VOOR 5 november om 18:00u.

BE70 7350 2962 7525
Melding: WUM TPAB 040 001, DE LAET, MORGANE



3

,EVALUATIE
1. Examen (70%)
Het examen bestaat uit 20 meerkeuzevragen die op 10 punten staan en 1 open vraag dat voor 4
punten meetelt.

2. Portfolio (30%)
Dit is gekoppeld aan de ervaringen die je op hebt gedaan tijdens diversiteit bad. Dit telt mee
voor 6 punten van het totaal. Dit is een individuele opdracht dat bestaat uit 3 onderdelen, met
als doel bewustwording te brengen van intellectuele competenties.
- Wie ben ik?
- Wie ben ik binnen mijn werkveld?
- Opdracht van 6 miljard

Je vindt dit allemaal terug op canvas bij opdrachten “Instructies portfolio diversiteit 2021, 1ste
zit”. Hierbij vind je de opdracht, een studiewijzer en een verbetersleutel. De studiewijzer geeft
hierbij een leidraad. Wees hierin creatief, je mag doen wat je wil. Schriftelijk is het
maximumaantal pagina’s 10.

De deadline hiervoor is 17 december om 16:00u.




4

,HOOFDSTUK 2: THEORETISCHE BESCHOUWING
ALGEMENE THEORIE
1. Cultuur
Cultuur = Cultuur is een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden,
normen, ideeën, attitudes, gedragingen, communicatiemiddelen en de
producten ervan, die van generatie op generatie worden overgeleverd
(van Oudenhoven 2012)

1.1. Visies
1.1.1. Essentialistische visie
Cultuur is als een ding, een ui die je pelt. In het midden heb je de kern, deze
bevat de normen en de waarden van een persoon. Iedereen is geprogrammeerd
door deze cultuur. Het is een outsider perspectief, hoe kijk je als een
buitenstaander naar een cultuur en hoe ervaar je deze? Wanneer je naar een
andere cultuur kijkt, bekijk je dit homogeen, als een grote massa.

1.1.2. Contextualistische visie
Cultuur is je zuurstof. Je merkt pas hoe je beïnvloed bent door je cultuur
wanneer je geen zuurstof meet hebt. Het gat om een insider perspectief, hoe je
de cultuur beïnvloed van binnenuit. Het is dus iets dat ons onbewust omringt,
waarbij je verschillende componenten hebt zonder een vaste kern waarbij je
invloed hebt op elkaar.

1.1.3. Constructivistische visie
Cultuur is een levensvorm/ referentiekader. Het iets wat je hebt en een
omgeving waarin je iets kan veranderen. Het is direct herkenbaar, het is een
bron en tegelijkertijd een begrenzing.

Alle visies hebben we nodig om ons bewust te zijn van verschillen. Vaak wordt cultuur
gezien als de oorzaak van afwijkingen en ander gedrag, maar dit is niet zo. Wie ben jij om
te bepalen dat jouw manier van kijken of doen de norm is? We daarom dus goed opletten
met wanneer we cultuur als oorzaak gebruiken van verschillen, dat we er geen misbruik
van maken en de cultuur als oorzaak van leggen. Cultuur is geen gedachtegoed, het is een
complex geheel van verschillende elementen. Voor ons als psychologisch consulent is het
belangrijk om een transcultureel dialoog te voeren, praat erover. Bespreek deze samen
om zo te zien waar ze overeenkomen en waar niet. Probeer het woord “cultureel” te
vermijden.




5

,2. Sociaal Kapitaal (Bourdieu en Putnam)
Volgens Bourdieu is sociaal kapitaal alle hulpbronnen die je haalt uit netwerken. Wat heb je aan
netwerk en wat kan je er als kapitaal uithalen.

Netwerken = Personen die jouw steun kunnen bieden: medestudenten, kotgenoten,
vriendinnen, ouders, grootouders, familie, buurman…. Het zijn steunfiguren
die als hulpmiddel dienen om je doel te bereiken en je kansen te vergroten.

2.1. Netwerken
Je hebt hierbij formele en informele netwerken die bestaan uit normen en sociaal
vertrouwen. De normen zijn basisvoorwaarden om sociaal kapitaal te kunnen
ontwikkelen. Putman voegt hier eraan toe dat het belangrijk is dat mensen zich goed
voelen, dat er normen zijn, sociaal vertrouwen moet ook aanwezig zijn.

Kenmerken van deze netwerken:
- Ze zijn veranderbaar doorheen de tijd, en van situatie tot situatie.
- Het is voor iedereen van belang
- Wederkerigheidsprincipe

Het draagt bij aan een hogere levenskwaliteit en maatschappijbetrokkenheid. Maar er is
hierbij ook een risico, namelijk het politieke klimaat. Dit drukt op de netwerken en duwt
ze uit elkaar. Bourdieu heeft het over verschillende kapitalen:
- Economisch (SES, financiën, eigendom…)
- Cultureel (opleiding, kennis…)
- Sociaal (hulpbronnen…)
- Symbolisch (statisch, erkenning, waardering…)
- Linguïstisch (taal…)

Je gebruikt deze in de velden, om dingen te begrijpen binnen de kerk, de media, het
onderwijs, de zorg, het milieu, de arbeidsmarkt, de politiek, de industrie…

Habitus = Je goed op je plaats voelen. Dit ontstaat door omgeving, onderwijs,
socialisatie, opvoeding, omgeving…. Wanneer deze omgeving ineens
anders is, dan voelt het niet goed. Het gaat om geschrevenen
ongeschreven regels. Het verandert doorheen de tijd.

Doxa = Algemene overtuigingen die worden aanvaard als vanzelfsprekend.
Dit zijn eigelijk nooit geschreven regels. Bijvoorbeeld bij voetbal,
hierbij heb je regels die geschreven zijn, maar iemand heeft ooit
iemand anders gebeten (wat niet in het regelement staat)

2.2. Pro’s en contra’s van sociaal kapitaal
+ Het geeft toegang tot informatie
+ Invloed van een goed woordje
+ Herkenning van sociaal contact (sociale accreditatie)
+ Erkenning als lid van de maatschappij/groep waardoor je aanspraak hebt om
middelen die beschikbaar zijn in de groep
- In een groep die heel hecht wordt verwacht dat je successen gaat delen (iemand heef
een app ontwikkeld maar de groep verwacht dat ze ook deel krijgen)
- Mensen in armoede hebben vooral overlevingskapitaal en kunnen niet verder
uitbreiden naar een normaal sociaal kapitaal



6

, 2.3. Ontworteling door migratie
Door migratie is er vaak vermindering van sociaal kapitaal, ontworteling noemen we dat.
Je gaat van een bekende plaats naar een plaats waar je nog niet veel vanaf weet. Er zijn
een aantal manieren waarmee je kunt investeren in het opbouwen van het nieuw
kapitaal, deze bespreken we hieronder.

2.3.1. Bonding
Dit is verbroederen met een homogene groep. Een groep die zorgt dat je van
eenzelfde gemeenschap verbindingen maakt. Dit kan binnen familie, religie,
studentenverenigingen… Etnische zelforganisaties noemt men het in Vlaanderen.
Binnen de eigen groep dus.

2.3.2. Bridging
Bruggen bouwen naar andere groepen, over verschillen heen naar andere
gemeenschappen. Bijvoorbeeld: woonzorgcentrum die contact heeft met
kleuterschool, koffieochtend op school waar alle moeders komen…. Het gaat over
gemeenschappen heen.

2.3.3. Linken
Je gaat contacten leggen met mensen die hoger op de sociale ladder liggen.

Belangrijk voor onze rol als psychologisch consulent is dat we aandacht hebben voor de
ontwikkelen of vergroten van sociaal kapitaal van de cliënt om werkloosheid en armoede
te bestrijden.

ONTSTAAN VAN DIVERSE SAMENLEVING
1. Wat is migratie?
Migratie = Het permanent verwisselen van vaste verblijfsplaats van individuele en/of
groepen binnen een groter geografisch gebied dan de geboortestreken
(Jessurun, 2010).

Migratie heeft altijd bestaan. Het wat een soort van overlevingsstrategie. Hieronder bespreken
we verschillende manieren waarop je kan migreren.

1.1. Vrijwillige manier
Je besluit zelf om te verhuizen naar een ander land. Dit kan door huwelijk,
gezinshereniging, door goesting of behoefte aan verandering. Je hebt een keuze om te
vertrekken.

1.2. Semivrijwillige manier
Je verhuist bij gebrek aan toekomstperspectief, je hebt onvrede met de bestaande
situatie. Je hebt een keuze om te vertrekken (klimaatvluchtelingen bijvoorbeeld)

1.3. Onvrijwillige manier
Je wordt gedwongen je land te verlaten, omdat je vreest voor je leven/vrijheid.

Migrant = Verlaat voor beter even, familie, studeren, liefde, werk, en kan altijd veilig
terugkeren. Het is een vorm van vrijwillig migreren.

Vluchteling = Vluchtelingen zijn eerst asielzoeker, ze vluchten voor schrik voor vervolging
politieke overtuiging, geloof, kleur…. Dit is een vorm van onvrijwillige
migranten.


7

,2. Migratie naar België
2.1. Geschiedenis gastarbeiders (migranten)
Voor de eerste Wereldoorlog kwamen de gastarbeiders (migranten) vooral uit de
omliggende landen van België. Tijdens het interbellum (tussen WOI en WOII) waren er
heel veel krijgsgevangenen in België, en veel Italianen en Polen (enkel mannen) die toen
kwamen voor de mijnbouw. De industrie zat toen in de mijnbouw. Na de tweede
wereldoorlog is er een enorme toename van verschillende nationaliteiten doordat er veel
mankracht nodig was voor de heropbouw van het land. Maar halverwege de jaren 50 is er
een gigantisch ramp geweest in een van die mijnen in België. Waardoor de overheid in de
andere landen niemand weer wou sturen.

Gedurende de jaren 60 zaten ze nog steeds met een blijvende economische groei,
waardoor België in 1964 een tewerkstellingsakkoord heeft ondertekend met Marokko en
Turkije, dit met oog op een tijdelijkheidsgedachte. Men wou dus tijdelijke migratie, ze
moesten nadien terug naar hun land, maar België werd er wel steeds rijker en rijker van.
Maar in 1973 kwam er een oliecrisis, met als gevolg dat de Belgische regering de werving
van arbeidsmigranten heeft stopgezet. Dit betekende niet dat mensen teruggingen, want
de mensen bleven. Ze hadden het hier goed, een goede omgeving, werk…. Op dit moment
startte wat we “volgmigratie” noemen. Dit gebeurde op twee manieren:

1) Gezinshereniging = Je brengt familieleden vanuit je geboorteland over naar het
land waarin je verbleef, België in dit geval.

2) Gezinsvorming = Mensen die hier effectief waren, gaan dochters trouwen met
gezinnen die zich herenigde, of die zoeken naar een partner
in het buitenland.

Vanaf dit moment worden migranten etnische minderheden. Dit komt doordat ze
letterlijk wortels beginnen te maken: ze kopen gronden, huizen, trouwen, werken…. Maar
de Belgische overheid ging er nog steeds vanuit dat ze ooit terug weg zouden gaan.

2.2. Dekoloniseren van Belgisch Congo
In vergelijken met alle andere grote koloniserende landen, kwamen er Belgen terug uit
Congo die er missies deden. Er was een beperkte groep van Congolezen, Rwandezen,
Burundezen… naar hier. Dit was niet gelinkt aan arbeid, ze kwamen terug omdat de
situatie niet veilig was.

2.3. Eind jaren 80 – eind jaren 90
Eind jaren 80 krijgen we te maken met de Berlijnse muur, en zorgde voor een einde van
West en Oost-Berlijn. Dit was een heel symbolisch moment. Na de val was er een grote
verplaatsing van mensen uit het Oosten naar het Westen, omdat het daar economisch
beter was.




8

,2.4. Globalisering
1992 was het begin van de Europese Unie en het Verdrag van Schengen. Er was sprake
van een vrije interne Europese markt waardoor er een toename was aan Europese
migranten. Dit met als gevolg dat Joegoslavië uiteenvalt in vele kleinere landen. Toen
kwam 2001, 9/11. Op dit moment kwam een hele grote kanteling, de vijand was niet meer
het communisme (zoals met de wereldoorlogen), maar de moslims.

Globalisering heeft ook een effect op de migratie. Er gebeurt veel met de mensen die
migreren. Doordat je vrij mocht gaan migreren, werd het vanzelfsprekend. Doorheen de
jaren is de interconnectiviteit ook enorm groot geworden. Er ook sprake van een continu
contact met de landen van herkomst en we zien meerdere nationaliteiten in personen
(transnationaliteit). Transmigratie komt hierbij ook aan de pas. Migratie kan zijn dat je
over verschillende landen heen migreert.

2.5. 21ste eeuw
We zien hierbij nieuwe ontwikkelingen. Tot welke generatie roots je nu in migratie? Is dit
grootouders? Overgrootouders? In België zegt men dat als je overgrootouders niet in
België zijn geboren, je nog steeds roots hebt uit migratie. Wie zijn de nieuwe
gastarbeiders? De mensen uit Oost-Europe voor de jobs die wij niet meer willen doen:
loodgieters, schilders, kuisvrouwen…. Maar er wordt meer ingezet op inburgering. In 2008
was er een financiële crisis. Er zijn heel veel hoogopgeleiden gaan migreren toen, vooral
mensen uit het Zuiden van Europa die naar hier kwamen, en die veel sociaal kapitaal
hadden natuurlijk.

Dan kwam er een migratie-crisis in 2015. Er kwamen veranderingen in beleid. Dus we
kunnen concluderen das migratie veel complexer en diverser werd en dat er meer
patronen waren (Erasmus). Als we kijken naar onze bevolking, dan zien we dat:
- 11% geen Belgisch paspoort heeft
- 19% van heel België heeft een migratieachtergrond
- In Antwerpen alleen al zijn er 177 verschillende nationaliteiten

We leven intussen in majority-monority city’s. Dit betekent er in grote steden zoals
Antwerpen en Leuven bijvoorbeeld, dat er geen meerderheid meer is, niet van de Belgen
en niet van mensen met een andere achtergrond.

We zien hierbij een verschil tussen vreemdeling en immigrant:

Immigrant = Mensen die letterlijk de migratiebeweging hebben
meegemaakt, ze zijn geboren in land A en verhuist naar land
B.

Vreemdelingen = Wanneer je ouders verhuizen naar een vreemd land maar jij
zelf niet. Je bent ook een vreemdeling als je ouders binnen de
EU verhuizen.

Wanneer ben je dan echt Belg? Wat moet je hiervoor doen?




9

, WAT GEBEURT ER IN DE SAMENLEVING HIER?
1. Emancipatiebewegingen
Dit gaat om een strijd om los te komen van vroegere beperkingen en het verkrijgen van
vergelijkbare rechten.

1.1. Feminisme
De laatste 120 jaar zijn er heel wat veranderingen geweest, vooral het feminisme heeft
een aantal golven gehad. Vrouwen hadden vroeger niet dezelfde rechten als mannen.
Mannen waren de baas en vrouwen hadden niet te zeggen. De samenleving was toen
paternalistisch georganiseerd. Men bespreekt hieronder 4 golven.

1.1.1. Golf 1: Vrouwenkiesrecht en arbeidspositie in de UK (1850 – 1900)
Deze eerste golf ging vooral over het vrouwenkiesrecht. Ze steden in Engeland
vooral naar hetzelfde werk.

1.1.2. Golf 2: Arbeids- en rechtsposities (1965 – 1980)
Het ging hier om de arbeidsposities en de rechtsposities van de vrouwen, maar
ook over seksualiteit, seksuele vrijheid. Vaders en moeders kregen hier ook
gelijken rechten over de kinderen.

1.1.3. Golf 3: Diversiteit binnen feminisme, discriminatie… (1990 – 2011)
De eerste en tweede golf ging niet over “kleur”. In deze 3de golf begon er aandacht
te onstaan voor mensen met kleur en discriminatie. Mannen en vrouwen waren
gelijk in de grondwet.

1.1.4. Golf 4: Interseksualiteit (2012 – 2013)
Hoe beïnvloeden vormen van onderdrukken elkaar en hoe kunnen we deze
bevechten? In dit deel kwam de #MeToo sterk naar voor.

1.2. LHBTQ+ beweging
Dit startte ongeveer tijdens de 2de golf van het feminisme. Deze beweging vecht voor
gelijke rechten voor mensen met een andere seksuele identiteit. Men wil gelijkheid. Ook
anders seksueel gedrag werd dus vroeger geklasseerd als stoornis.




10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller morganedelaet1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.86  3x  sold
  • (0)
  Add to cart