Strafrechtelijk Ingrijpen Juridisch En Pedagogisch Perspectief
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Een handige en leerzame samenvatting van alle voorgeschreven (losse) artikelen. Deze samenvatting heb ik geschreven voor het vak Strafrechtelijk ingrijpen vanuit juridisch en pedagogisch perspectief dat wordt gegeven in jaar 2 van de minor Gezin, recht en forensische gedragswetenschappen aan de VU....
Minor Gezin, Recht En Forensische Gedragswetenschappen
Strafrechtelijk Ingrijpen Juridisch En Pedagogisch Perspectief
All documents for this subject (1)
1
review
By: marloesvanwees1 • 2 year ago
Seller
Follow
rue2015
Reviews received
Content preview
VU Rechtsgeleerdheid (Minor)
Samenvatting Strafrechtelijk ingrijpen vanuit juridisch en pedagogisch perspectief
Week 1
Monitor jeugdcriminaliteit 2020- Ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit in de eerste twee decennia van
deze eeuw - van der Laan, Beerthuizen & Boot
Gegevens over verdachten en strafrechtelijke daders bieden inzicht in de jaarlijkse ontwikkelingen onder de
totale groep jeugdigen die met politie en justitie in aanraking komt. Overwegend betreft dit de meer ernstige
en minder frequent voorkomende feiten. Een aanzienlijk deel van de delicten die jongeren plegen blijft
onbekend voor deze officiële instanties, het zogenoemde dark number.
De centrale vraag in deze Monitor Jeugdcriminaliteit (MJC) is: hoe heeft de jeugdcriminaliteit in Nederland
zich ontwikkeld in de periode 2000 tot 2020/2021 en in het bijzonder de jaren 2015 tot 2020? En welke
verschillen doen zich voor naar type bron, bevolkingsgroepen, type delict, of geografische gebieden (in
Nederland en ten opzichte van omringende landen) en naar type afdoening?
Langetermijnontwikkelingen (2000 tot 2020/2021)
De daling in de jeugdcriminaliteit vanaf de piek in 2007/2008 lijkt vanaf 2018/2019 te stagneren, maar zet in
2020 weer door. Het is te vroeg om te stellen dat de daling in jeugdcriminaliteit continueert, stagneert of
omslaat, mede omdat 2020 vanwege COVID-19-maatregelen een apart jaar is.
Jeugdcriminaliteit is onder alle leeftijdsgroepen in de jaren 2015-2020 lager dan in de periode daarvoor; wel
zijn er verschillen tussen leeftijdsgroepen en bronnen. De afname in geregistreerde criminaliteit is in de periode
2015-2020 het sterkst onder jonge minderjarigen.
Zowel de zelfgerapporteerde als de geregistreerde jeugdcriminaliteit ligt in de periode 2015 tot 2021 voor alle
leeftijdsgroepen op een lager niveau dan in de jaren voor 2015. Bij minderjarigen en jongvolwassenen is in
2019/20 een lichte toename te zien ten opzichte van het jaar ervoor, maar gevolgd door een afname in 2020.
Kortetermijnontwikkelingen (2015 tot 2020)
Vervolgens zijn voor de recente periode 2015 tot 2020 ontwikkelingen in jeugdcriminaliteit onderzocht voor
verschillende bevolkingsgroepen (naar sekse, her- komstgroep, huishoudenssituatie etc.), verschillende regio’s
(buurten, gemeenten en internationaal) en naar verschillende typen delicten.
De jeugdcriminaliteit is in de jaren 2015 tot 2020 onder de meeste onderscheiden bevolkingsgroepen (naar
sekse, migratieachtergrond, huishoudenkenmerken, participeren in school of werk) afgenomen. De dalende
trend is niet binnen alle groepen even sterk. Bij enkele groepen stagneert in 2019 de jaarlijkse afname in
jeugdige verdachten van een misdrijf, maar het niveau ligt nog steeds onder dat van 2015.
De afname in de periode 2015 tot 2020 is onder sommige groepen sterker dan onder andere groepen. Zo
neemt, bijvoorbeeld, onder jongeren met een Marokkaanse en Turkse migratieachtergrond het aandeel
verdachten sterker af dan onder jongeren met een andere migratieachtergrond. Ook neemt het aantal
jongvolwassen verdachten onder alleenstaanden met kind sterker af dan in andere huishoudelijke
samenstellingen. Kortom, in de meeste onderscheiden bevolkingsgroepen is de jeugdcriminaliteit in 2019
afgenomen ten opzichte van 2015. De afname is niet bij iedere groep gelijk. Binnen sommige groepen neemt
de jeugdcriminaliteit sneller af dan onder andere. Bij enkele groepen lijkt de daling in 2019 te stagneren ten
opzichte van 2018, maar is het niveau nog altijd onder dat van 2015.
Het aantal door politie en justitie geregistreerde verdachten daders van jeugdcriminaliteit is in de periode 2015
tot 2020 in vrijwel alle gemeenten afgenomen. Er is variatie in de sterkte van de daling naar gemeentegrootte
en op buurtniveau.
In de G4 is het aantal minderjarige verdachten sterker afgenomen dan in Nederland als geheel. Het aandeel
verdachten onder jongvolwassenen is in alle G25 steden afgenomen. Wel blijkt met name in de G4 in 2019
sprake van een lichte toename in minderjarige en jongvolwassen verdachten ten opzichte van 2018. Op
1
, VU Rechtsgeleerdheid (Minor)
buurtniveau neemt de jeugdcriminaliteit in het algemeen ook af, ook in buurten met een hoge concentratie
jeugdcriminaliteit.
In internationaal perspectief is in Nederland sinds 2015 sprake van een sterkere daling van het aandeel
geregistreerde verdachten onder minderjarigen dan in de omringende landen.
Zelfgerapporteerd daderschap is voor de meeste delictcategorieen in 2020 onder minderjarigen gelijk aan
2015, met uitzondering van lichte vermogensdelicten welke toenemen, en delicten gerapporteerd door
jongvolwassenen welke zijn afgenomen. De afname in geregistreerde jeugdcriminaliteit in de periode 2015 tot
2020 betreft de meeste typen delicten, behalve lichte vermogensdelicten door minderjarigen,
(vuur)wapendelicten bij minderjarige en jongvolwassen verdachten, en minder- jarigen veroordeeld voor
vermogensdelicten met geweld en doodslag. Bij deze ernstige feiten is vanaf 2016 een (lichte) stijging zichtbaar
tot in 2019.
Het percentage minderjarigen dat een gewelds-, vernielings-, drugs- of wapendelict rapporteert is in 2020 gelijk
aan dat in 2015. Zelfgerapporteerde vermogensdelicten zijn toegenomen. Onder jongvolwassenen is sprake
van een afname voor alle onderscheiden zelfgerapporteerde delicten. De daling in de geregistreerde
criminaliteit in de jaren 2015-2020 geldt voor de meeste onderscheiden delicten, zowel bij minder- jarigen als
jongvolwassen en bij verdachten en strafrechtelijke daders. Met andere woorden, voor de meeste typen door
politie en justitie geregistreerde jeugdcriminaliteit is sprake van een afname. Er zijn enkele uitzonderingen:
vermogensdelicten, drugs- en wapendelicten, en ernstige feiten als doodslag en zware mishandeling door
minderjarigen.
Wapenbezit en -gebruik gerapporteerd door jongeren is stabiel over de tijd, terwijl politiecijfers een toename
laten zien in jeugdige verdachten bij wapenincidenten in de jaren 2019 en 2020.
Door jongeren zelfgerapporteerd wapenbezit en -gebruik is over de tijd stabiel. Er blijkt vanaf 2018 een
toename in minderjarige en jongvolwassen mannelijke verdachten van een (vuur)wapendelict. De landelijke
politiegegevens maken een onderscheid naar type wapen niet mogelijk. Met enige voorzichtigheid gesteld lijkt
er vooral een (lichte) toename te zijn in betrokkenheid van jeugdige verdachten bij steekinciden- ten in de
jaren 2017 tot en met half 2020.
De ernst van feiten in zaken van veroordeelde jongvolwassenen is in de periode 2015 tot 2020 stabiel. Onder
minderjarige veroordeelde daders neemt de ernst van de feiten vanaf 2017 iets toe. Dit kan komen vanwege
een relatieve toename van vermogensdelicten met geweld of doodslag, wat zich mogelijk weerspiegelt in de
toename van korte vrijheidsstraffen. Desondanks zijn het aantal veroordelingen voor ernstige
geweldsmisdrijven in jaren 2015 tot 2020 lager dan in de periode daarvoor.
De discrepantie in ontwikkeling in ernst op basis van politiegegevens en justitie- cijfers laat zien dat in de loop
van de jaren de politie en Halt relatief gezien steeds meer lichte feiten afhandelen, en dat rechters meer
ernstige zaken afhandelen.
Het percentage zelfgerapporteerde daders van cyber- en gedigitaliseerde delicten is van 2015 op 2020 dalend.
Het aantal door politie- en justitiegeregistreerde cyberverdachten en/of daders is relatief gering, maar er is wel
een toename over deze periode. De complexiteit van cyberzaken van jeugdige daders lijkt toe te nemen.
Cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit worden gezien als een groeiend en blijvend maatschappelijk probleem.
Cyberdelicten zijn delicten waar ICT middel en doelwit is.
Gedigitaliseerde delicten zijn delicten waar ICT middel maar geen doelwit is, zoals online bedreigen of
online aan- of verkoopfraude.
Op basis van vonnissen lijkt verandering in crimescript van jeugdige daders van cybercriminaliteit: van meer
pure vormen van cybercriminaliteit naar verwevenheid van cyber- en traditionele criminaliteit.
Er is geen merkbare verplaatsing van daderschap naar de digitale wereld. Wel biedt de digitale wereld een
extra gelegenheidsstructuur voor dader- en slachtofferschap onder jongeren. Slachtofferschap van hacken
onder minderjarigen neemt toe.
2
, VU Rechtsgeleerdheid (Minor)
Dit is te zien in de verschijningsvormen van cybercriminaliteit onder jeugdige verdachten, en ook in de eerder
besproken verwevenheid van cyber- en traditionele delicten in vonnissen van cyberdaders.
Ontwikkelingen door en na de strafrechtelijke keten
Een aanzienlijk deel van de delicten gepleegd door jeugdigen speelt zich in het verborgene af en wordt noch
door slachtoffers, politie of justitie gesignaleerd.
Hoewel cyber- en gedigitaliseerde delicten door sommigen het delict van de toekomst worden genoemd, wat
op basis van slachtofferschap en zelf- rapportage van daderschap ook terecht kan zijn, komen daders daarvan
nog maar beperkt met politie (en daarna justitie) in aanraking. Daders zijn of moeilijk op te sporen, mogelijk
niet woonachtig in Nederland, of slachtoffers ervaren vooralsnog niet dat ze slachtoffer zijn, of doen nauwelijks
aangifte.
In de periode 2015 tot 2021 zijn er verschillen in ontwikkelingen naar type afdoeningen. Halt-afdoeningen
wegens een misdrijf nemen van 2016 tot 2020 toe onder 16- tot 18-jarigen. OM-afdoeningen tegen
minderjarigen nemen harder af dan afdoeningen door de rechter. ZM-afdoeningen zijn overwegend stabiel of
dalend over de tijd, met uitzondering van een lichte toename van korte vrijheidsstraffen bij minderjarigen en
enkele maatregelen.
Het percentage minderjarige daders met een jeugdreclasseringstraject op het moment van veroordeling is in
de jaren 2015 tot 2020 relatief stabiel bij boetes en taakstraffen, maar afnemend bij degenen met een
vrijheidsstraf.
In vergelijking met leeftijdsgenoten in de algemene populatie is het percentage verdachten en veroordeelden
dat (op termijn) onderwijs volgt lager en het percentage met een (actief of passief) inkomen hoger.
Politierecidive is onder minderjarige veroordeelden hoger dan onder minderjarige verdachten of onder
jongvolwassen verdachten of veroordeelden. De politierecidive laat een relatief stabiele trend over de tijd zien.
Conclusie
In deze MJC zijn ontwikkelingen in jeugdcriminaliteit (10- tot 23-jarigen) in de periode 2000 tot 2021
beschreven, met de nadruk op ontwikkelingen in de jaren 2015 tot 2020.
Het niveau van de jeugdcriminaliteit ligt in de jaren 2015-2020 lager dan in de vijftien jaren daarvoor, ongeacht
het type bron. Lichtere vormen van jeugdcriminaliteit op basis van zelfrapportage namen tot 2015 af, maar zijn
in 2020 onder minderjarigen op een gelijk niveau gebleven.
Hoewel de sterkte van de daling varieert, is onder de meeste onderscheiden bevolkingsgroepen de criminaliteit
in 2019 en 2020 lager dan in 2015. Dit geldt ook voor de meeste buurten in Nederland en voor de meeste
typen delicten. Nederland staat niet alleen in de daling in de jeugdcriminaliteit: ook in andere landen neemt de
(geregistreerde) jeugdcriminaliteit af. Er zijn echter ook uitzonderingen op deze afname die zich met name in
de meer recente jaren voordoen.
1. Ten eerste zien we in de meest recente periode een mogelijk stagnerende daling in enkele lichtere
vormen van jeugdcriminaliteit die buiten het strafrecht blijven. Het betreft daarbij zelfgerapporteerd
daderschap en verdachten van vooral lichte vermogensfeiten. Ook het aandeel Halt-jeugdigen neemt
van 2016 tot 2020 met name onder 16- tot 18-jarigen toe, hoewel in 2020 er weer sprake is van een
afname.
2. Ten tweede signaleren we in recente jaren een toename in betrokkenheid van jeugdigen bij enkele
ernstige delicten die in het strafrecht worden afgedaan. Er is een toename in het aandeel mannelijke
jeugdige verdachten van (vuur)wapenincidenten in de periode 2017 tot 2021, waarbij het vooral
steekincidenten lijken te betreffen. Ook nam in 2019 het aandeel verdachten van drugsdelicten toe,
gevolgd door een afname in 2020. Ook neemt vanaf 2017 onder minderjarigen het aantal en aandeel
strafrechtelijke daders van ernstig geweld als vermogensdelicten met geweld en doodslag iets toe en
stabiliseert daderschap van zware mishandeling. De toename van korte vrijheidsstraffen bij 16- tot 18-
jarigen kan hier mogelijk een reflectie van zijn. Mogelijk is er een samenhang waarbij dealen in drugs,
wapengebruik en ernstig geweld zich concentreert bij specifieke groepen jongeren, maar vanwege de
aparte registratie van dit type feiten in de systemen is dit niet duidelijk. Hoewel het absoluut gezien
3
, VU Rechtsgeleerdheid (Minor)
om kleine aantallen gaat, betreft het wel ernstige misdrijven en is daarmee een zorgelijke
ontwikkeling.
3. Ten derde laat zelfgerapporteerde cybercriminaliteit door jeugdigen in het algemeen weliswaar een
afname zien, slachtofferschap daarvan onder minderjarigen neemt wel toe. De uitzondering is dat
zelfgerapporteerde cyberdelinquentie door jongens en minderjarigen van Nederlandse achtergrond in
2020 niet verschilt van 2015. Ook neemt het aantal strafrechtelijke daders van cybercriminaliteit toe,
hoewel dat nog steeds een klein aantal betreft. De zaken van deze daders zijn over het algemeen
complexe zaken waarbij steeds meer sprake lijkt te zijn van verwevenheid van cybercriminaliteit met
traditionele criminaliteit. De digitale wereld biedt voor jeugdigen een extra gelegenheidsstructuur om
betrokken te raken bij criminaliteit.
In de afdoeningen van (minderjarige) jeugdcriminaliteit wordt voor de meest recente jaren een beweging
gezien richting buitenstrafrechtelijke afhandeling, maar ook dat meer complexe zaken resteren voor OM en
ZM. Het merendeel van de strafrechtelijke afdoeningen door OM en ZM laten in de periode tot 2020 een daling
zien. De parallel lopende stabilisatie van het aantal Halt-jeugdigen en de sterke afname van het aantal OM-
afdoeningen suggereert een toenemend gebruik van de discretionaire bevoegdheid van de officier om jongeren
naar Halt te verwijzen met de invoering van Halt-plus afdoening. Hierdoor blijft de instroom naar Halt relatief
hoog, terwijl het aantal OM-afdoeningen daalt. Dit laat zien dat buitenstrafrechtelijke afdoeningen steeds
vaker relevant worden geacht voor misdrijven gepleegd door minderjarigen. Het suggereert ook dat de zaken
die dan nog resteren voor OM en ZM met name meer ernstigere of complexere zaken zijn.
Ook zien we dat het percentage minderjarigen dat tijdens de veroordeling van een (on)voorwaardelijke
vrijheidsstraf een jeugdreclasseringstraject heeft, afneemt in de jaren 2015, 2017 en 2019. Daartegenover is
eenzelfde (sterke) afname niet merkbaar voor minderjarigen met een boete of taakstraf.
Verharding van de jeugdcriminaliteit. Het probleem van de potentiële doorgroeiers - Weijers, Ferwerda &
Roks,
Gewetensloosheid - De laatste jaren worden vaak associaties gemaakt met ontwikkelingen in de muziek, onder
verwijzing naar drillrap en agressieve videoclips met veel wapenvertoon.
Dichtbij het fenomeen van verharding op het gebied van de jeugdcriminaliteit ligt het verschijnsel snitchen. Dit
betreft alles wat door jeugdige delinquenten en jeugd in kwetsbare buurten wordt geassocieerd met verraad
van kameraden. Professionals en onderzoekers weten echter heel goed dat dat niet echt een recent
verschijnsel is, maar dat dat al veel langer speelt. Jaren geleden rukte dit verschijnsel al op bij het verhoor door
de politie, de officier van justitie en de rechter. Het afgelopen decennium vormde dit een vast onderdeel van
de straatwijsheid, juist onder de jeugd die veel op straat hangt. Een deel van de jeugdige verdachten beroept
zich routineus op hun zwijgrecht, daartoe vaak geadviseerd door hun advocaat, wiens naam eveneens vaak
vast onderdeel vormt van dezelfde straatkennis en staat vermeld in de contactgegevens van hun iPhone.
Veelzeggend is dat dit vanuit het perspectief van de verdachten ook wel wordt opgevat als zwijgplicht.
Vermoedelijk is het ook met name dit gedrag waardoor sommige professionals merken dat een deel van de
criminele jongeren verhard is in de zin van gewetenlozer, lastig bereikbaar en moeilijk aan te spreken op de
gevolgen van hun wangedrag.
Bij het probleem van de potentiële doorgroeiers zijn er een aantal opvallende uitzonderingen op de scherpe
daling van jeugdcriminaliteit die vanaf 2007 waarneembaar is.
1. Grote steden: de cijfers geven aanleiding om bij de afbakening van de notie van verharding van de
jeugdcriminaliteit rekening te houden met het gegeven dat minderjarige verdachten vooral in de grote
steden wonen, met name in Amsterdam, gevolgd door Utrecht, Rotterdam en Den Haag. Niet
exclusief, maar toch lijkt het probleem van de verharding in deze steden ook het meest manifest.
2. Hardnekkige recidivisten: de groep ernstig delinquente daders, geheel tegen de dominante trend in,
de afgelopen jaren niet in omvang is afgenomen, maar juist constant is gebleven. Wat vooral van
belang lijkt is dat er een klein aantal hardnekkige recidivisten lijkt te bestaan, waar met de bestaande
justitiële reacties weinig greep op wordt gekregen, deels doordat bij uitstek bij deze groep het eerder
vermelde, harde, streetwise gedrag wordt aangetroffen.
3. Geweld: een groep jongeren en jongvolwassenen voor wie, vanuit een achtergrond van beginnend
straatgeweld als los-vaste deelnemer in problematische jeugdgroepen, gewelddadige criminaliteit
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rue2015. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.