100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting dierkunde miv beginselen proefdierkunde; partim proefdierkunde $8.03   Add to cart

Summary

Samenvatting dierkunde miv beginselen proefdierkunde; partim proefdierkunde

 55 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van proefdierkunde

Preview 6 out of 25  pages

  • December 15, 2021
  • 25
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Dierkunde miv beginselen proefdierkunde: deel proefdierkunde


Wat is een proefdier?
Ieder levend, gewervelde doer (inclusief vrij levende en/of zich voortplantende larve vormen)
(uitzondering octopus) dat wordt gebruikt of voorbestemd is voor proefdoeleinde.
Proefdieren worden gekweekt bij een erkende fokker of leverancier. Alle andere dieren zijn geen
proefdieren
Niet menselijke primaten (opperdieren) zijn enkel toegelaten binnen bepaalde
toepassingsgebieden. Uitzonderingen zijn mogelijk op basis van een grondige
wetenschappelijke motivatie


Welke proefdieren?




Vogels, vissen, ratten, muizen en konijnen.

Aantal proefdieren?
Vroeger kon men zoveel dieren gebruiken als men wou, ethische committee heeft het aantal
proefdieren doen afnemen.




1

,Wat is een dierproef?
1) Het aanwenden van een proefdier voor experimentele en andere wetenschappelijke
doeleinde waarbij het dier ongerief kan ondervinden.
2) Iedere handeling die leidt tot onwikkeling van een genetische gemodificeerde lijn.
3) Behoud van een genetische gemodificeerde lijn waarvan het fenotype pijnlijk is of leidt tot
een ongemak

Wat is ongerief
Je spreekt van ongerief niet enkel vanaf de minimale pijndrempel (prikken van een naald), maar
het is meer dan de pijn alleen. Je spreekt van ongerief bij stress, alleen zijn, angst, ziekte en
speciale voeding. Onderzoekers zijn verplicht om het ongerief zoveel mogelijk te beperken. En
er is een schaal met mate van ongerief.

Wat zijn de graden van ongerief?
1) P1: minimaal vb.: prik v/e naald
2) P2: matig vb.: allergie, ziekte zonder pijn opwekken
3) P3: ernstig vb.: hartinfarct, verlamming opwekken
4) P4: terminaal experiment niet bewust meemaken, want het gebeurt volledig onder
narcose, maar erna komt het dier ook niet meer bij bewustzijn

Wat zijn geen dierproeven?
 Een dier observeren in de natuur
 Een dier doden (volgens ´humane´ methode)
 Proeven op dood gewervelde dieren
 Proeven op ongewervelde dieren (uitzonderingen mogelijk, bv octopus (cephalopoden))

Waarom proefdieren?
Algemeen
1) Fundamenteel onderzoek vb: research naar een vrius
2) Toegepast onderzoek: ontwikkeling en controle van geneesmiddelen voor mens en dier
vb: testen van een vaccin
3) Onderwijs vb: practicum, chirurg technieken
Specifieke farmaceutische industrie ( Hoe veilig zijn potentieel nieuwe geneesmiddelen?)
1) Algeme toxiologie
2) Safety pharmacology en farmacokinetiek
3) Opvolgen carcinogeniteit
4) Fertiliteitstesten
5) Opvolgen teratogeniciteit
6) Locale tolerantie
7) Bloed- en urine onderzoek
8) Postmortem analyse




2

,Proedieren in de farma-industrie?
1. Algemene toxicologie
Studies met enkelvoudige dosis (single dosis)
 Bepaling MTD (maximum tolerated dose)
 Minstens 2 toedieningswijze (oraal of injectie)
 Minstens 2 verschillende proefdieren
Studies met meervoudige dosis (repeated dose)
 Subchronische (3-7 dagen, 14 dagen, 1 maand, 3 maanden)
 Chronisch (6, 9, 12 maanden)
Wat wordt opgevolgd ?
 Acute toxiciteit: mortaliteit?
 (sub) chronische toxiteit: moraliteit door accumulatie van een stof?
 Klinische observatie: algemene conditie, gedrag, eten en drinken, ...
 Lichaamsgewicht: 10% afname in gewicht = toxische effect


2. Safety pharmacology en farmacokinetiek
 Zijn er effecten op..?
Het centraal zenuwstelsel
Testen van sensorische functies en reflexen
 Visual placing reflex: het dier ondersteboven zijn hok houden en onmiddelijke reflex om
zijn voorpoten uit te steken testen.
 Eyeblink reflex: een naald in de richtting van het dier zijn oog wijzen en normaal moet
het direct knipperen.
 Pinch reflex: in de voetzool van het dier knijpen en normaal moet het meteen
wegtrekken
 Hinlimb extension reflex: het dier aan zijn staart omhoog houden en normaal moet het
zijn achterste poten helemaal strekken.
Testen van spierkracht
 Meting grijpkracht: het dier wordt bij de staart genomen en er wordt licht aan de staart
getrokken terwijl het dier zich met zijn voorpoten aan het toestel vastklemt en de kracht
tot het dier loslaat wordt gemeten.
 Wire suspension test: het dier moet zich met zijn voorpoten vastgrijpen aan een kabel
en er wordt gemeten hoelang het dier het volhoudt (staart blijven te vasthouden zodat het
beestje zich niet zou bezeren bij het vallen).
Testen van de motorcoordinatie, evenwicht, behendigheid en ataxie
 Treadmill: het dier moet op de draaiende band lopen en zo worden er verschillende
functies gemeten. Wanneer het dier stopt met lopen, komt het op een looprooster terecht
en krijgt het een licht schok.

3

,  Stapanalyse: de voeten van het dier worden gedept in inkt, daarna moet het over een
strook papier lopen. Ze lokken het dier naar de overkant door daar een donker hol te
plaatsen waar het dier zich kan verstoppen.
 Catwalk: een beetje hetzelfde principe als met het papier, maar nu wordt er een
glasplaat gebruikt waarbij iedere stap door de computer wordt geregistreerd.


Testen cognitieve functies (denkproces, geheugen)
Bij deze testen wordt het dier voor inname van het geneesmiddel iets aangeleerd en wordt er
gekeken wat de verandering is na inname.
Het leerproces is gebaseerd op positieve versterking (beloning) en negatieve versterking
(conditioning)
Doolhof (maze)
 Morris water maze (geheugentest): het dier wordt in een grote kuip troebel water
geplaatst waar ergens in de kuip net onder het wateroppervlak een platform is. Het dier
wordt in de kuip geplaatst met rondom hem allemaal referentiepunten en moet zo na een
tijd in een keer naar het platform geraken.
 Elevated plus maze (uitdrukking van angst): het dier wordt in een plustekenplatform
geplaatst waarvan een buis donker hol wordt gemaakt en de andere niet. Er wordt dan
de tijd opgemeten hoelang het dier zich in elke zone bevindt.
 Radial arm maze (geheugentest): het dier wordt centraal geplaatst met aan een
uiteinde telkens opnieuw voedsel. In het begin ruikt het dier het voedsel enkel, maar na
een tijd gaat het dier meteen weten waar het voedsel ligt.
 Barnes maze (geheugentest): het dier wordt centraal op een schijf geplaatst met
daarrond allemaal gaten. In een van die gaten bevindt zich een holletje waar het dier zich
kan verstoppen. Na een paar keer gaat het diertje in een keer naar het holletje lopen.
Skinner box: het dier wordt in een kleine kooi geplaatst waarin zich eeen lampje en
luidspreker bevindt. Het dier wordt via stimulus aangeleerd de hendel in te drukken bij licht of
geluid.
Avoidance learning
 Passief: het dier wordt in een kooi geplaatst dat bestaat uit twee kamers, de ene
verlciht en de andere duister. Het dier heeft de neiging om naar de donkere kamer te
gaan, maar die staat onder stroom. Dus na een of twee keer gaat het dier niet meer
naar de donkere kamer.
 Actief: het dier wordt terug in een kamer geplaatst, maar nu gaat enkel de stroom in
een kamer aan wanneer het lampje van die kamer brandt. Na een tijdje weet het dier
dat het zo snel mogelijk de kamer moet verlaten wanneer het lampje van die kamer
gaat branden.
hart en bloedvaten
De cardiovasculaire problemen zijn de tweede grootste oorzaak v/h terugtrekken van
geneesmiddelen (+/- 20%).


4

,Meten van bloeddruk en hartritme via Tail Cuff
De bloeddruk bij de muis wordt gemeten door een Cuff rond het dier zijn staart te plaatsen zodat
de bloedtoevoer wordt afgekneld en de bloeddruk gemeten kan worden.
+) goedkoop en eenvoudig
-) de methode is gevoelig voor stress, dus moet het dier getraind worden en het geeft geen
continue monitoring
Meten van bloeddruk en hartritme via telemetrie
Er wordt een elektrode ingepland bij het proefdier in de aorta en die gegevens worden
rechtstreeks naar de computer die zich onder de monitor bevindt gestuurd.
+) minder stress voor de dieren en een continue monitoring
-) een chirurgische ingreep is vereist en het is een dure methode
Meting van ECG
De hartritmestoornissen worden gemeten bij een QT-interval. Bij het toedienen van
geneesmiddelen aan het proefdier, kan het interval verlengen en een risico op stoornissen
veroorzaken. Vb.: torsade de pointes (mogelijk fatale arrhythmie)


Ademhaling
Respiratoire parameters worden gemeten via plethysmografie (meting volumeverandering van
organen, ledematen of het volledige lichaam)
 Ademhalingsfrequenties
 Tidal volume (volumeverschil bij uit- en inademen)
 Longcompliantie (mogelijkheid van de tong om te expanderen)
o Lage compliantie: stijve long, hoge elastische recoil
o Hoge compliantie: plooiebare long, lage elastische recoil
 Luchtwegresistentie (weerstand bij uit- en inademen)
Bepaling van de arteriele zuurstofsaturatie (hoeveelheid zuurstof aan hemoglobine gebonden) –
lager dan 95 procent betekent dat er iets mis is.
Niet-invasieve plethysmografie
Deze wijze wordt uitgevoerd bij dieren die bij bewustzijn zijn en spontaan ademen. Het dier krijgt
het geneesmiddel toegediend door ademhaling en volumeverandering van het lichaam van het
dier wordt gemeten.
+) normaal ademhalingspatroon en eenvoudig uit te voeren
-) het geeft stress aan het dier en er is geen complicatie of resistentiemeting mogelijk
Invasieve plethysmografie



5

, Deze wijze wordt uitgevoerd op dieren onder anesthesie, maar ze ademen spontaan. Het dier
wordt geïntubeerd en kan dus mogelijk beademd worden.
+) geen stress voor het dier en een complicatie of resistentiemeting is mogelijk
-) het is geen eenvoudige methode en anesthesie onderdrukt de ademhalingsfrequentie
Spijsvertering
 Analyse en opvolging van de stoelgang
 Meting van gastro-intestinale motiliteit mbv: Beads: kleine pareltjes worden in darmen
geinjecteerd die voedsel nabootsen. Bij de normale gang gaan de parels makkelijk door
dus bij het versnijden van de darmen wordt er naar de positie van de parels gekeken. Als
het eerste segment vrij is van parels spreken we van een goede motiliteit.
 Meting van gastro-intestinale motiliteit met behulp van kleustof: Evans blue: zelfde
principe als bij de Beads maar dan met vloeistof


3. Opvolgen carcinogeniteit (Kankerverwekkend)


 Macroscopische onderzoek
 Postmortem analyse (weefsel bekijken)
 Genetische testen (vaak in vitro): afwijking in het genetisch materiaal opsporen


4. Fertiliteitstesten
Na paring wordt de uterus geisoleerd en de foetus geanalyseerd. Wanneer er geen
zwangerschap plaatsvindt is het diertje onvruchtbaar geworden.
 Fertiliteit mannetje testen: een gedoseerd mannetje met een niet-gedoseerd vrouwtje
laten paren
 Fertiliteit vrouwtje testen: een niet-gedoseerd mannetje met een gedoseerd vrouwtje
laten paren


5. Opvolgen teratogeniciteit
-Invloed ontwikkeling v/d foetus
 Macroscopisch onderzoek (misvormingen bekijken) vb.: spina bifida (open rug), microuria
(korte staart)
 Visceraal (ingewanden) onderzoek: weefsels bekijken
 Skeletonderzoek

6. Farmacokinetiek
Er wordt nagegaan wat er allemaal gebeurt met het geneesmiddel eens het is geinjecteerd.
De toedingsroute en vorm spelen een rol

6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AApharmacist. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.03
  • (0)
  Add to cart