Fysieke ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
Peuter- Fysieke groei De intellectuele ontwikkeling Een antwoord op de vraag ‘Wie ben ik?’
kleutertijd
Het groeiende lichaam Piagets stadium van preoperationeel denken De persoonlijkheidsontwikkeling: conflicten oplossen
- 2 jaar: 11,5 tot 13,5 kilo en 90 cm - Tijd van stabiliteit en grote veranderingen - Belangrijk psychosociaal conflict dat betrekking heeft op
- 6 jaar: 20 kilo en 117 cm - 2-7 jaar de ontwikkeling van eigen initiatief en het ontwikkelen van
Peuters en kleuters groeien gestaag - Preoperationeel stadium= het stadium dat duurt van het een zelfconcept
! Gemiddelden tweede tot het zevende jaar en waarin het gebruik van - Psychosociale ontwikkeling= de veranderingen in hoe we
symbolisch denken groeit, het vermogen om te redeneren aankijken tegen onszelf, tegen de betekenis van het gedrag
Individuele verschillen in lengte en gewicht ontstaat en het gebruik van begrippen toeneemt van anderen en tegen ons eigen gedrag
- Grote individuele processen - Beschikken over weinig operaties= georganiseerde, - ieder mens doorloopt een aantal crisissen of conflicten die
- verschillen tussen jongens en meisjes formele, logische mentale processen moeten worden opgelost, die zijn per leeftijd verschillend.
- Invloed van socio-economische toestand - symbolisch denken groeit - Stadium van autonomie- versus- schaamte-en-versus-
symboolgebruik= het vermogen om een mentaal twijfel= de periode waarin kinderen van tussen 18m tot 3j
Veranderingen in lichaamsvorm en -structuur symbool, een woord of een object te gebruiken om iets wat zelfstandigheid en autonomie ontwikkelen als hun ouders
- Structuur verandert: slanker, armen en benen langer, fysiek niet aanwezig is weert te geven of te vervangen hun verkenningsdrang stimuleren, en schaamte en twijfel
verhouding hoofd - vermogen om te redeneren groeit ervaren als ze beperkt en overmatig beschermd worden
- Inwendig: sterker: botten steviger en meer spieren - gebruik van begrippen groeit - Stadium initiatief- versus-schuldgevoel= periode van het
- Zintuigen ontwikkelen zich verder derde tot het zesde jaar waarin kinderen te maken krijgen
De relatie tussen taal en gedachten met conflicten tussen het verlangen om onafhankelijk van
De groeiende hersenen - symboolgebruik= kern complexere taalgebruik hun ouders te opereren en het schuldgevoel dat voortvloeit
- Hersenen groeien het snelst door toename aantal - taal en denken zijn verbonden uit de onbedoelde consequenties van hun acties
verbindingen en hoeveelheid myeline complexere - symbolisch denken stelt peuters en kleuters in staat acties Positief reageren op onafhankelijkheid: negatieve
communicatie tussen neuronen, uitbreiding cognitieve symbolisch weer te geven, waardoor het denken veel gevoelens weg
vaardigheden en fijne en grove motorische vaardigheden sneller gaat denken over heden en toekomst Negatief reageren op afhankelijkheid: schuldgevoel
bevorderen
Lateralisatie Centratie: wat je ziet, is wat je denkt
- twee hersenhelften worden gedifferentieerder en - centratie= het onvermogen van jonge kinderen om zich op Het zelfbeeld in de peuter- en kleutertijd
gespecialiseerder meer dan één aspect van een stimulus te concentreren. Ze - Zelfbeeld= opvattingen of identiteit die zij van zichzelf als
- lateralisatieproces= waarbij bepaalde functies hun plek richten zich op het oppervlakkige, meest opvallende persoon hebben
eerder in de ene hersenhelft dan in de andere hersenhelft element onnauwkeurigheid van het denken - Optimisme: kleuters overschatten zichzelf ze zijn nog
plaatsvinden Vb: OOOOO of O O O O O : welke lijn heeft de meeste O’s niet begonnen met hun eigen prestaties te vergelijken met
- twee hersenhelften werken voornamelijk samen anderen
Conservatie: leren dat uiterlijke schijn bedriegt - cultureel
- conservatie= inzicht dat kwantiteit niet gerelateerd is aan Individualistisch georiënteerd= nadruk ligt op
de opstelling en de uiterlijke verschijningsvorm van persoonlijke identiteit en op de eigenheid van het individu
objecten Collectivistische oriëntatie= nadruk ligt op onderlinge
kinderen kunnen niet begrijpen dat wanneer je in de ene afhankelijkheid
dimensie iets verandert, dat dat niet noodzakelijk betekend
dat andere dimensies ook veranderd zijn
Vb: OOOOOOOO of OO OO OO OO: blijven altijd 8 O’s Genderidentiteit: het ontstaan van mannelijkheid en
, Het verband tussen groei van de hersenen en cognitieve Onvolledige begrip van transformatie vrouwelijkheid
ontwikkeling - transformatie= het proces waarbij de ene toestand - jongens en meisjes worden verschillend behandeld
- Neurologische spurts cognitieve groeisprongen verandert in de andere negeren tussenstadia - Geslacht= de anatomische geslachtskenmerken
- Meer verbindingen Vb: potlood dat valt, realiseren zich niet dat het niet - Gender= de beleving van mannelijkheid of vrouwelijkheid
- Toename van myeline groeiende cognitieve rechtstreeks valt maar tussenliggende fase doorloopt - gender manifesteert tijdens het spelen
vaardigheden van kleuters - hebben een voorkeur voor hun eigen geslacht
Egocentrisme - opvattingen en verwachtingen hebben invloed op zowel
De ontwikkeling van de zintuigen - egocentrisme= het onvermogen om zich te verplaatsen in hun eigen gedrag als de manier waarop zij met
- Zien: anderen. Ze begrijpen niet dat anderen dingen op een leeftijdgenoten en volwassenen omgaan
Scherper door meer controle van oogbewegingen andere manier zien dan zijzelf
Nog problemen om groepen kleine lettertjes te - twee vormen: Biologische theorieën over genderverschillen
scannen 1. het gebrek aan besef dat anderen dingen vanuit een - Hormonen
perceptuele schematisering= het vermogen om in ander fysiek perspectief zien - Structuur van mannelijke en vrouwelijke hersenen
een tekening die opgebouwd is uit verschillende 2. het onvermogen om zich te realiseren dat anderen - omgevingservaringen
figuurtjes, zowel het geheel als de afzonderlijke gedachten, gevoelens en standpunten hebben die anderen - evolutie
delen te zien zijn dan de eigen gedachten, gevoelens en standpunten
- Horen: ! betekent niet dat een kind doelbewust zelfzuchtig denkt Psychoanalytische theorieën over genderverschillen
gehoor wordt scherper - oedipuscomplex= jongens beginnen ‘seksuele’
Buis van Eustachius= die geluiden van het externe Het ontstaan van intuïtief denken belangstelling te tonen voor hun moeder en zien hun vader
deel van het oor naar het interne deel geleidt - intuïtief denken= vorm van denken waarbij peuters en als rivaal castratieangst
Geluiden isoleren is nog moeilijk kleuters gretig kennis over de wereld verwerven en - identificatie= proces waarbij kinderen proberen gelijk te
primitief redeneren hebben vaak niet kloppende zijn aan de ouder van dezelfde sekse en waarbij ze de
Motorische ontwikkeling verklaringen over wat ze waarnemen attitudes en waarden van deze ouder overnemen
- proberen uit nieuwsgierigheid een antwoord te vinden op - elektracomplex= meisjes voelen zich onbewust seksueel
De grove motoriek allerlei vragen aangetrokken tot hun vader proberen liefde van vader te
- vijfjarigen hebben een betere coördinatie en daardoor - aan het einde van het stadium: krijgen door zo veel mogelijk om de moeder te lijken
kunnen hun motorische activiteiten verder ontwikkelen functionaliteit= acties, gebeurtenissen en resultaten
worden volgens vaste patronen aan elkaar gerelateerd De sociale leertheorie over genderverschillen
Activiteitsniveau identiteit= besef dat bepaalde dingen hetzelfde blijven - door anderen te observeren
- kinderen oefenen heel veel ongeacht veranderingen in vorm, omgang en uiterlijk - positieve bekrachtiging
- In deze periode ligt activiteitsniveau hoog: ze zijn - indirecte manier: “lief meisje” of “grote jongen”
voortdurend in beweging De informatieverwekkingstheorie van cognitieve
- Fysieke behendigheid neemt toe naarmate ze ouder ontwikkeling De cognitieve theorie over genderverschillen
worden - Computerprogramma dat steeds complexer wordt en op - genderidentiteit= de perceptie van het zelf als mannelijk
- individuele verschillen: genen en omgevingsfactoren basis van ervaringen wijzigt of vrouwelijk
- genderschema= cognitief raamwerk waarbinnen
Genderverschillen in grove motorische vaardigheden Het begrip van getallen in de peuter- en kleutertijd genderrelevante informatie wordt geordend
- Jongens zijn over het algemeen sterker dan meisjes - hebben goed inzicht in getallen - genderconstantie= het feit dat mensen permanent
- Activiteitniveau is hoger bij jongens dan bij meisjes - De gemiddelde kleuter kan tellen en doet dat op een mannelijk of vrouwelijk zijn als gevolg van vaste,
- Genderbepalende activiteiten systematische en consistente manier onveranderlijke biologische factoren
- inzicht is niet helemaal stabiel
Vrienden en familie: het sociale leven van peuters en
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lot1snijders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.