100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cardiovasculaire Aandoeningen (hoorcolleges en casuïstiek) $5.60   Add to cart

Summary

Samenvatting Cardiovasculaire Aandoeningen (hoorcolleges en casuïstiek)

 61 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting voor het vak Cardiovasculaire Aandoeningen (FA-BA325, UU) bevat een samenvatting van wat belangrijke achtergrondinformatie, hoorcolleges (hemostase en bloedvetten) en de casuïstiek (arteriële hypertensie; CVA, atherosclerose en DVT; Coronaire doorbloedingsstoornissen; Acuut coro...

[Show more]

Preview 4 out of 65  pages

  • No
  • Delen uit verschillende hoofdstukken
  • December 15, 2021
  • 65
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
KERNBEGRIPPEN

Cardiale cyclus = Cyclus vanaf het begin van de ene hartslag tot het begin van de volgende hartslag
en is opgedeeld in 2 fases: (1) diastole, waarin de hartspieren ontspannen en het hart zich vult met
bloed en (2) systole, waarin het hart samentrekt en het bloed verder wordt rondgepompt.

Mean arterial pressure (MAP) = Gemiddelde arteriële bloeddruk.
-Kenmerken
• Hartminuutvolume (CO) * perifere weerstand (TPR) à Evenredig verband.
-Betekenis
o CO = Hartminuutvolume, hoeveelheid bloed die het hart per minuut wegpompt
(mL/min).
-Afhankelijk van
§ Slagvolume (SV) * hartslag (HR).
-Toelichting
û SV = Slagvolume, hoeveelheid bloed (mL) die per hartslag vanuit het
linker-ventrikel de aorta in wordt gepompt (mL/hartslag).
-Beïnvloed door
³ Beïnvloedt door intrinsieke (vb. [Ca2+] en ATP) en extrinsieke
factoren (vb. volume/ viscositeit van het bloed, elasticiteit van
aderen, etc.)
-Afhankelijk van
³ End diastolic volume (EDV) – End systolic volume (ESV).
-Betekenis
© EDV = De hoeveelheid bloed in het rechter en/of
linker-ventrikel aan het einde van de diastole (dus
wanneer het hart gevuld is met bloed).
© ESV = De hoeveelheid bloed in het rechter en/of
linker-ventrikel na contractie.
³ Contractiliteit.
-Kenmerken
³ ß Afterload à Ý Slagvolume (hart moet minder druk
overwinnen om bloed in aorta te pompen).
³ Ý EDV à Ý Preload à Ý Slagvolume (via Frank-Starling
mechanisme).
-Eigenschappen Frank-Starling mechanisme
© Een intern regelmechanisme in het hart dat ervoor
zorgt dat bij toenemende aanvoer van bloed het hart
krachtig samentrekt.
© Hoe meer spiervezels worden uitgerekt à Grotere
vulling van hart à Sterkere contractie.
û HR = Aantal slagen die het hart maakt per minuut (slagen/min).
-Afhankelijk van
³ Sinoatriale knoop (pacemaker activiteit) welke weer wordt
beïnvloed door de nervus vagus (inhiberend; rust) en
sympathische zenuwen (stimulerend; actie).
³ Catecholamines welke aan b1-receptoren binden.
³ Thyroxine (hyperthyreoïdie à tachycardie).
³ Lichaamstemperatuur (Ý temperatuur à Ý hartslag).
-Kenmerken
§ Ý Hartslag à Ý Hartminuutvolume.
o TPR = Weerstand die het hart ondervindt wanneer hij bloed in het vaatstelsel pompt
(mmHg⋅min⋅mL-1).
-Kenmerken
§ Arteriolen bepalen het grootste deel van de perifere vaatweerstand door hun
geringe diameter en kleine aantallen.

, -Afhankelijk van
8∗h∗#
§ Wet van Poiseuille: à Berekend de vaatresistentie aan de hand van
$ %!
de lengte van een bloedvat, viscositeit en de straal van een bloedvat.
-Betekenis
û h = Viscositeit van het bloed.
û L = Lengte van het bloedvat.
û r = Straal van het bloedvat.
• Ý Hartslag à Ý Hartminuutvolume à Ý Mean arterial pressure (bloeddruk).

Preload = De hoeveelheid sarcomere rek die wordt ervaren door hartspiercellen (cardiomyocyten)
aan het einde van de diastole. Kan niet worden bepaald wanneer het hart nog intact is waardoor hij
geschat wordt aan de hand van EDV.

Afterload = De druk waartegen het hart moet werken om bloed te verwijderen, uit het hart, tijdens
systole en is evenredig met de gemiddelde arteriële druk. Als bloeddruk daalt (vb. vasodilatatie) dan
daalt de afterload.

Inotropie = Duidt de concentratiekracht van een spier aan welke afhangt van beschikbaarheid van
calcium in de cel.

Bloedvaten
-Soorten
• Slagader (arteriën) = Bloedvaten die rechtstreeks van het hart aftakken om een orgaan van
zuurstofrijk bloed te voorzien (behalve de longslagader).
-Functie
o Vervoeren van zuurstof en voedingsstoffen.
• Ader (venen) = Zorgen voor verdere terugvoer van het zuurstofarme bloed (behalve in
longader) vanuit de organen richting hart. Bevatten terugvalkleppen.
-Functie
o Afvoeren van koolstofdioxide en afvalstoffen.
• Haarvaten = Hele dunne bloedvaten. Hier stroomt het bloed heel langzaam waardoor er een
effectieve uitwisseling van voedingsstoffen etc. kan plaatsvinden.
-Functie
o Uitwisseling van stoffen.

, HART, BLOEDVATEN EN DE NIER

Spiercontractie
-Kenmerken
• Basis bestaat uit een interactie tussen actine en myosine.
-Eigenschappen
o ATP dient als energiebron.
o Leidt tot een toename in [Ca2+].
• Verschillende typen spier met hun eigen mechanisme die leidt tot spiercontractie.
-Verschil
o Connectie tussen gebeurtenissen in het membraan en toename in [Ca2+].
o Het mechanisme via waar [Ca2+] zorgt voor spiercontractie.
-Types
o Skeletspieren.
-Kenmerken
§ Bezit een reeks van transversale T-tubuli die zich vanaf het
plasmamembraan in de cel uitstrekken.
-Eigenschappen
û Bezit voltage-gated L-type calciumkanalen
(dihydropyridine receptoren (DHPRs)).
§ Actiepotentiaal is afhankelijk van voltage-gated
natriumkanalen en verspreid zich snel, vanuit de plaats waar
het ontstaat (motor endplate), naar de rest van de fiber.
-Mechanisme
1. Membraandepolarisatie.
2. Activatie van L-type calciumkanaal (L-type CaC; DHPR).
3. Snelle activatie van ryanodine receptor (RyR) waardoor receptor opent.
4. Korte afgifte van Ca2+ vanuit sarcoplasmatisch reticulum (SR) in het
sarcoplasma.
5. Ca2+ bindt vervolgens aan troponine waardoor troponine geen effect kan
hebben.
-Eigenschappen
û Troponine blokkeert normaliter de interactie tussen actine en
myosine.
6. Spiercontractie.
-Eigenschappen
û Korte en snelle contractie.
o Hartspieren.
-Mechanisme
1. Membraandepolarisatie.
-Eigenschappen
û Na snelle depolarisatie ontstaat er een tijdelijk
plateau in het actiepotentiaal.
2. L-type Ca2+-kanalen in T-tubuli openen tijdens plateau.
3. Influx van Ca2+.
4. Het binnengestroomde Ca2+ heeft een effect op de RyRs waardoor deze ook
Ca2+ gaan afgeven uit het sarcoplasmatisch reticulum.
5. Ca2+ bindt vervolgens aan troponine waardoor troponine geen effect kan
hebben.
6. Spiercontractie.
o Gladde spieren.
-Kenmerken
§ Actiepotentiaal is langzamer dan bij skelet- en
hartspieren.
§ Ca2+, nodig voor contractie, kan op verschillende
manieren aangeleverd worden.
-Mechanismes
û Via L-type calciumkanalen (voltage-gated)
of via ligand-gated calciumkanalen.

, -Kenmerken
³ Zorgen voor generatie van actiepotentiaal.
³ Belangrijke route voor binnenstromen van Ca2+.
û Via P2X receptoren.
-Kenmerken
³ Ligand-gated kation kanalen.
³ Worden geactiveerd door ATP afgegeven door autonome
zenuwen à Influx Ca2+.
û Via IP3-geïnduceerde calciumafgifte uit het sarcoplasmatisch
reticulum (SR).
-Kenmerken
³ Ca2+ ligt opgeslagen in het SR.
³ Wordt afgegeven wanneer IP3R wordt geactiveerd.
³ IP3 wordt geproduceerd door activatie van verschillende G-
protein gekoppelde receptoren. Kan vervolgend binden op
IP3R in membraan van SR.
³ SR bezit ook RYRs.
-Eigenschappen
© Ca2+-geïnduceerde afgifte via deze kanalen speelt
mogelijk een rol bij spiercontractie.
© Kunnen ook koppelen aan plasmamembraan
calcium-geactiveerde kaliumkanalen à
Hyperpolarisatie à Verminderen Ca2+-influx.
2+
§ Ca -afgifte en spiercontractie kunnen dus optreden zonder dat er
daadwerkelijk sprake is van depolarisatie.
§ Spiercontractie wordt geactiveerd wanneer de myosine lichte keten wordt
gefosforyleerd à Raakt los van actinefilamenten.
-Eigenschappen
û Gekatalyseerd door myosine lichte keten kinase (MLCK) à
Geactiveerd wanneer hij bindt aan Ca2+-calmoduline.
û Myosine fosfatase defosforyleert de myosineketen à
Spierontspanning.
û Activiteit van beide enzymen wordt gereguleerd door cyclische
nucleotiden (vb. cAMP, cGMP).
-Medicatie
• Calciumantagonisten.
-Werking
o Binden a1-subunit van L-type calciumkanalen à Contractie van spiercellen wordt
geremd à Coronaire en perifere vasodilatatie à ß Bloeddruk.
-Kenmerken kanalen
§ Vooral in hart en in gladde spiercellen van arteriële bloedvaten.
o ß Arteriële bloeddruk à ß Totale perifere weerstand (afterload) à Belasting van hart
/ Zuurstofbehoefte neemt af.
o Coronaire vasodilatatie à Ý Zuurstofaanbod.
-Indeling
o Overige calciumantagonisten – Diltiazem, Verapamil.
-Kenmerken
§ Vooral effect op L-type calciumkanalen in hartspiercellen.
§ Diltiazem werkt sterker vaatverwijdend dan verapamil en heeft geringere
invloed op de AV-geleiding.
§ Verapamil werkt vooral op het hart, met name op de pacemakercellen en de
AV-geleiding. Verder heeft het een vaatverwijdende werking.
-Werking remmen de langzame calciuminstroom
§ Grijpt aan op gladde spieren van de vaatwand à Relaxatie van spierweefsel
à Verwijding van de perifere en coronaire vaten à ß Zuurstofbehoefte.
§ Grijpt aan op hartspiervezels à Werking op sinus- en AV-knoop à
Vertraagde prikkelgeleiding in deze knopen à ß Zuurstofbehoefte.
-Effect
§ ß Bloeddruk.
§ Negatief-inotroop à Lagere contractiekracht van spier.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElisaJaarsma. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.60. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.60
  • (0)
  Add to cart