100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Staats en administratief recht $7.50   Add to cart

Summary

Samenvatting Staats en administratief recht

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Mijn samenvatting is gebaseerd op eigen notities van tijdens de les en het boek zelf.

Preview 4 out of 50  pages

  • December 16, 2021
  • 50
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Staats en administratief recht
Boek: België voor beginners
Deel 4: omgevingsrecht NIET
Hoofdstuk 3 enorm belangrijk!!
Uit wat bestaat het staatsrecht?
Staatsrecht bestaat uit de grondwet, kenmerken van België (onteigening, openbare diensten,
openbaar en privaat domein), bepaalde evoluties zoals de 6 staatshervormingen.
Hoofdstuk 1: De grondwet les 1
 Privaatrecht: deel vh recht dat bepaalt op welke wijze particulieren zich tegenover elkaar
verhouden.
 Publiek recht: hoe functioneert de overheid? Hoe is dat juridisch geregeld?
 Grondwet (1831) is het geheel van fundamentele rechtsregels die:
1. Hoe wordt onze staat bestuurd? Werking en de organisatie van de instellingen bepalen
o Vb. Parlement, regering, RB
2. Wie maakt de wetten? Verhouding bepalen ts de instellingen en de burgers
3. Welke rechten kan de burger laten gelden? Verhouding bepalen ts de instellingen
onderling
=> dualiteit van de grondwet: overheid/staatsmachten geven rechten en vrijheden aan
burgers
Vb. vrije meningsuiting, godsdienst etc
 Wijziging grondwet enkel door middel van naleving(strenge) specifieke procedureregels
=> 2/3de meerderheid van parlementairen + meerderheid in elke taalgroep + Kamers moeten
ontbonden worden + verslag van welke artikelen men wil wijzigen
Actua: uitredende parlementslid had artikelen moeten uitkiezen om te herzien. Nu heb je 2/3 de van
de stemmen nodig. Dus geen wijziging mogelijk.
Kenmerken van de Belgische staat
Wat zijn de kenmerken van ons staatsbestel?

 Scheiding der machten
 Vb. wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
 Monarchie Art. 88GW
o Koning is staatshoofd, beperkte persoonlijke macht. Is onverantwoordelijk en
onbekwaam om alleen te handelen. Zijn ministers moeten mee tekenen.
o Reden: als de koning een bepaald standpunt inneemt dan kan de politieke oppositie
hier tegenin gaan en een interpellatie richten naar Charles Michel die van niks wist.
En wensen dan van hem te vernemen of de eerste minister de tekst heeft
goedgekeurd en het standpunt van de koning volgt + de reden hoe hij daartoe
gekomen is.


Ik schrijf een brief naar de koning, wat gaat daarmee gebeuren?
Secretariaat van de koning ontvangt de brief en gaat de koning inlichten dat er een brief is voor hem.
De brief zal overgemaakt worden aan de bevoegde minister (afhankelijk waar je klacht over gaat)
=> koning leest bijna geen brieven zelf
 Representatieve en parlementaire democratie Art. 61 GW
o Representatieve democratie: via verziekingen van parlementsleden
 Omdat wij verkiezingen hebben, we mogen stemmen



1

, o Parlementaire democratie: regering is niet verkozen, controle door verkozen
parlement
 De regering moet altijd de nodige steun hebben
 Rechtstaat
o We respecteren de rechten van de mens
o Beslissingen worden genomen door meerderheid
o We blijven gehecht aan de normen en waarden die in de grondwet zijn vastgelegd
o Geschillen via de onafhankelijke rechtbank
= staat waarin de rechten van de burger door de wetten worden beschermd tegen de
staatsmacht.
Actua: Wat is het probleem in Polen? De overheid heeft gezegd we gaan van alle rechters boven de
60 vervangen en andere rechters zetten die er nu zijn. Dat kan je natuurlijk niet maken. Het is een
land van de Europese unie.
-> Europese commissie draagt polen voor de rechter wegens schending van rechtstaat.
Ook Hongarije en Spanje kunnen we in vraag stellen. In hoeverre is een RB in Madrid objectief.
Hoe word je minister?
Eerst advocaat worden en dan via examens.
Hoofdstuk 3: belangrijke evoluties
Op welk model is België in 1830 gebaseerd? Franse model. We hadden een zeer centralistische
staat.
Staatsinrichting in Frankrijk “Tout passe pas Paris’’ = als je ergens moest zijn, zal je bijna altijd langs
Parijs moeten passeren.
Bij ons “Tout passe par Bruxelles’’= in Brussel zetelen zo goed als alle Vlaamse diensten, MAAR we
zijn geëvolueerd.
 België heeft 4 taalgebieden Art. 4 GW: vroeger niet het geval, toen werd er veel in het Frans
geregeld.
o Nederlands taalgebied
o Frans taalgebied
o Duits taalgebied
o Tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad (vooral in Brussel een probleem qua talen)
 Vrijheid van taalgebruik voor elke burger
 Overheidsinstellingen, RB, relaties tussen WG en WN en het onderwijs hebben een opgelegd
taalgebruik
 Faciliteitengemeenten: ‘faciliteit’ geldt alleen ten voordele van een persoon en niet van
toepassing op de overheidsinstanties. (EXAMEN)
 Het zijn aantal gemeente die vaak rond te taalgrens liggen. Men heeft in
1963 een oefening gemaakt met waar ligt de taalgrens? Men zei van: maak
van België een tweetalig land. Er waren ook gemeente die werden
toegedeeld aan een bepaalde gemeenschap.
Wat zijn faciliteitsgemeenten? Art. 23 GW
Linkebeek, Drogenbos, Genesius Rode(was vroeger 50% Franstalig en nu volledig franstalig), Ronse.
 Deze gemeente vroegen om faciliteiten.
Wanneer men contact heeft met de overheid en je verstaat dit niet mag, dan
heb je het recht om in je eigen taal te praten. Zoals bijvoorbeeld Frans in
Genesius Rode.
Voor rechters is dit vaak een probleem als iemand een andere taal spreekt, je kan dan Frans praten
als rechter hier ok mee is.



2

,‘’België is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten.’’ Art. 1 GW
Wat doen de Franstaligen? Die hebben een Franse gemeenschap en waals Gewest.
Wat doet België? Die laten gemeenschappen en gewesten samenvallen
 De gemeenschappen (persoonsgebonden) Art. 127 GW
o Vlaams
o Frans
o Duits (Eupen heeft eigen regering voor onderwijs en cultuur en op economisch vlak
gaat het naar het Waalse gewest)
 De gewesten (alles wat met economie te maken heeft)
o Vlaams
o Waals
o Brussels Hoofdstedelijk Gewest (19 gemeenten)
Waarom is Eupen een uitzondering?
Eupen heeft zijn eigen Duitse gemeenschap/regering!
Op fiscaal vlak gaat het naar het Waals Gewest
 De successierechten in Eupen gaan naar het Waalse gewest.
 Verzorgingsstaat: van nachtwakersstaat naar verzorgingsstaat (sociale zekerheid, welvaart,
maatschappelijke integratie)
o Wat is een nachtwakersstaat? Overheid die minimale taken waarneemt, ze let
eigenlijk op de winkel. De overheid doet het minimale. Verkeer regelen, zorgen dat
de openbare orde gevestigd is en de boel niet in het honderd loopt.
 Is de overheid iets te veel verzorgingsstaat en iets te weinig
nachtwakersstaat?
o Wat is een verzorgingsstaat? Sociale zekerheid bij ons is veel beter dan in Spanje of
Amerika, welvaart: kijk maar naar wat wij voor vluchtelingen doen, maatschappelijke
integratie
 Internationale rechtsorde
o EVRM
o EU, met rechtspersoonlijkheid
 Bijna 80% van de regels waaraan we onderworpen worden, is Europese
regelgeving.
Hiërarchie rechtsnormen
1. Grondwet + internationale rechtsbronnen
2. Wetten, decreten en ordonnanties
a. Staan op gelijke voet
3. Uitvoeringsbesluiten
4. Provinciale verordeningen
5. Gemeentelijke verordening
=> lagere overheid moet hogere respecteren
Vb. wanneer verkiezingskandidaat bij u thuis langskomt en zegt dat hij zich wil engageren om u straat
helemaal te hernieuwen, vind je dit fantastisch en je stemt op hem. Hij wordt verkozen maar tegen
dat men gaat beginnen aan die straat zijn we al 4 jaar verder en loopt zijn mandaat ten einde.
Degene die hem gekozen heeft, gaat zich bedrogen voelen.
Wetgevende macht = parlement Art. 36 GW
 Taak koning
o Ondertekent wetten en KB’S
 Kamer, senaat, koning



3

, o Kamer is belangrijkste instelling
o Senaat is hervormd en heeft daardoor niet meer veel bevoegdheden( doel was
reflectiekamer waar wijze mannen de al te onstuimige kamerleden eventueel toch
nog tot nadenken konden dwingen, alles wat in de kamer gestemd werd, moest nog
door de Senaat worden goedgekeurd en de Senaat kon dit eventueel aanpassen en
terugsturen. Is het nog zinvol om daarin te investeren terwijl het toch niet meer
goed functioneert?
o Koning is tak van de wetgevende macht
 Algemeen enkelvoudig stemrecht Art. 61 GW: verplicht en geheime stemming, 18 jaar,
evenredige vertegenwoordiging, kieskringen (5% drempel) = partij binnen de kieskring moet
minstens 5% van de stemmen halen om verkozen te worden.
o Hoe je een kieskring maakt heeft belang
o Kiesdrempel 5%: voldoende stemmen behalen, stemmen minder dan 5% tellen niet
mee.
 Pro: veel minder politieke versnipperingen
 Conta: stemmen gaan verloren, veel politieke partijen beginnen klein en
niemand kent ze, ze hebben dus geen kans om erin te geraken.
 Kamer: 150 leden Art. 63 GW
 Senaat: 50 uit deelstaten + 10 gecoöpteerde Art. 67 GW
Rol van de koning:
 Initiatief recht
o Recht om wetsvoorstel te doen
o De globale regering moeten akkoord mee zijn, dat moet nog eens in de kabinetraad
komen, dat moet nog eens goedgekeurd worden en dan pas kan de regering het
voorstellen in de kamer.
 Regering moet solidair zijn, de eerste minister handelt als hoofd van de
regering. Je moet consequent zijn als minister, je staat achter het initiatief
van de regering.
 Amenderingsrecht
o Het recht om amendementen in te dienen (voorstellen van wijziging)
o Koning kan zeggen: ‘ik steun u, mits er een wijziging komt’ ook burger kan dit.
Kamer van volksvertegenwoordigers Art. 77 GW
 Maakt wetten
 Kamer heeft laatste woord
 Verdragen goedgekeurd
 Uitvoerende macht controleren (vragen stellen aan uitvoerende macht, kan eventueel tot
problemen leiden voor de regering)
 Onderzoekscommissies oprichten -> hebben veel ruimte bevoegdheden (bendecommissie)
(bende van nijvel), tereurcommissie) = wanneer er zich maatschappelijk een probleem stelt
waar men het fijne van wil weten
 Grondwet wijzigen
Controle = taak van de kamer (uitvoerende macht)
 Interpellatierecht
o Om over serieuze problemen te debatteren
o Minister uitnodigen voor debat (te weten komen of de regering gaat ingrijpen of
niet, wat zijn plannen van de minister)
 Motie van wantrouwen Art. 46 GW



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annapavel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.50
  • (0)
  Add to cart