Subjectieve rechten = juridisch bekrachtigde aanspraken en bevoegdheden die een rechtssubject op
bepaalde zaken of jegens bepaalde personen kan uitoefenen om zijn doelstellingen te verwezenlijken
Burgerlijke staat <-> burgerlijke stand
Burgerlijke staat = geheel van rechten en plichten
Burgerlijke stand = administratie op gemeentelijk niveau, rechtszekerheid garanderen van de staat
(duidelijkheid scheppen voor de medemens)
Rechtsfeiten <-> rechtshandelingen
! beiden krijgen rechtsgevolgen maar dit is bij een feit niet het ultieme doel !
Rechtsfeiten = feit waaraan de rechtsregel gevolgen verbindt (niet doelbewust!)
vb. geboorte, overlijden, door het rood licht rijden
Rechtshandelingen = menselijke wilsverklaring waarbij het doel rechtsgevolgen waren
vb. vaderlijke erkenning, huwelijk
Persoon = drager van rechten en plichten
Rechtsgevolgen = gevolgen die het recht koppelt aan feiten die beantwoorden aan de hypothese die
in de norm vervat ligt
2. Centrale elementen in het begrip recht
1
,A) Een geheel van gedragsregelen met bijkomende institutionele voorschriften
- bevel of verbod, van verschillende Voor de formulering (wetgevende macht: parlement),
hintensiteit toepassing (uitvoerende macht) en afdwinging van de
gedragsregels
- toepasbaarheid soms afhankelijk
van de wil van de burger zelf
- dwingende of aanvullende regels
B) Rechtsregelen worden opgelegd door de maatschappij (via wetgevende organen)
C) Het doel van rechtsregelen: de ordening van de maatschappij
Evenwicht tussen de conflicterende belangen van verschillende partijen verzekeren beperkingen
op te leggen aan eenieders vrijheid
De kwaliteit van deze ordening is afhankelijk van 3 parameters:
Rechtszekerheid juridisch-technische vereisten:
- Algemeenheid
- Onderlinge consistentie
- Vastheid
- Voorspelbaarheid (‘Nemo censetur ignorare legem’)
Rechtvaardigheid evolutief, maar met een harde kern van immer te respecteren waarden
Doeltreffendheid middelen aangepast aan de doelstellingen
Wetsevaluatie in het Belgische recht invoeren?
D) Rechtsregelen worden gehandhaafd door of krachtens het maatschappelijk gezag
- Uitvoerende macht: uitvoeringsmaatregelen
werking van de uitvoerende macht is geregeld in het administratief recht
- Rechterlijke macht: sanctionering van overtredingen van de rechtsregel
initiatief tot handhaving is verschillend in privaatrecht (burger zelf) en publiekrecht (OM)
E) Synthese
(Continentaal) recht =
een geheel van gedragsregelen en ermee samenhangende institutionele voorschriften
uitgevaardigd en gehandhaafd door of krachtens het maatschappelijk gezag,
met het oog op een rechtszekere, rechtvaardige en doeltreffende ordening van de maatschappij
Deel II: Basisbegrippen
Hoofdstuk 1: Rechtssubjecten
2
,1. Begrippen
(Juridische) persoonlijkheid = het geheel van rechten en plichten van een rechtssubject
Staat Bekwaamheid
1. Staat van de persoon (Art. 6, §2 BW)
= onderscheid met betrekking tot het bezit en de uitoefening van rechten
Burgerlijke staat ≠ burgerlijke stand (Art. 6, §1 BW)
De verkrijging van elementen van de staat van de persoon is afhankelijk van:
Rechtsfeiten
Materiële rechtshandelingen
Rechterlijke uitspraken
Een wet (in formele zin)
Drie elementen:
- staat in de maatschappij
- staat in de familie
- staat als enkeling
fysieke elementen
psychische elementen
civielrechtelijke elementen tot identificering van de persoon
deze elementen van de staat van persoon zijn vatbaar voor bezit
BEZIT VAN STAAT = impliceert een behandeling van de persoon en de feitelijke gedragingen
tegenover een andere betrokkene
die wijzen in de richting van de uitoefening van de rechten en de naleving van de plichten,
verbonden aan de status in de familie
een schijntoestand die juridisch erkend wordt
Functies (in het afstammingsrecht):
- bewijsmiddel (Art. 324 BW)
- grond van niet-ontvankelijkheid (Art. 318, §1 en 330, §1 BW) absoluut karakter
Enkelvoudig karakter = het bezit van een bepaalde staat sluit dus het bezit van een andere
staat uit
Tweezijdig karakter = je kan tegelijkertijd tegenover meerdere personen het bezit van staat
van kind-afstammeling hebben
2. Bekwaamheid
3
, - Feitelijke bekwaamheid
= feitelijke mogelijkheid die een persoon bezit om een bepaalde daad te stellen
- Rechts- of genotsbekwaamheid
= de bevoegdheid om drager te zijn van rechten en plichten (rechtssubject)
- Handelingsbekwaamheid
= de bevoegdheid om rechten en plichten zelfstandig te kunnen uitvoeren
Rechtssubjecten = ‘persoon’ voor wie de rechtsnorm rechten en plichten met zich meebrengt
Fysieke personen Rechtspersonen
A) Fysieke personen
= elk levend en levensvatbaar geboren mens
! embryo en lijk hebben geen juridische persoonlijkheid en zijn dus geen rechtssubjecten maar
genieten wel rechtsbescherming !
Begin van de juridische persoonlijkheid = de levende en levensvatbare geboorte (NIET: de
verwekking)
Een verwekt kind geniet rechten (maar niet van plichten), op voorwaarde dat het naderhand
levend en levensvatbaar geboren wordt
“ Infans conceptus pro jam nato habetur, quoties de commodis eius agitur”
- Voor geboorte erven (art. 725 BW)
- Schenkingen ontvangen (art. 906 BW)
- Erkend worden (art. 328, §3 BW)
- Recht op schadevergoeding verwerven
Einde van de juridische persoonlijkheid = de dood (feitenkwestie)
! Na de dood kunnen toch bepaalde aspecten van de juridische persoonlijkheid behouden blijven of
gewijzigd worden:
- erkenning van een overleven kind enkel als het afstammelingen heeft nagelaten
- auteursrecht gedurende 70 jaar na de dood
Een vermoeden juris tantum is een weerlegbaar vermoeden, een vermoeden dat geldt tot het bewijs
van het tegendeel -> wettelijk tijdvak van verwekking (Art. 326 BW)
B) Rechtspersonen (niet tastbaar)
Bij een rechtspersoon verwerft het samenwerkingsverband zelf juridische persoonlijkheid
Een (feitelijk) samenwerkingsverband heeft geen juridische persoonlijkheid
(vb: maatschap, feitelijke vereniging)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liezlmens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.