THEORIE BLOK 12 (CVA)
Inhoud
Fysiologie...................................................................................................................................................................2
H6: Het zenuwstelsel.............................................................................................................................................2
H7.7.2 Archiniveau................................................................................................................................................3
H7.7.3 Paleoniveau................................................................................................................................................4
H7.7.4 Neoniveau..................................................................................................................................................5
H7.6 Spasticiteit.....................................................................................................................................................5
H10.5.2 Hersencirculatie.......................................................................................................................................5
Klinische neurologie..................................................................................................................................................7
H8.3 Apraxie..........................................................................................................................................................7
H8.2 Afasie.............................................................................................................................................................7
H8.4 Agnosie..........................................................................................................................................................9
H8.7.1 Korte- en langetermijngeheugenstoornissen............................................................................................9
H8.10 Moeilijk grijpbare klachten.........................................................................................................................9
H9.1.3 Gezichtsveldstoornissen..........................................................................................................................10
Van actie naar contractie (H2.3).............................................................................................................................11
Geriatrie in de fysiotherapie en kinesitherapie......................................................................................................14
H10: CVA..............................................................................................................................................................14
Neurorevalidatie in de eerste lijn (Deel 1)..............................................................................................................15
Neurorevalidatie in de eerste lijn (Deel 2)..............................................................................................................16
KNGF Richtlijn..........................................................................................................................................................18
Diagnostisch proces.............................................................................................................................................19
Therapie...............................................................................................................................................................22
Zorg dragen voor een paretische arm.....................................................................................................................26
1
,FYSIOLOGIE
H6: HET ZENUWSTELSEL
Tractus neurologicus (= zenuwstelsel)
1. Centrale zenuwstelsel (CZS)
a. Hersenen
Cerebrum: grote hersenen
- Cerebrale cortex: hersenschors
(grijze stof) bewustzijn en
intellect
Diencephalon: tussen hersenen
(thalamus en hypothalamus)
Cerebellum: kleine hersenen
coördineren van beweging
Hersenstam: middenhersenen, pons en medulla oblongata controle over
ademhaling- en cardiovasculair systeem, invloed op bijna alles van het CZS
b. Wervelkolom/ruggenmerg: kanalen van zenuwvezels die geleiding van
zenuwimpulsen in twee richtingen mogelijk maken
2. Perifere zenuwstelsel (PZS)
a. Sensorische deel (afferente deel): informeren van het CZS over wat er binnen en
buiten het lichaam gebeurt
b. Motorische deel (efferente deel): zenden van informatie vanuit het CZS naar de
verschillende delen van het lichaam in reactie op de inkomende signalen van het
sensorische deel
Autonome zenuwstelsel: stuurt de onbewuste interne functies in het lichaam
- Sympathisch: “vecht-of-vlucht-systeem” stijging hartfrequentie,
stijging bloeddruk, zweten, versnelde stofwisseling
- Parasympatisch: huishoudelijk systeem van het lichaam spijsvertering,
urinelozing, uitscheiding door klieren
Somatische zenuwstelsel: controleert interacties van buitenaf
Neuron
Drie soorten:
1. Sensorische neuronen: vangen
signalen op van binnen en buiten
het lichaam en dragen die over aan
andere neuronen in de hersenen of
het ruggenmerg
2. Motorische neuronen: geven vanuit
het zenuwstelsel prikkels door aan
spiercel
3. Schakelcellen: verbinding tussen
motorisch en sensorische neuronen
2
, Cellichaam (soma)
- Vanuit het cellichaam verspreiden zich naar alle kanten de uitlopers
dendrieten en het axon
Meerder dendrieten
- Ontvangers van het neuron
- Binnenkomende impulsen komen hier naar binnen
Één axon
- Zender van het neuron
- Geleidt impulsen weg van het cellichaam
- Eindtakjes aan het uiteinde: gevuld met talrijke blaasjes waarin chemische stoffen
zitten neurotransmitters
Myelineschede: omhulsel van myeline die de axonen van motorneuronen beschermen,
ze zorgen voor betere geleiding
Neurotransmitters: worden gebruikt voor de communicatie tussen een neuron en een
ander neuron.
Zenuwimpuls: een elektrische lading is het signaal dat overgaat van het ene neuron naar
het volgende.
Synaps: de plaats van impulsoverdracht van het ene neuron naar een ander neuron
Gliacellen
Ondersteunende functie voor de werking van de neuronen:
Kunnen een isolatielaag vormen rondom zenuwvezels
Zuurstof en voedingsstoffen uit capillairen doorvoeren naar de neuronen
Schadelijke stoffen uit het bloed tegenhouden
H7.7.2 ARCHINIVEAU
Hoofdfuncties: motoriek gericht op handhaving van de lichaamshouding en bescherming
(reflexen die lopen via het ruggenmergniveau = spinale/ruggenmergreflexen en reflexen die
lopen via de hersenstam = hersenstamreflexen)
Reflexen
Myotatische reflex = spierrekkingsreflex gaat uit
van de spierspoel
- Verlenging van een spier wordt tegengewerkt
of ongedaan gemaakt
- Langelus reflex (long-loop reflexes) = de weg
van de tweede en derde golf (deze hebben
een grotere invloed op de sterkte van de
reflexactiviteit)
- Fasische reflexactiviteit = reflex om snelle,
passieve veranderingen van een
gewrichtsstand te compenseren (gebeurt
vooral als een myotatische reflex te traag is)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisvanaalst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.