Samenvatting visie alle filosofen en auteurs metajuridica
83 views 3 purchases
Course
Metajuridica (MET3012)
Institution
Maastricht University (UM)
Dit document bevat een duidelijke samenvatting van de visie van alle filosofen en auteurs die voorbij komen bij het vak metajuridica. De kern is weergegeven aan de hand van voorbeelden en ook zijn oude tentamenvragen verwerkt.
Achtergrondinformatie
Plato was een Grieks filosoof en schrijver. Plato, leerling van Socrates en leraar
van Aristoteles, is een van de invloedrijke denkers in de westerse filosofie en was
de stichter van de Atheense Akademeia, het eerste instituut voor hoger onderwijs
in het Westen. Plato schreef dialogen (= gesprek tussen 2 of meer personen) en
ontwikkelde de ideeënleer.
1
,Ideeënleer – idealisme
Waarover schreef Plato op het gebied van ethiek?
Centraal in Plato's filosofie staat de ideeënleer. Plato zag een onderscheid tussen
de onechtelijke (ideeënwereld) en de echte (wereld die wij zien) werkelijkheid.
Hierbij gaat Plato uit van dualisme, namelijk twee gescheiden werelden (twee-
werelden theorie):
1. De empirische zintuiglijke wereld bestaande uit fenomenen: de dingen in
deze wereld noemt Plato ‘Vormen of voorwerpen’. De vormen/voorwerpen
in deze wereld zijn zintuigelijk waarneembaar en continue aan verandering
onderhavig, dus beweeglijk en tijdelijk. Het waarneembare is slechts een
vage afspiegeling, een schaduw van de bovenzinnelijke wereld. Deze
vormen/voorwerpen zijn afgeleid van de ideeën en bestaan dus alleen
maar omdat de ‘ideeën’ bestaan. Zo zijn vormen, voorwerpen of
eigenschappen afhankelijk van het bestaan van ideeën. Ze ontstaan uit
afbeeldingen.
2. De niet-zichtbare onstoffelijke bovenzinnelijke (boven zintuiglijk) abstracte
wereld bestaande uit ideeën: in deze wereld zijn alle waarneembare
dingen in volmaakte vorm aanwezig. Die volmaakte vorm noemt Plato
‘idee’. Zo bestaat de Idee van het goede en van de rechtvaardigheid. De
ideeën zijn dus volmaakt, maar ook onveranderlijk. Deze ideeën zijn dus
tijdloos en onveranderlijk.
a. Voor wie is deze wereld toegankelijk? De bovenzinnelijke wereld is
alleen toegankelijk voor het denken, voor de ziel. Ooit, voordat de
ziel aan het lichaam gekoppeld werd, maakte ze deel uit van de
ideeënwereld en was ze in staat de ideeën onmiddellijk te
aanschouwen. Daaraan heeft de ziel nu nog herinneringen. Filosofie,
het verwerven van ware kennis, is het proces waarbij die
herinneringen worden teruggehaald. Ieder mens heeft de ware
kennis in zich; het is zaak die naar boven te halen. Dus voor wie?
Voor de filosofen.
b. Waarom is dit dan zo belangrijk voor filosofen? Kennistheorie = in
de Staat zegt Plato dat kennis van de Ideeën voorbehouden is aan
filosofen, en dat we alleen in dit geval van eigenlijke kennis kunnen
spreken. De andere mensen hebben niet meer dan doxa
(mening/opvatting). Dit is gerelateerd aan het feit dat zij niet verder
komen dan hetgeen zintuiglijk waarneembaar is. Plato legt de link
tussen kennis en Idee omdat voor hem echte kennis gepaard moet
gaan met onveranderlijke en onvergankelijke voorwerpen van
kennis. De voorwerpen om ons heen zijn veranderlijk en
vergankelijk, en kunnen daardoor geen voorwerp van kennis zijn.
Filosoferen betekent verkeren in de wereld van de ideeën en daar
de ware kennis opdoen op grond waarvan we ons leven moeten
inrichten. Alleen filosofen kunnen dus verkeren in deze abstracte
wereld en zo dus dingen zien zoals ze daadwerkelijk zijn. Vandaar
ook dat Plato stelt dat de filosofen de staat moeten regeren, zij zijn
immers de enige die de juiste kennis op kunnen doen. Doel van de
politiek is de volmaakte mens in de volmaakte staat. Volmaakt is de
mens als hij zijn mogelijkheden, die voor ieder verschillend zijn,
optimaal verwezenlijkt. Dat kan volgens Plato het best in een
standenstaat, waar ieder een plaats inneemt die het best past bij
zijn vermogens. Aan de top ervan staan de filosofen; er komt pas
een einde aan de ellende van de mensheid als ofwel de filosofen
2
, heersers worden, ofwel de heersers filosofen. Rechtvaardigheid in
een staat: als ieder het zijne doet (dus filosofen regeren, militaire
vechten, boeren bewerken land etc.).
KERN
Volgens Plato ligt de betekenis van een begrip vast in een metafysische wereld,
waarin de zuivere betekenis van ieder begrip kan worden gevonden.
3
, Q. Chengdan Transformation of European States – bijeenkomst 2
Achtergrondinformatie
De periode vanaf omstreeks het jaar 1000 kan men beschouwen als het
uitgangspunt van de ontwikkeling die uiteindelijk heeft geleid tot de. Vorming
van staten in West-Europa. In deze periode vond een breuk plaats met de
Germaanse traditie, zoals die onder meer ten tijde van Merovingen (440-600) en
Karolingen (700-1000) was gepraktiseerd. Vanaf omstreeks het jaar 1000 werd
geleidelijk aan afscheid genomen van het zogeheten feodale of leenstelsel. De
opkomst en ontwikkeling van “moderne staten” in de periode van de 11 e tot en
met de 15e eeuw stond in belangrijke mate in het teken van de ontbinding van de
Res publica Christiana, d.w.z. de westerse Christenheid onder de tweehoofdige
universele leiding van keizer en paus. Er ontstonden nieuwe opvattingen over
staat, overheid en de positie van de onderdanen van een staat, die in de loop der
tijd evolueerden.
Deze samenvatting is een beknopte uiteenzetting van de ontwikkeling van de
middeleeuwse koninkrijken naar moderne staten, waarbij het feodalisme,
absolutisme, aristocratische oligarchie en de moderne staat (‘popular rule’)
betrokken zullen worden, geanalyseerd door Chengdan.
John Roberts stelt dat er twee basisprincipes ten grondslag liggen aan de
politieke structuur van een moderne staat. Enerzijds is dat een in gebieden
verdeeld landoppervlak waarbinnen een onafhankelijke autoriteit gezag uitoefent
over de bevolking, aldus de staatssoevereiniteit. Anderzijds moeten deze
gebieden bewoond worden door mensen met een gemeenschapsgevoel dat de
natie of nationaliteit vormt, aldus de nationale integriteit. Kortom, een politieke
entiteit kan louter aangemerkt worden als een moderne staat wanneer er sprake
is van zowel staatssoevereiniteit als nationale integriteit. Deze basisprincipes van
de moderne staat zullen binnen de volgende fasen geanalyseerd worden.
Fase 1 – feodalisme
Een middeleeuws rijk in Europa bezat nog geen staatssoevereiniteit of nationale
integriteit. Middeleeuws Europa bestond namelijk slechts uit territoria. Het feit
dat alleen gesproken kon worden van territoria had een aantal oorzaken:
Allereerst betekende een ‘rijk’ een geografisch land dat louter verwees
naar een bepaalde regio. Men kon niet spreken van een ‘staat’, waardoor
het begrip staatssoevereiniteit ook niet bestond.
Ten tweede was de oorzaak het feodalisme en daarmee gepaarde
fragmentatie.
Ten derde ontbrak er een rechtstreeks verband tussen het recht om te
regeren (politieke macht) en de nationale identiteit. De machtsverdeling
hing niet af van de nationale identiteit, maar van het verlenen van
leengoed.
Ten vierde was de kerk niet alleen een internationale religieuze
organisatie, maar tevens een internationale machtsstructuur die dus
macht uitoefende over het middeleeuws Europa. De kerk had niet alleen
de kerkelijke macht, maar ook de wereldlijke en rechtelijke macht.
Concluderend, tijdens het feodalisme was de macht verdeeld over enerzijds de
koning/keizer (leenheer) en anderzijds de adel (leenmannen) en de kerk. Er was
dus geen sprake van machtscentralisatie, maar louter van machtsafbraak. Dit
zorgde voor desintegratie, aldus het uiteenvallen van middeleeuws Europa
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudent_maastricht. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.