HET PIRIFORMIS SYNDROOM
a.Definitie
a.1. Bestaat POS echt?
- Blijft controversieel
- +/-30% van de USA experten gelooft niet dat het bestaat
- Over- & ondergediagnosticeerd
a.2. Hoe werd POS vroeger genoemd?
- Peri-arthritis (Yeoman – 1928)
- Freiberg et al. 1934 vs Mixter et al., 1934
- Piriformis syndroom (Robinson – 1947)
- Deep Gluteal syndrome (McCrory & Bell – 1999)
- POS = pelvic outlet syndrome (Hopapyian – 1999)
a.3. Anatomie en functie
a.3.1. M. piriformis
- Oorsprong:
o Ventrolateraal oppervlak van de S2-S4 sacrale wervels
o Gluteaal oppervlak van het ilium
o Sacro-iliacale gewrichtskapsel
- Aanhechting
o Op de fossa piriformis aan het mediale aspect van de trochanter major
- Hoofdfunctie
o <60° flexie: heupflexie, externe rotatie en abductie
o >60° flexie: abductie en interne rotatie
- ‘echte functie’
o De piriformis spier draagt bij aan heupstabilisatie (in gesloten keten)
o Het biedt ook posturale stabiliteit bij staan en lopen
- Stretch:
o In heupextensie: via interne rotatie en adductie
o In heupflexie: via adductie en externe rotatie
a.3.2. Diepe exorotatoren
- Oorsprong:
o M. obturatorius internus
O/ ramus ossis pubis en membranum obturatorius
I/ mediale aspect van de trochantor major
o M. gemellus superior:
O/ spina ischiadica
I/ mediale aspect van de trochantor major
o M. gemellus inferior
O/ tuber ischiadicum
I/ mediale aspect van de trochantor major
o M. quadratus femoris:
O/ tuber ischiadicum
1
, I/ crista intertrochanterica
!! De insertie van de piriformis is vaak gedeeltelijk vermengd met de gemeenschappelijke
pees van de M. obturatorius internus en de Mm. gemelli
!!M. obturatorius internus, gemelli & quadratus femoris delen gemeenschappelijke inserties
met de M. piriformis en kunnen verlies van zijn functie compenseren
a.4. Waarom spreken van ‘POS’?
a.4.1. Ook andere plaatsen van inklemming mogelijk
niet enkel de M. piriformis
- Pecina et al., 1979 op 130 kadavers
o Zenuw die onder de piriformis loopt: 78%
o Zenuw die door de piriformis loopt:: 5%
o Zenuw die door de pees loopt: 17%
- Relevantie?
o In 18 onderzoeken op 6062(!) kadavers was er een afwijkende relatie tussen de
piriformis en de N. ischiadicus die varieerde van 1,5 tot 35%
De prevalentie verschilt niet significant van wat verondersteld wordt in een
normale populatie
Niet zo belangrijk in de pathogenese van het piriformis syndroom als eerst werd
gedacht
- Alle mogelijke plaatsen van inklemming in de bil:
o Piriformis syndroom
o Gemelli-obturatorius internus syndroom
o Aan de oorsprong van de hamstrings
o In de gluteale regio
o Ischiofemoraal impingement (IFI) = tussen trochantor minor en tuber ischiadicum
bij exo wordt tunnel kleiner
o Greater trochantertic-ischial impingement = tussen throchantor major en tuber
ischiadicum bij flexie wordt tunnel kleiner
b. Piriformis syndroom
Kan geclassificeerd worden als een subgroep van POS, maar niet alle POS’s zijn piriformis
syndroom
2
, - Oorzaken:
o Hypertrofie
o Afwijkend verloop van de N. ischiadicus (anatomische variaties)
o Abnormale aanhechting
o Myositis ossificans
o Inklemming van de N. ischiadicus secundair aan fibrose na klassieke open chirurgie
o Trauma of overbelastingsgerelateerde condities (bv. hematoom, focale
irriteerbaarheid, verkorting van de spier)
o Infectie van de spier of lokale invasie van de M. piriformis door
baarmoederhalskanker
o …
- Door een heupflexie, interne rotatie, adductie
beweging wordt de piriformis tegen de N.
ischiadicus geduwd op de rand van het ischium
- Classificatie:
o Primair piriformis syndroom
≠ POS
Alle pathologiën die inherent zijn
aan de piriformis spier zoals
myofasciale pijn, pyomyositis en
myositis ossificans secundair aan
een voorafgaande gebeurtenis
zoals een trauma
o Secundair piriformis syndroom
Alle andere gevallen waarin de symptomen van posterieure bilpijn met of
zonder uitstraling naar het been afhangen van de locatie van de pathologie
in relatie met de structuren grenzend aan de sciatische
inkeping, op voorwaarde dat spinale pathologie uitgesloten
is
- Inspectie N. ischiadicus
o Normale N. ischiadicus met aanwezigheid van bloeddoorstroming
en epineuraal vet
o Abnormale N. ischiadicus met witte schoenveter uiterlijk en geen
epinueuraal vet
c. Gemelli-obturatorius internus syndroom
dynamische compressie veroorzaakt door een uitrekking of veranderde dynamiek van M.
obteratorius internus
- Oorzaak:
o Een schaarachtig effect tussen de superieure gemelli en de M. obteratorius internus
kan de oorzaak zijn van de beknelling
o De pees van de M. obturatorus internus maakt contact met de N. ischiadicus
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kine_charlie_123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.