Week 1 - Administrative justice als beoordelingscriterium
Bronnen
- David H. Roosenbloom, ‘Separation of powers’, Public Administration Review 1983,
Vol. 43(3), pp. 219-227. Vindplaats: http://www.jstor.org/stable/976330
- Woodrow Wilson, The study of public administration, 1886 Vindplaats:
http://teachingamericanhistory.org/library/index.asp?document=465
- A. Tollenaar & J. de Ridder, ‘Administrative justice from a continental perspective’, in:
M. Adler, Administrative Justice in context, 2010. Bron: Nestor
Roosenbloom, Public Administrative Theory and the Separation of Powers, pp. 219-
227
Welke drie perspectieven op overheidsbestuur onderscheidt Roosenbloom?
Wat zijn de dominante waarden bij elk van de perspectieven?
Hoe wordt de burger gezien?
In hoeverre overlappen deze perspectieven en waar verschillen ze?
Hoe kun je deze perspectieven gebruiken om de onvrede ten aanzien van het
overheidsbestuur te begrijpen?
Tentamen vragen
Rationaliteiten Roosenbloom
a. In het artikel van Roosenbloom wordt een onderscheid gemaakt tussen 3
perspectieven op het overheidsbestuur. Wat zijn deze perspectieven?
b. In het artikel kun je een botsing tussen deze perspectieven herkennen. Welke
perspectieven botsen in dit artikel?
Antw
a.
1. Managerial benadering: overheid als bureaucratie. efficiënt en op de regel gericht,
burgers als cases.
2. Politieke benadering: overheid als instrument om politieke wil te bepalen,
responsief, burgers hebben invloed.
3. Juridische benadering: burgers als dragers van rechten en plichten, juridische
waarden als proportionaliteit en rechtsgelijkheid domineren dan de beoordeling van
het bestuur.
b. Je ziet een botsing tussen het juridische perspectief (rechten en plichten, proportionaliteit,
roep om onafhankelijke rechterlijke interventie) en het politieke (staatssecretaris neemt het
besluit omtrent vrijheid; dat geeft ruimte voor politieke overwegingen om langgestraften niet
in vrijheid te stellen).
-------------------
VR: In het artikel van Roosenbloom wordt een onderscheid gemaakt tussen 3 rationaliteiten,
3 perspectieven op het bestuur.
Indien het bestuursorgaan van de wetgever een beleidsvrije bevoegdheid krijgt opgedragen,
dan dient de rechter marginaal, dus terughoudend, te toetsen. Deze marginale toets laat een
botsing tussen twee rationaliteiten zien; welke zijn dat?
Antw
De drie rationaliteiten zijn
1. Manegerial: Bij manegerial draait het om efficiënte, effectieve besluitvorming (als
een bedrijf),
, 2. Politiek: Bij politiek draait om realiseren van politieke wensen
3. Rechtsstaat: Bij rechtsstaat draait het om recht realiseren met aandacht voor
individuele (mensen)rechten.
- Marginale toets betekent dat de rechter erkent dat het aan het politiek gelegitimeerde
orgaan is om een beslissing te nemen. Dat is een botsing tussen politiek en
rechtsstaat. Want laat zien dat de rechter niet volledig (bijvoorbeeld) de
evenredigheid van een beslissing kan/mag toetsen, maar moet accepteren dat dat
aan het bestuur/de politiek is. Zelfde geldt voor bijvoorbeeld gelijke behandeling: de
rechter moet accepteren dat het aan het bestuur is om onderscheid te maken en
mag alleen kijken of dat onderscheid ordentelijk wordt gemotiveerd (marginaal dus).
-------------------
VR: In het artikel van Rosenbloom wordt een drietal benaderingen van het bestuur (public
administration) besproken.
a. Welke van de drie benaderingen past het beste bij de Alderstafel?
b. Wat zijn de dominante waarden in die benadering? En hoe herkent u dat in de
Alderstafel?
Antw
a. De Aalders tafel past bij de politieke benadering; burgers worden niet als een
drager van rechten en plichten gezien, maar als lid van een (pressie)groep.
b. De dominante waarden van de politieke benadering zijn: responsiviteit, participatie
en verantwoording afleggen. Je ziet aan de tafel met name responsiviteit (gedragen
advies) en participatie (het is een middel om participatie te vergroten).
---------------
VR: In het artikel van Rosenbloom wordt een aantal perspectieven op het bestuur
besproken. Roosenbloom stelt dat het om mutually incompatible values gaat.
a. Wat zijn de botsende waarden tussen enerzijds de ‘managerial’ benadering van het
bestuur (bureaucratie/uitvoering) en anderzijds de politieke benadering?
b. Kunt u een voorbeeld geven waarin deze botsing tussen een managerial en een
politieke benadering van het bestuur tot uitdrukking komt?
Antw
a. De dominante waarde in de manegerial benadering zijn effectiviteit, efficiëntie en
soberheid.
De dominante waarden in de politieke benadering zijn representativiteit,
responsiviteit. Bij de politieke benadering hoort het reageren op individuele
klachten/wensen. Dat laatste botst heel sterk met de wens tot efficiënte en effectieve
besluitvorming over te gaan. Ga maar na: elke wens moet serieus genomen worden,
geen mallen/modellen etc.
b. De Mauro casus, of wat daar nu van over is: het kinderpardon is een mooi voorbeeld.
De politiek zit er bovenop, wil steeds een uitzondering, maar er zijn regels en criteria
bedacht om de groep snel te onderscheiden. Het gaat nu met name over wat is
overheidstoezicht (is dat alleen toezicht van het COA of ook van de gemeente); dat is
het criterium en dat leidt dan weer tot ongenoeglijke uitkomsten die breeduit in de
media (en de politiek) worden uitgemeten.
----------------------------
VR: Stelling: ‘Bureaucratie is de beste waarborg dat het bestuur rechtsaanspraken
verwezenlijkt’. Geef een argument voor en een argument tegen deze stelling. Verwijs daarbij
naar het artikel van Roosenbloom.
Antw
, - Roosenbloom heeft 3 perspectieven op bestuur:
1. het bestuur als organisatie (bureaucratie)
2. het bestuur als instrument voor politieke wilsvorming
3. het bestuur als hoeder van het recht
- 2 van deze perspectieven, namelijk die van de bureaucratie en die van het recht
overlappen enigszins. De bureaucratie kent namelijk een streven naar gelijke
behandeling. Niet zozeer omdat dat een normatief ideaal is, maar omdat dat de
uitkomst is van de naar efficiëntie strevende organisatie. Deze organisatievorm kent
interne regels die besluitvorming vereenvoudigen. De gelijke behandeling is dan de
uitkomst. Dat lijkt op de rechtsgelijkheid die in de rechtsstaat wordt nagestreefd:
gelijke gevallen gelijk behandelen en ongelijke gevallen ongelijk.
- Er is echter één verschil: in het perspectief van het bestuur als hoeder van recht
hoort ook dat wordt afgeweken van de (interne) regel indien de omstandigheden dat
dicteren. Dat past niet bij de bureaucratie. Bureaucratie heeft een hekel aan
bijzondere omstandigheden en afwijken van vaste regels.
-------------------------
VR: Roosenbloom onderscheidt 3 perspectieven op overheidsbestuur. Welke van de drie
domineert in de visie van de VVD op het overheidsbestuur?
Antw
- Roosenbloom maakt een onderscheid tussen
1. Overheidsbestuur dat als bureaucratie functioneert (voorzieningen
verstrekken).
2. Overheidsbestuur dat als politieke gemeenschap functioneert (belangen
afwegen).
3. Overheidsbestuur dat opereert binnen juridische kaders (individuele rechten
respecteert).
- Het artikel laat zien dat de VVD de beoordeling van wat juist is van de rechterlijke
macht wil terughalen naar het politieke domein. In zoverre domineert het politieke
perspectief in de visie van de VVD.
--------------------------------------------
VR
a. Roosenbloom onderscheidt 3 rationaliteiten waarmee overheidsoptreden kan
worden begrepen en beoordeeld. Ook stelt hij dat deze rationaliteiten vaak botsen.
In dit nieuwsbericht over de afschaffing van de Wet raadgevend referendum zijn
verschillende botsingen tussen de rationaliteiten te herkennen. Welke rationaliteiten
onderscheidt Roosenbloom, geef van elk van de rationaliteiten twee kenmerken.
b. Beschrijf 2 botsingen tussen steeds 2 rationaliteiten die je in dit nieuwsbericht
herkent.
Antw
a. De overheid als bureaucratische organisatie; het gaat dan om effectiviteit en
efficiëntie, burger wordt gezien als ‘case’ zonder bijzondere kenmerken
De overheid als politieke gemeenschap; het gaat dan om responsiviteit en
inspraak; burger wordt gezien als representant van een belangen(groep).
De overheid als hoeder van het recht; het gaat dan om mensenrechten,
evenredigheid en proportionaliteit; burger wordt gezien als een houder van rechten.
b. Botsing tussen overheid als uitvoeringsbureaucratie en politiek: referendum druist in
tegen de effectiviteit van overheidsbeleid, tegelijkertijd wordt burger wel een stem
, geboden. Botsing tussen juridisch en politiek: er is twijfel over de juridische
argumentatie van de intrekkingswet die politiek gewenst is.
---------------------------------------
VR
In de tekst van Roosenbloom – is aandacht besteed aan de samenloop van de ideeën van
Weber en Wilson over het openbaar bestuur.
a. Welke ideeën hebben Wilson en Weber gemeenschappelijk?
b. Tot welke eisen aan het openbaar bestuur leiden die gezamenlijke ideeën?
Antw
a. Wilson en Weber reageren op een politiek bestuur; dat leidt tot inefficiëntie en
onvoorspelbaarheid. Beiden vinden een bestuur dat gedepolitiseerd is en geleid
wordt door professionals (bureaucratie) een betere bestuursvorm.
b. Een bureaucratie behandelt burgers als cases en is sterk op efficiëntie en regels
gericht.
Woodrow Wilson, The study of public administration
Tentamenvraag
VR: Woodrow Wilson en Max Weber hebben een heel specifieke kijk op het openbaar
bestuur.
a. Hoe zien zij het functioneren van het openbaar bestuur?
b. Wat zijn de dominante waarden?
Antw
a. Moet worden gedaan door professionals, aan de hand van regels en protocollen,
sine ire et studio; voorspelbaar, want dat leidt tot welvaart en minder corruptie.
b. Efficiëntie, effectiviteit en soberheid.
Tollenaar & de Ridder, Administrative justice from a continental perspective
Wat is administrative justice?
Hoe past administrative justice in het domein van het recht?
Ga na in hoeverre de ontwikkeling van de codificatie van het bestuursrecht in Nederland
past bij het ambigue begrip ‘administrative justice’.
Tentamenvraag
VR: Hoe past uw dit perspectief van Roosenbloom op het openbaar bestuur bij de
geschiedenis van het bestuursrecht, zoals beschreven in het artikel van Tollenaar &
De Ridder?
Antw: De geschiedenis van het bestuursrecht laat een ontwikkeling zien van een sterk
politiek bestuur (via administratief beroep, dus beroep bij een hoger bestuursorgaan werd
beoordeeld wat juist was) naar een juridisch bestuur, met een juridische beoordeling door
de rechter. Het VVD voorstel lijkt een terugtred: een beweging de andere kant op omdat het
juridische domein wordt verkleind ten gunste van het politieke.
-----------------------------------
VR: In de tekst van Tollenaar & De Ridder wordt gesteld dat je een schaal van
administrative justice zou kunnen onderscheiden, met aan de ene kant de beperkte
invulling van juridische normen, waarbij het draait om de vraag wat 'judge proof' is en
aan de andere kant een invulling van administrative justice waarin naast de juridische
normen ook aandacht bestaat voor zaken als klantvriendelijkheid, transparantie,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller student5678. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.78. You're not tied to anything after your purchase.