Samenvatting ‘Wat is onderzoek?’
Van: Sirin Dinmohamed
Deel 1
Ontwerpen
Hoofdstuk 1 – waarom doe je onderzoek
Wat is onderzoek?
Onderzoek doen is het analyseren van een probleem of een situatie volgens een bepaald
stappenplan.
Werken volgens een stappenplan is een systematische aanpak.
Waarom doe je onderzoek?
Onderzoek doe je om vragen te beantwoorden of problemen aan te pakken.
Een onderzoek hoeft niet altijd een probleem op te lossen, en een probleem is zeker niet
altijd iets negatiefs. Een onderzoek kan worden ingezet om dingen duidelijk op een rijtje te
zetten, als het een goed overzicht geeft van hoe dingen in elkaar zitten.
‘Goed onderzoek doen’ is niet zozeer dat je de juiste antwoorden kunt geven maar het
betekent dat je de juiste vragen kunt stellen.
Informele observatie: je laat je leiden door je eigen referentiekader om conclusies te
trekken. Je gaat er onbewust van uit dat andere mensen net zo doen als jij. (Dus in het
dagelijks leven, als je niet echt van plan bent een onderzoek uit te voeren)
Systematische observatie: met en vastgesteld stappenplan, zonder van tevoren een uitkomst
in gedachte te hebben.
Uitgangspunten van onderzoek
Praktische aandachtspunten
Eerst maak je een onderzoeksplan; je formuleert een probleemstelling, je kijkt of andere
mensen al eerder onderzoek naar jouw probleem hebben gedaan en wat hun conclusie was.
Je bepaalt de deadline, kijkt naar hoeveel budget nodig is, overlegt met je begeleider, met je
opdrachtgeven en met je medeonderzoekers.
Naast praktische zaken zijn er ook diepgaander uitgangspunten, ook wel methodologie
genoemd. Met deze uitgangspunten kun je onderzoek op verschillende manier omschrijven.
Zo kun je onderscheid maken tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek, tussen
kwalitatief en kwantitatief onderzoek en tussen inductie of deductie.
Fundamenteel of praktijkgericht onderzoek?
Het belangrijkste verschil tussen deze soorten onderzoek is het soort problemen dat je
ermee oplost.
Bij fundamenteel onderzoek beantwoord je meestal vragen om kennis te ontwikkelen.
Kennisvragen dus.
,Bij praktijkgericht onderzoek houd je je meer bezig met het oplossen van praktijkproblemen:
praktijkvragen.
Soms komt het voor dat een kennisvraag die wordt beantwoord een goede oplossing van
een praktijkprobleem vormt. In dat geval is fundamenteel onderzoek ook praktijkgericht.
Kennis- of praktijkvragen?
* Een kennisvraag is een vraag die je met behulp van fundamenteel onderzoek beantwoordt
en die in het onderzoek kennis oplevert.
* Een praktijkvraag is afkomstig uit de dagelijkse praktijk, uit de samenleving. Het antwoord
levert handvatten op waarmee je praktijkproblemen kunt oplossen.
Praktijkgericht onderzoek is daardoor vooral belangrijk voor de maatschappij en
fundamenteel onderzoek is belangrijk voor de wetenschap, voor het onderzoek zelf.
Kwalitatief of kwantitatief?
Bij de kwantitatieve methode gebruik je cijfermatige informatie: gegevens in cijfers over
objecten, organisaties en personen. Als onderzoeker ken je aan deze gegevens een getal toe.
Met dit getal, deze waarde, kun je een objectieve meting uitvoeren.
Bij kwalitatieve methoden voert de onderzoeker onderzoek uit in het veld, in de
werkelijkheid. De onderzoeker onderzoekt de onderzochte personen (de
onderzoekseenheden) in de omgeving als geheel. Dit heet holisme. Je beschouwt een
ervaring dan als onderdeel van de hele belevingswereld van personen, en niet als een
opzichzelfstaand feit. Daarmee is het interpretatief van aard.
* kwalitatief onderzoek: onderzoek met behulp van niet-cijfermatige gegevens.
* kwantitatief onderzoek: onderzoek met behulp van cijfermatige gegevens.
Bij kwalitatief onderzoek ligt de nadruk op de betekenis die de onderzochte vanuit de eigen
achtergrond aan een situatie geeft.
Bij kwalitatief onderzoek verzamelt de onderzoeker vaak veel gegevens van enkele
personen.
Bij kwantitatief onderzoek ligt de nadruk op het meetbaar maken van verschijnselen en op
generalisatie.
Bij kwantitatief onderzoek verzamelt hij/zij weinig gegevens, maar bij een grote groep
personen.
, Kwalitatief Kwantitatief
Nadruk op betekenis/context Ja Nee
Aantal onderzochten Weinig Veel
Gegevens per onderzochte Veel Weinig
Soort gegevens Diepgaand Oppervlakkig
Objectief meetbaar (numeriek) Nee Ja
Statistisch generaliseerbaar Nee Mogelijk
Triangulatie en Mixed Method-benadering
Als je een probleemstelling vanuit meerdere perspectieven wilt bekijken, dan kun je
verschillende methoden om gegevens (data) te verzamelen combineren. Dat noem je
triangulatie (driehoeksmeting). Triangulatie wordt gebruikt om de kwaliteit van onderzoek
(betrouwbaarheid) te vergroten.
Een bijzondere vorm van triangulatie is de Mixed Method-benadering. Daarbij kies je een
combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve dataverzamelingsmethoden om je vraag te
beantwoorden.
* Triangulatie: probleemstelling aanpakken met meerdere onderzoeksmethoden
* Mixed Method-benadering: onderzoek waarbij kwalitatieve en kwantitatieve methoden
worden ingezet.
Inductief of deductief?
Als je inductief onderzoek doet, is er van tevoren geen theorie bekend. Het doel van de
onderzoeker is dan om gaandeweg deze theorie te ontwikkelen.
Onderzoekers die inductieve methoden gebruiken, verrichten vaak kwalitatief onderzoek.
Inductief onderzoek is dus theorievormend. Iteratie (herhaling) is daarbij een leidend
principe, want dit leidt tot een hogere kwaliteit van resultaten.
+ de verwachtingen bij inductief onderzoek zijn niet gebaseerd op een model of theorie. Dat
noem je een exploratieve hypothese.
Bij deductief onderzoek formuleert de onderzoeker verwachtingen aan de hand van
theorieën en modellen. Hij verzamelt en analyseert gegevens om zo na te gaan of deze
theorieën standhouden. Deductief onderzoek is dus theorietoetsend.
Inductie en deductie vullen elkaar dus eigenlijk aan: je ontwikkelt een theorie op een
inductieve manier. Daarna ga je met behulp van deductie na of de theorie waar is.
Regels voor kwaliteit van onderzoek
Er zijn regels (criteria) voor de kwaliteit van onderzoek waaraan iedere onderzoeker zich
houdt.
, Kenmerken van een kritische onderzoeker
Onderzoekers verschillen van niet-onderzoekers op drie punten: houding, kennis en
vaardigheid.
Houding
Een kritische onderzoeker herken je aan zijn of haar houding. Die houding moet
onafhankelijk zijn. Dat wil zeggen dat jouw persoonlijke voorkeuren er niet toe doen. Het zal
niet altijd lukken om deze objectiviteit te bereiken. Daarom is het belangrijk dat je als
onderzoeker streeft naar openheid. Je staat open voor commentaar en legt verantwoording
af over je resultaten. Deze houding is belangrijk bij fundamenteel en wetenschappelijk
onderzoek. Als jouw resultaten door ander onderzoek worden tegengesproken, dan is jouw
onderzoek niet minder van kwaliteit, maar het is weerlegd. Deze wetenschappelijk houding is
van belang, omdat je onderzoeksresultaten hiermee veel sterker komen te staan.
Doe je praktijkonderzoek? Ook dan is een onderzoekende en kritische houding belangrijk.
Kennis
Je kunt een onderzoeksmethode niet toepassen zonder daar eerst over geleerd te hebben.
Kennis van methoden is en blijft een belangrijk onderdeel van het doen van onderzoek.
Behalve kennis van methoden moet je ook kennis hebben over het onderwerp van je
onderzoek.
Vaardigheid
Je krijgt vaardigheid in het doen van onderzoek door er actief mee bezig te zijn.
Kwaliteitscriteria voor uitvoering en interpretatie van onderzoek
Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid van onderzoek is de mate waarin het onderzoek vrij is van toevallige
fouten. Dat zijn afwijkingen in je onderzoek die niet controleerbaar zijn, die door onbekende
factoren worden veroorzaakt. Onderzoek dat een andere onderzoeker op dezelfde manier
opnieuw uitvoert, moet tot vergelijkbare resultaten leiden. Het onderzoek is dus
herhaalbaar. Verder moet er een overeenstemming tussen de onderzoekers zijn over de
resultaten.
Toetsbaarheid van uitspraken
Een doel van onderzoek is resultaten te krijgen over zaken die waarneembaar zijn in de
‘werkelijkheid’. Een onderwerp, vraag of uitspraak moet toetsbaar zijn. Dit betekent dat er
geen uitspraken worden gedaan als ‘engelen bestaan’ of ‘Oranje is de beste’. Dat zijn
uitspraken over zaken die niet waar te nemen zijn, die niet te controleren zijn door ze te
toetsen. Ze zijn speculatief (niet op feiten gebaseerd) en subjectief (jouw mening).
Onderzoek wil weerlegbaar zijn. Dit betekent dat andere onderzoekers een idee of
verachting door middel van goed onderzoek moeten kunnen bevestigen of juist weerleggen
(verwerpen). Het onderwerp moet dus eenduidig zijn (voor één uitleg vatbaar).
Ook moet het onderzoek openbaar zijn. Openbaarheid van uitspraken leidt er ten slotte toe
dat andere onderzoekers jouw uitspraken kunnen testen. Zo wordt onderzoek repliceerbaar.
Deze herhaalbaarheid is een belangrijke voorwaarde om de betrouwbaarheid te kunnen
onderzoeken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SirinDin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.