H1: historische context, definities en het nut van de epidemiologie ............................................................................2
Wat is epidemiologie........................................................................................................................................................ 2
Waarom? ......................................................................................................................................................................... 3
Historische context ........................................................................................................................................................... 3
Kader: Methodologische kapstok ..................................................................................................................................... 3
Epidemiologie voor arts en volksgezondheid ................................................................................................................... 4
H2: Verhoudingen en frequentiematen .......................................................................................................................6
Waarom hebben we frequentiematen nodig? ................................................................................................................. 6
Werkwijze ......................................................................................................................................................................... 6
Prevalentie vs incidentie................................................................................................................................................... 6
Cumulatieve incidentie vs. Incidentieproportie/rate ........................................................................................................ 6
H3: vergelijken van frequenties van ziekten.................................................................................................................8
H6: Beperkingen van epidemiologische studies ......................................................................................................... 14
H6, deel 1: Bias ............................................................................................................................................................... 14
H6, deel 2: confounding en effect modificatie................................................................................................................ 15
H7: vage les databanken ............................................................................................................................................ 18
H8 ............................................................................................................................................................................. 21
H8: deel 1: Experimentele studie-designs, klinische studies – RCT ................................................................................. 21
H8: deel 2: Screening – Basisbegrippen interpretatie test ............................................................................................. 29
1
, INLEIDING
Mensen wonen samen à epidemiologie: niet enkel het individu, maar ook groepen kunnen ziek worden; we
kunnen ook subgroepen selecteren die meer of minder gevoelig zijn aan bijvoorbeeld de bacterie
H1: HISTORISCHE CONTEXT, DEFINITIES EN HET NUT VAN DE
EPIDEMIOLOGIE
WAT IS EPIDEMIOLOGIE
CONCEPTMAP
Gaat veel verder dan infectieziekten!
à Kijken naar een grafiek: aantal sterfgevallen in België: telkens een piek in de winter. We weten: elke winter
is er een griepepidemie à effect van griepepidemie dus: preventie!
Maar kan je wel de link leggen dat de griep de oorzaak is van de hoge sterfte in de winter? à Kijken naar de
doodsoorzaken, verschillen in winter en zomer? Ook vooral kijken naar oudere mensen (want deze zorgen
voor de griepsterfte), als je zou kijken naar de bevolking tussen de 10 en 50 dan zou het eerder een rechte lijn
zijn
! Oppassen bij het maken van associaties: verband tussen Nobelprijswinnaars en de chocoladeconsumptie:
het is niet omdat er een verband is dat het sowieso causaliteit is; er is een confounder (gemeenschappelijke
oorzaak), de reden van het verband is hier algemene welvaart
2
, WAAROM?
à Naast begrijpen van ziekte en etiologie is preventie belangrijk
HISTORISCHE CONTEXT
• Hippocrates: logica zoeken achter de ziekte, we worden niet zomaar ziek -> verband tussen factor en
ziek worden.
• Epidemiologie: populatie ipv
• Experimentele en observationele studies
• Edward Jenner: eerste klinische studie
o Melkmeisjes kregen koepokken -> beschermt tegen mensenpokken -> stierven minder
o Iemand expres besmet met koepokken -> lichtjes ziek, wel beschermt tegen mensenpokken =
vaccin
• Cholera (veel sterfte, onverklaarbaar)
o Maag- en darmproblemen -> uitdroging -> sterfte
o William Farr: geografische ligging -> ziekte?: meer sterfte beneden, minder sterfte
heuvelachtig gebied -> oorzaak = hoogte
o Snow: sterven door uitdroging -> voeding/water = oorzaak? -> ja, fecale lozing in
waterpompen waarvan mensen ziek werden -> pomp afsluiten -> opgelost = bewijs van
causaliteit gevonden
• Glass box theorie: nadenken over mogelijke etiologie van ziekte, redenen, verbanden zoeken tussen
symptomen en
<-> Farr: black box: mathematisch de input gaan vergelijken met de output zonder achterliggende
biologische factoren te bekijken
KADER: METHODOLOGISCHE KAPSTOK
• Framework opbouwen: regels, definities
o Op achtergrond regio en/of tijd
o Populatie blootgsteld aan determinant -> mogelijke
outcome
o Wie? = populatie
o Hoe/waarom? = determinantien
o Wat? = aandoening
o = glass box theorie
• Determinanten: factoren die gezondheid kunnen beïnvloeden
o Gen achtergrond, roken, stres, sociale determinanten
• Wie wordt er ziek, waarom worden we ziek en wat zijn de
gevolgen?
Weten meer testen van COVID in Brussel in die subregio speciale maatregelen treffen
• Populatie moet duidelijk gedefinieerd zijn anders problemen bij de statistiek (leeftijd, geslacht,
afkomst, naar bepaalde huisarts gaan… kunnen in rekening worden gebracht)
• Regio afgebakend, in tijd en in ruimte
• Determinanten worden aangebracht
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Gnkkuleuven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.10. You're not tied to anything after your purchase.