• Werking van organen
• Wijze waarop organen elkaar beïnvloeden
• Lichamelijke reacties op de omgeving
Levensverrichtingen
• Vegetatieve (= onwillekeurig, onbewust) verrichtingen = ademhaling, opname van voedsel, stofwisseling,
regeling v/d lichaamstemperatuur, excretie van afvalstoffen, transport
Autonoom zenuwstelsel ((para)sympathisch) en het endocrien stelsel (hormoonstelsel)
• Animale (= willekeurig, bewust) verrichtingen = voortplanting, contact met de omgeving (zintuigen),
uitvoeren van bewegingen (spier en beenderstelsel)
Centraal en perifeer zenuwstelsel
= beschrijft de ligging van de lichaamsstructuren t.o.v. elkaar
Ventraal Naar voren toe (buik) Caudaal Naar de bekken toe
Dorsaal Naar achteren toe (rug) Posterior Naar achter
Proximaal Dichter bij de romp anterior Naar voor
Distaal Verwijderd van de romp Superior hoger
Craniaal Naar het hoofd toe Inferior Lager
Mediaal Naar het midden toe superficieel Oppervlakkig
lateraal Naar de zijdevlakken toe Profundus Diep gelegen
externus Buitenzijde internus Binnenzijde
,Hoofdstuk 1: het skelet
Kraakbeenweefsel en beenweefsel
Samenstelling kraakbeen
• Chondrocyten = kraakbeencellen
• Chondrine = kraakbeenlijm
• Perichondrium = kraakbeenvlies (vezelig bindweefsel
Geen bloedvaten, geen aansturing zenuwcellen
Soorten kraakbeen
• Hyalien/glasachtig kraakbeen (bv. Bij ribben)
• Elastisch kraakbeen (bv. Bij oren)
• Vezelig kraakbeen (bv. Tussen de ruggenwervels)
• Stamcellen = gelegen op het periosteum en het endosteum ➔ ontwikkelen verder tot osteoblasten
• Osteoblasten = botopbouw (maken matrix aan) ➔ ontwikkelen verder tot osteocyten
• Osteoclasten = meerkernig, botafbraak
• Osteocyten = niet-delende cellen = concentratie mineralen in stand houden
Functies beenweefsel
• Bescherming weke organen
• Aanhechting v/d skeletspieren
• Beweging
• Opslagplaats voor mineralen
o Calcium
▪ Parathormoon = geproduceerd door de hoofdcellen v/d bijschildklier + ca stijgt
▪ Calcitonine = geproduceerd door de C-cellen schildklier + ca daalt
▪ Vitamine D3 = stimuleert mineralisatie bot
Cholesterol ➔ vitamine D3 (niet actief) ➔ vitamine D3 actief
UV-licht lever/nieren
o Lood en andere toxische stoffen = snelle opname van lood uit het bloed in het bloed (detoxificierend
mechanisme) ➔ verslechterd botkwaliteit
o Radioactieve elementen = opname uit bloed in bloed ➔ schadelijk: straling = kanker
o Fluoride =opgenomen door het bot / bevordert beenvorming + maakt tandglazuur aan (bescherming
tandcarriers)
• Productie bloedcellen = rood beenmerg
• Opslagplaat van vet (=triglyceriden) = geel beenmerg
,Het skelet
De wervelkolom
Vormt de basis v/d stam v/h lichaam ➔ 33-34 wervels (vertebrae) en
tussenwervelschijven (disci intervertebrales)
Lumbago = overbelasting en verrekking v/d lumbale wervelzuil
Bouw wervel
• Ringvormig
• Wervellichaam en wervelboog omsluit het wervelkanaal
• Wervelboog = loopt dorsaal uit op een doornuitsteeksel (processus spinosus)
• Tussen wervellichaam = discus intervertebralis (kraakbenig tussenwervelschijf)
Wervelkolom = buigbaar + elastische banden verbindt ze met elkaar
• Opeenvolging van wervelgaten ➔ vormen het wervelkanaal (canalis vertebralis)
Rugpunctie = in L4 ➔ meer plaats + 2/3 ruggenmerg is aanwezig
De ribben
• 12 ribben verbonden met de borstwervels + via kraakbeen in verbinding met het borstbeen
o 7 ware ribben
o 3 valse ribben
o 2 paar zwevende ribben = verbonden met de thoracale wervels
Functies ribben
• Beschermen (organen in borstholte)
• Ademhaling
Borstbeen/sternum
• Manubrium/ handvat = vasthechting sleutelbeen
• Corpus/lichaam
• Processus xiophoideus/zwaardvormig uitsteeksel = klein + meestal kraakbenig
Makkelijk voor beenmergpunt ➔ ligt vlak onder huid + bevat veel rood beenmerg
Schoudergordel
• Licht gebouw + goed beweeglijk (grijpfunctie)
, Bekkengordel/pelvis
= 2 heupbeenderen, heiligbeen en het staartbeen
• Vooraan = 2 heupbeenderen met elkaar verbonden
• De verbinding = kraakbeenstuk (symphysis) + ligamenten
• Achteraan = gewricht samen met het os sacrum
Os ilium = darmbeen
Os ischuim = zitbeen
Os pubis = schaambeen
Indeling bekken
• Grote bekken (bovenste = craniale deel)
• Kleine bekken (kleiner + omringd door een volledige binnenring)
• Vrouw: breder, man: hartvormig
Onderste ledematen
Beenderen van de schedel
1. Hersenschedel/ cranium cerebrale
• Omsluit de hersenen
• schedeldak + schedelbasis
o Tussen schedelbasis ➔ kleine openingen = voor bloedvaten, zenuwen en ruggenmerg
• Onbeweeglijk: door naden
2. Aangezichtschedel/ cranium viscerale
3. Schedel van een pasgeborene
• Beenderen liggen los van elkaar ➔ verbonden door bindweefsel
• 2e levensjaar voltooid
• 2 grote openingen
o Grote fontanel = 2 wandbeenderen tegen voorhoofdsbeen (36e levensmaand)
o Kleine fontanel = 2 wandbeenderen tegen achterhoofdsbeen (3e levensmaand)
Gewrichten
Soorten naargelang de bewegelijkheid
1. Onbeweeglijke gewichten
• Verbonden door tussenliggend bindweefsel
2. Weinig beweeglijke gewrichten
• Verbonden met tussenliggend bindweefsel
3. Zeer beweeglijke gewrichten
• Eigenlijke gewrichten
• Holte = gevuld met gewrichtsmeer/synoviaal vocht, vastgehouden door synoviaal vlies, omgeven
door gewrichtskapsel
▪ Uiteinden = omgeven door laagje kraakbeen, bij elkaar gehouden door gewrichtskapsel (capsula articularis)
• Synoviaal vlies = bedekt binnenzijde kapsel + scheidt geel gewrichtsmeer (synovia) af
• Synovia = bevat voedingsstoffen + beweeglijker + minder wrijving
• Gewrichtsholte = luchtledig voor beenderen ➔ makkelijk bij elkaar houden
• Gewricht = versterkt door spieren en gewrichtsbanden/ligamenten
o Bevat vezelig kraakbeenstukjes ➔ gewrichtsvlakken beter doen passen
o Menisci groeien vanuit het gewrichtskapsel ➔ kan loskomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ronnadeconinck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.62. You're not tied to anything after your purchase.