100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
SAMENVATTING European Politics and Policy (bestuurskunde) $8.69   Add to cart

Class notes

SAMENVATTING European Politics and Policy (bestuurskunde)

 91 views  11 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle tentamenstof voor EUPP.

Preview 3 out of 19  pages

  • December 18, 2021
  • 19
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Rik de ruiter
  • All classes
avatar-seller
European Politics and Policy
Hoe kunnen we integratie van Europese landen vanaf WOII
verklaren?
Hoorcollege 1: Waarom (dis)integreren? Een introductie tot de Europese Unie
Wat is de Europese Unie? Sommigen zien de EU als een UPO: een Unidentified Political Object. Je
kan de EU niet vergelijken met iets.

Je kan de EU op verschillende manieren zien:

1. Natie: Een gemeenschap waarvan de leden zich met elkaar identificeren gebaseerd op een
gedeelde taal, afkomst, geschiedenis, cultuur, territorium, religie, mythen en symbolen. Het
wordt vaak gekoppeld aan regio’s (zoals Friesland, Catalonië, et cetera)
2. Staat: Een wettelijke en politieke afspraak waarin alle grootschalige politieke
gemeenschappen georganiseerd zijn, combinerende de overheid, populatie, legitimiteit,
territorium en soevereiniteit.
Het Westfalen Systeem: Internationale statensysteem vanaf 1648.
De Europese Unie is niet echt een staat volgens dit systeem, omdat sommigen stellen dat
de staat ‘doodgaat’ en wijzen naar de EU en andere regionale integratie als bewijs van hoe
overheid en autoriteit een nieuw elan krijgen. Anderen stellen dat staten juist sterker worden
(bijvoorbeeld als reactie op globalisering)
3. Federatie: Systeem met een centrale autoriteit en sub-statelijke autoriteit (zoals Duitsland).
Het is een systeem met twee of meer levels van overheid met autonome macht en
verantwoordelijkheden. Burgers hebben invloed op statelijk, maar ook op centraal niveau. Het
centrale niveau > sub-statelijk niveau.
 De Europese Unie is geen federatie
- Monnet Methode: De creatie van de EGKS (reden: met gemeenschappelijke markt is
oorlog onmogelijk) is een eerste stap in de richting van meer integratie op andere
gebieden, met een Europese Federatie als einddoel. Het idee van Monnet: volledige
federatie is het einddoel van integratie. EGKSEC
4. Confederatie: Een groep van soevereine staten met een centrale autoriteit die haar autoriteit
krijgt van de staten, en burgers zijn verbonden met de centrale autoriteit door de staten waar
zij in wonen.
 De link tussen Europese burgers en de Europese organisaties is zeer zwak, die met
nationale parlementen is sterker. Je legitimeert de EU door nationale parlementen.
5. Internationale organisatie: Een lichaam dat is opgezet om samenwerking tussen staten te
bevorderen, gebaseerd op principes van vrijwillige samenwerking, gemeenschappelijke
management en gedeelde belangen. De IO is een vrijwillige organisatie; staten kunnen vrij
meedoen of stoppen. Voordeel is dat je geen soevereiniteit inlevert als staat.
 Hoe vrijblijvend is de Europese Unie eigenlijk? De EU is geen typische IO. Er is namelijk
wel een grote mate van inleveren van sovereiniteit, het is lastig om de EU te verlaten (zie
Brexit), en er is veel conflict tussen EU en nationale wetgeving.

EU-government: Het idee dat EU instituties een level van autoriteit hebben
boven dat van de lidstaten, en dat zij macht hebben om wetten te maken
en een politieke agenda te voeren.

EU-governance: Meer dan alleen de government. Een afspraak waarin
wetgeving en beleid is gemaakt en geïmplementeerd als een resultaat van
interacties tussen een complexe variëteit van actoren, inclusief lidstaten
overheden, EU instituties, belangengroepen en andere vormen van
invloed. Het is het resultaat van verschillende vormen van samenwerking.

,De EU gaat zowel om government, als governance: Het is een specifieke vorm van relatie dat niet
hiërarchisch is geordend; een onderhandelde orde wat niet is gedefinieerd door geformaliseerde
wettelijke kaders; een politiek spel (organisaties hebben een sterk politiek karakter) waarbij iedereen
probeert beleid te beïnvloeden.

WAAROM INTEGREREN

- WOI en WOII: Nooit meer oorlog was het idee (dit idee was er al na WOI, maar de
economische crisis 1929 gooide roet in het eten). Na WOII wilde men Duitsland niet
opnieuw voor alles laten betalen (oorzaak WOI), maar men moest wel afhankelijk van
elkaar worden= EGKS.

EGKS-- Economische integratie-- Voltooiing interne markt-- Invoering Euro.
Dit zijn allemaal lange en langzame stappen. Er zat veel tijd tussen deze stappen waar niks gebeurde;
veel spanning tussen staten etc.

- Tegenwoordig: 500 miljoen burgers, 27 lidstaten, 24 talen, veel instituties.

Nog steeds is er veel chaos: Er is geen plan voor toekomstige ontwikkelingen (tegenstelling van
Monnet), sommige staten zijn semi-lid, sommigen hebben alleen de Euro, sommigen geen lid van
Schengen, et cetera.

WAAROM INTEGRATIE DIFFERENTIËREN

Gedifferentieerde integratie: Vooruitgaan met sommige staten, andere staten krijgen opt-outs (de
keuze om niet mee te doen met sommige dingen).

Redenen:

- Publieke Opinie: Is verschoven van een permissible consensus (burgers hadden in het
begin consensus over het bestaan van deze Unie) naar een constraining dissensus
(steeds meer mensen zijn het niet eens met de toenemende integratie). Dit leidt tot politici
die op de rem stappen wat betreft toenemende integratie, omdat zij de mening van
burgers mee moesten nemen.
- Steeds meer landen worden lid van de EU: Steeds meer diversiteit tussen beleid en
politiek en van landen in de EU, daarom meer behoefte aan differentiatie.
one-size-fits-all beleid werkt niet meer!
(De vraag is, als je oneindig veel differentieert, blijft er dan wel een Unie over?)




REDENEN OM DE EU TE VERLATEN

= Disintegratie.

Redenen:

- Krijg de controle terug: Je kan je grenzen beter beschermen, als je geen lid bent van de
EU. Het idee is dat je als lidstaat onderdeel bent van de interne markt, en dus geen
controle hebt over wat er in en uit je land gaat (dit gaat dus vooral om migratie
vraagstukken, men is bang banen te verliezen en over populatie te krijgen)
- Single-market yes, Free movement of people no: Men is dus bang bijvoorbeeld om
binnenlandse banen te verliezen.
- Minder Bureaucratie: Het idee is dat er met de EU veel te veel regels gebonden zijn, wat
ook veel geld kost. Lidstaten willen vaak geen geld uitgeven aan EU projecten waar zij
zelf geen voordeel van verkrijgen.
 Dit is feitelijk onwaar: De EU heeft een hele kleine bureaucratie met weinig personeel.

, - Reconnecting with people: Politici gebruiken de constraining dissensus om meer
stemmen te krijgen in verkiezingen, bijvoorbeeld door tegen migratie te zijn.

Ondanks desintegratie, is de EU heel erg standvastig en bestaat ondanks veel crises nog steeds.

CONTINUING INTEGRATIE VERKLAREN

1. NEOFUNCTIONALISME (Ernst B. Haas): Hoofdterm= Spill-over. Dit betekent de
verschillende soorten druk waardoor samenwerking tussen staten in één beleidsgebied leidt
tot druk om in andere beleidsgebieden óók samen te werken.
- Regional integration: Politieke actoren in verschillende nationale setting worden
overgehaald om hun loyaliteiten/verwachten/politieke activiteiten naar een nieuw centrum
te verplaatsen, waarvan de instituties jurisdictie bezitten of eisen over reeds bestaande
nationale staten.
- Functionalisme (David Mitrany): Federalisme werkt niet. Europese integratie moet
worden ontwikkeld door het opzetten van een netwerk van internationale instituties die
dealen met relatief non-controversiële zaken en wordt gemanaged door bureaucraten
Dit resulteert in wereldvrede. Als staten een functioneel specifieke interstatelijke instituties
en agentschappen, zal regionale integratie zich ontwikkelen in haar eigen dynamiek, en
kan vrede worden behaald door het creëren van een web van interstatelijke banden
zonder de behoefte voor enorme afspraken tussen staten.
- Ernst B. Haas (1958): Naast samenwerking die automatisch ontstaat door functionalisme,
moet integratie met opzet worden gesteund door politieke en economische actoren voor
eigen belang.  SPILL OVER
- Neo-functionalisme: De theorie die stelt dat niet alleen belangrijke actoren een rol
spelen in integratie, en dat supranationale instituties, belangengroepen en politieke
partijen óók een rol hierin spelen.
- Realisme: De theorie die stelt dat we in een anarchistische globaal systeem leven en dat
internationale relaties gedreven worden door een strijd om macht door staten die aan
eigen belang denken.



2. LIBERAL INTERGOVERNMENTALISM (S.Hoffmann): Nationale belangen spelen een grote
rol in Europese integratie, spillover komt alleen voor in lage politiek low politics (zoals
landbouw of handel), maar niet in hoge politiek high politics (bijvoorbeeld buitenlands beleid)
- A. Milward (1984): Nationaal eigenbelang, Nationale overheden en Nationale
bureaucraten zijn de belangrijke actoren in het proces van Europese integratie=
intergovernmentalisme.
- A. Moravcsik (1993, 1998): De positie van lidstaten wordt bepaald op nationaal niveau,
en Europese integratie beweegt vanaf dat punt naar voren als een resultaat van
onderhandelingen (van overheden die onderhandelen op Europees level)= two-level
game.
- Supranationalisme: Het idee dat Internationale Gouvernementele Organisaties een
forum worden voor de promotie van gemeenschappelijke belangen van de staten die
samenwerking, en dat zij autoriteit geven aan die IGO’s.



Hoorcollege 2: Interacties tussen De Raad van Ministers + Het Europees
Parlement
LIBERAAL INTERGOUVERNEMENTALISME

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentevdr. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.69  11x  sold
  • (0)
  Add to cart