Hoofdstuk 6: Bedrijfsprocessen sturen
Paragraaf 6.1: Sturing: vormen en criteria
Paragraaf 6.1.1: Waarom besturen?
Sturing is een belangrijke managementactiviteit. Via sturing houden bedrijven het
organisatieproces onder controle.
Er zijn verschillende redenen waarom een bedrijf aan sturing moet doen:
1. Het aanpassen aan gewijzigde omstandigheden
Tijdens de uitvoering van de planning zal het bedrijf in de gaten moeten houden of
de omstandigheden en aannames die het bedrijf bij de planning deed nog steeds
gelden
2. Het verminderen van fouten en het voorkomen van een opeenstapeling van fouten
Als het bedrijf fouten niet zou verminderen en voorkomen, zouden ze zich opstapelen
en op den duur grote schade kunnen veroorzaken
3. Kunnen omgaan met complexiteit
Hoe groter het bedrijf wordt, hoe complexer het bedrijf wordt. Toch zal het bedrijf
effectief moeten blijven
4. Het minimaliseren van kosten
In dit geval is sturing bedoeld om de kosten laag te houden
Paragraaf 6.1.2: Vormen van sturing
Corrigerende of curatieve sturing: Achteraf constateren dat haar doelen niet gehaald zijn
en dan voor de volgende ronde bijsturen
Preventieve sturing: Dit is sturing waarbij het bedrijf vooraf probeert fouten of
het niet halen van doelen te voorkomen
Paragraaf 6.1.3: De criteria voor de effectiviteit van sturing
Als een bedrijf aan de slag gaat om de marketingdoelstellingen te sturen, wil ze uiteindelijk
ook weten of de methode werkt, effectief is.
Schema met eigenschappen van effectieve sturingssystemen op bladzijde 207
Voorbeelden van effectiviteit van de sturingsmethoden:
- Is er een duidelijk verband tussen de sturingsmethode en het gewenste resultaat
(doel)?
- Wordt de juiste sturingsmethode gebruikt?
- Is de methode objectief?
- Is de methode compleet? Dit wil zeggen: leidt ze tot het bereiken van alle gewenste
resultaten?
- Is de methode snel genoeg?
- Is de methode accuraat?
- Wordt de methode door iedereen aanvaard?
- Ziet iedereen het nut van de methode in?
Paragraaf 6.2: Sturing via een systeembenadering
Normstelling: Neerzetten van streefwaarden, die wanneer ze onder- of overgeschreven
worden leiden tot aanpassing of bijsturing
Sophie Huisman – FMV1A2
,Samenvatting Bedrijfskunde Integraal
Het gekozen doel (deze norm) wordt in de stuurfase telkens in de gaten gehouden. Als het
niet op de goede koers zit, wordt er bijgestuurd. Dit sturen naar het gekozen doel (de
gestelde norm) kunnen we op verschillende manieren aanpakken:
1. Voorwaartskoppelende sturingsacties
2. Achterwaartskoppelende sturingsacties
Gelijklopende sturing: Deze sturing vindt tijdens het proces plaats en leidt meteen tot
een aanpassing
Paragraaf 6.2.1: De voorwaartskoppelende sturing
Het uitgangspunt voor deze controle is de norm die het bedrijf in de planning heeft gesteld.
Het wordt ook wel het meet- en regelsysteem genoemd.
Voorwaartskoppelend sturinggsproces: Sturingsproces waarbij metingen van invoer via
mogelijke ingreep richting proces gekoppeld
worden
Schema met sturing als voorwaartskoppelend proces op bladzijde 210
Paragraaf 6.2.2: De achterwaartskoppelende sturing
Terugkoppelend sturingsproces: Sturingsproces waarbij meetgegevens aanleiding
kunnen geven tot ingreep enige stappen terug in
het organisatieproces
Schema met sturing als terugkoppelend proces op bladzijde 211
Paragraaf 6.3: Sturing vorlgens Merchant
Kenneth Merchant onderscheidt drie vormen van sturing:
1. Resultatensturing
Terugkoppelend sturingsproces
2. Activiteitensturing
Sturen op het bevorderen van positieve acties
3. Personeelssturing
Aannemen van gewenste (beroeps)houding en daarmee het gewenste gedrag
vertonen
Paragraaf 6.4: Sturing volgens De Leeuw
Besturend Orgaan (BO): Degene die invloed wil uitoefenen
Besturend Systeem (BS): Iets (bijvoorbeeld een deel van de organisatie) dat bestuurd
wordt
Voorwaarden voor effectieve besturing. Heeft het Besturend Orgaan:
1. Een idee over de gewenste richting?
2. Voldoende en adequate informatie over de omgevingsinvloeden op BS?
3. Informatie over de toestand van het besturend systeem?
4. Inzicht in de werking van het systeem (een model van het systeem)?
5. Zelf voldoende besturende maatregelen?
6. Voldoende capaciteiten om informatie te verwerken?
7. Kan het BO soms zelf ook weer een BS zijn?
Sophie Huisman – FMV1A2
, Samenvatting Bedrijfskunde Integraal
Het BO BS model van De Leeuw staat op bladzijde 215
Paragraaf 6.5: Financiële sturing
Elementaire elementen voor de beginnend bedrijfskundige:
1. Begroting
2. De financiële planning- en controlcyclus
3. De financiële balans
4. De winst- en verliesrekening
5. De balanced scorecard
6. Managementkengetallen
Paragraaf 6.5.1: Begroting
Interne begroting: Begroting voor mensen binnen het bedrijf
Externe begroting: Begroting voor belanghebbenden buiten het bedrijf
Liquiditeitsbegroting: Bewaakt de financieringsstructuur van het bedrijf. Het bevat een
overzicht van de geldstromen binnen een bedrijf
Meerjarenbegroting: Geeft het management van een bedrijf inzicht in de gevolgen van het
gevoerde en voorgenomen beleid over een reeks van jaren (belangrijk
beleidsinstrument voor het management, beleidsmedewerkers,
projectleiders, controllers en bestuurders)
De begroting heeft de volgende functies:
- Budgetteringsfunctie
Toewijzen van geld aan verschillende onderdelen en processen in het bedrijf
- Financieringsfunctie
Hoe alles dient te worden gefinancierd
- Beleidsfunctie
Op welke manier het beleid uitgevoerd gaat worden
- Beheersfunctie
Geeft de kaders aan van het te voeren beleid
- Autorisatiefunctie
Wie voor welk bedrag welke uitgaven mag doen
- Informatiefunctie
Informatie voor belanghebbenden en belangstellenden
Paragraaf 6.5.2: De financiële planning- en controlcyclus
Sturing komen we in bedrijven veelal tegen in de vorm van planning- en controlcyclus. Aan
de basis hiervan ligt het principe van sturing. Hierbij kun je in een organisatieproces meten of
alles volgen planning verloopt.
Figuur met het sturingsprincipe schematisch weergegeven op bladzijde 217
Financiële planning- en controlcyclus;
1. Begroting
2. Goedkeuring begroting
3. Realisatie
4. Nacalculatie en jaarverslag
5. De volgende ronde in de cyclus
Figuur met financiële planning- en controlcycli op bladzijde 219
Sophie Huisman – FMV1A2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sophiehuisman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.