Bedrijfsinformatica= Een aantal belangrijke begrippen van de
bedrijfsinformatica meegeven voor o.a. een goede communicatie tussen
bedrijfsleiding en informatici.
Goeden afspraken, uitleg en interpretatie zijn key. IT zorgt voor:
– Goede communicatie
– Efficiëntie, vlot verloop van bedrijf
– Vb: amazon (order in the morning, deliver today)
Feiten:
× Informatica is heel belangrijk maar veel projecten mislukken
wegens: geen overeenkomsten/afspraken, verkeerde uitleg en
afspraken, …
× IT is een van de belangrijkste krachten in onze economie.
× +50% van de investeringen hebben betrekking tot IT.
× Return on IT VS IT investment paradox: hoge investeringen in IT
betekenen niet altijd hogere productiviteit!
× 80-90% van IT-projecten mislukken.
Bij problemen IT: problemen met webshop, beheer bestellingen,
betalingen, kantenservice,…
Business Cost, benefits, strategy, functional requirements…
IT Technology, design, programming, technical constraints…
Alignment= “IT op een passende en tijdige manier en in harmonie met
bedrijfsstrategieën, -doelstellingen en -behoeften toepassen" =>
Bedrijven zijn afhankelijk van goede werking IT!
BASIC CONCEPTS
Hardware: alles wat je kan vastnemen (steeds meer aanwezig in
moderne maatschappij).
Input Hoe je informatie aan je computer kan doorgeven.
Alles wat schrijf- en leeseenheden zijn.
Vb: scherm, harde schijf, word document, muis,
toetsenbord,…
Computer Memory:
RAM= Random access memory
Intern geheugen stroom
ROM= Read only memory nodig
CPU= Central processing unit
Output Hoe je informatie uiteindelijk kan zien altijd aanwezig
Vb: scherm, geluid, printer, disc, usb,…
1
, Alles met geheugen is input en output.
Extern (USB, harde schijf) en intern (RAM/ROM) geheugen.
Software: Opeenvolging van opdrachten geformuleerd door
programma’s.
Omzetting in machinetaal (verzameling van symbolische
instructiecodes meestal in binaire vorm (0/1), gebruikt om
bewerkingen en gegevens in een machine voor te stellen.
Modules in softwares (kleinere beter beheerbare onderdelen):
hergebruiken, minder complex, opsplitsing in sub-problemen, fout
module gemakkelijker te vinden, samenwerking met meerdere
personen.
Software kan programma’s en DATA (gegevens) omvatten !
Wifi is hard- en software
Database: Georganiseerde verzameling van data die in een computer
bewaard worden onder een bepaalde vorm (extern geheugen).
Georganiseerde databank: elk tabel/klasse zal dezelfde soort data
bevatten. Elke lijn bevat een gelijkaardigsoort informatie.
Relationele databank: linken tussen tabellen en databanken (logisch)
Network: Hierdoor kunnen meerdere computers communiceren en data
uitwisselen.
Soorten (naargelang grootte): Nano, BAN, PAN, LAN, CAN, MAN, RAN,
WAN
Protocols (hoe de ze met elkaar communiceren): TCP (transmission
control protocol) & IP (internet protocol)
Servers: Computer enkel voor berekening en stockering (geen scherm of
keyboard, vb: mail server, web server,…). Ze gaan via hun netwerk zaken
voor jouw bewaren.
Internet: Grootste internetwerk, in OESO-landen is er een
penetratiegraad van +-83%.
Computer architecture: Een chronologische evolutie van de organisatie
van computersysteem. Fundamentele organisatie van het
computersysteem.
Fase 1: mainframe (Eén grote supercomputer met aangeschakelde
muizen en claviers)
Fase 2: PC & client server (1950-1960)
Fase 3: Browser / cloud (1990)
2
, Processes: Een business proces is een opeenvolging van stappen/
handeling met als doel het genereren van een product of een dienst. (Vb:
algoritmes)
Aanvang in ’90: nood aan werking tussen de verschillende actoren/
departementen binnen een organisatie.
Informatiesysteem: Combinatie van IT hardware waarop software draait
voor processen en personen die het gebruiken.
BI3: Algoritmen
[Pseudocode, algoritmisch denken, iteratie en recursie, efficiëntie]
Stappen bij progammeren !
1. Probleemdefinitie: Het probleem volledig en nauwkeurig
definiëren.
Precies zeggen welke beginsituatie? Welke resultaten willen we?
Wat is het verband tussen beiden? Wat zijn de nodige tussenzaken?
2. Oplossingsstrategie: Keuze van oplossingsmethode en
gegevensvoorstelling: eerst hoofdprobleem onderverdelen in
deelproblemen, dan afspreken wat er in elk deelprobleem zal
gebeuren. (2 strategiën: Top-down & Bottum-up)
3. Voostelling van het algoritme (vb: Flow Chart, Pseudo Code,…)
4. Programmeren: het volledige uitgewerkte algoritme wordt vertaald
in de gekozen programmeertaal met de juiste commando’s (vb
prg.talen: Python, Java, #C,…)
(3 soorten acties: sequentie, voowaardelijke opdracht,
herhaardelijke opdracht)
5. Compileren:
× Vertaling naar machinetaal (binair 0/1)
× Eventuele syntax-fouten opsporen
× Compiler versus interpreter.
= Compiler zal eerst alles vertalen terwijl de interpreter lijn per
lijn zal werken.
6. Testen: Controleren of resultaten logisch correct zijn, vergelijken
met resultaten op een andere manier bekomen, alle verschillende
gevallen/ modules testen.
7. Documenteren: Alle info die derden en uwzelf zal helpen bij het
begrijpen, aanvulllen of veranderen van het programma.
8. Onderhoud: Programma eventueel aanpassen na verloop van tijd
(up-to-daten) + wijzigingen in de documentatie melden.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marielouise02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.56. You're not tied to anything after your purchase.