Wet van vraag = hoe hoger de prijs, hoe lager de gevraagde hoeveelheid
individuele vraag = het aantal eenheden dat een consument ergens van wil kopen bij een bepaalde prijs
individuele betalingsbereidheid = de maximale prijs die een consument wil betalen voor één product bij een
gegeven aantal
discrete vraag = vraag waarbij de gevraagde hoeveelheid een heel getal is
vraaglijn = de lijn die het verband weergeeft tussen de gevraagde hoeveelheid en de prijs, deze bestaat alleen
uit reële getallen
continue vraag = vraag waarbij de gevraagde hoeveelheid een reëel getal is
exogene factoren = factoren waar je zelf geen invloed op hebt
Een negatieve prijs/hoeveelheid bestaat niet
consumentensurplus berekenen
1. bepaal voor alle eenheden die recht onder het donkere driehoek zitten het verschil tussen
betalingsbereidheid en de prijs
2. tel deze verschillen op
berekening consumentensurplus in de afbeelding
hiernaast: 0,5x ( 25-12,50) x 12 = 75
hoe lager de prijs hoe hoger het individuele
consumentensurplus : het welbevinden van consumenten
die middelen kopen neemt toe naarmate de prijs lager is
wanneer de betalingsbereidheid verandert, dan verandert de bijbehorende vraaglijn. Er zijn vijf factoren die
de betalingsbereidheid beïnvloeden en daarmee de vraaglijn:
● de individuele voorkeuren
● het beschikbare budget
● de aanwezigheid van substiueerbare producten
● het bestaan van complementaire producten
● het bestaan van exogene factoren
stijging inkomen → vraag neemt toe
consumenten hebben een lagere betalingsbereidheid voor producten waarvoor substitueerbare producten
bestaan. // de individuele vraag naar een product vermindert als er substituten voor bestaan.
sommige producten voorzien alleen behoeften in combinatie met een ander product, deze producten vullen
elkaar aan: complementaire producten. De betalingsbereidheid voor één van deze producten neemt toe als
het complementaire goed al in bezit is.
De prijs beïnvloed de vraaglijn niet
, Een prijsverandering zorgt voor een verandering langs de vraaglijn, terwijl de
besproken factoren zorgen voor een verandering van de vraaglijn~ de wet van vraag
De collectieve vraag
collectieve vraag = de optelsom van alle individuele vragen binnen een bepaalde groep, deze geeft aan wat een
groep consumenten vraagt bij een bepaalde prijs.
het afzetgebied = het gebied waaraan de producent zijn producten verkoopt (heel nederland of 1 dorp)
Voor het afleiden van de collectieve vraag tel je de individuele vraag van beide consumenten op
↪ voorbeeld : bij een prijs van € 5 koopt allen consument B een pen. De collectieve vraag bij een prijs
van € 5 is de collectieve vraag gelijk aan 1
De optelsom van alle individuele vraaglijnen geeft de collectieve vraaglijn
De collectieve vraaglijn is alleen van toepassing wanneer beide algebraïsche formules tellen
Ev = prijselasticiteit van de vraag
Procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (gevolg)
Ev = —————————————————————————————–
Procentuele verandering van de prijs (oorzaak)
hoofdstuk 2 – LWEO
de wet van vraag telt ook voor de collectieve vraag; de collectief gevraagde hoeveelheid van een product daalt
als de prijs er van stijgt
prijs-afzetlijn = ander woord voor collectieve vraaglijn
afzet = prijs • de bij die prijs verkochte hoeveelheid
De collectieve vraag geeft de betalingsbereidheid weer van de groep consumenten waar de collectieve vraag
voor is opgesteld. De factoren die de betalingsbereidheid beinvloeden, hebben dus ook invloed op de
collectieve vraag.
Ceteris paribus =wanneer alle overige facoren niet veranderen
Vraagtoename: er wordt bij iedere pijs meer gevraagd → vraaglijn verschuift horizontaal naar rechts
vraagtoename: er wordt collectief meer betaald voor elk aanbod → vraaglijn verschuift verticaal naar boven
colectieve consumentensurplus = de optelsom van het individuele consumentensurplus van alle individuen
in de groep die het kopen
meer mensen kopen een product → groter consumentensurplus
Een andere prijs betekent een verandering langs de vraaglijn, daardoor verandert de oppervlakte onder de
vraaglijn boven de prijs, en daarmee het consumentensurplus.
Het welbevinden van consumenten neemt toe als een product even duur blijft, terwijl ze bereid zijn er meer
voor te betalen .
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yfkejongsma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.