Voor de studie accountancy/finance&control op het Avans krijg je in blok 1 het vak GRC. Het gaat in het eerste blok over de hoofdlijnen van het Nederlandse recht. Zoek je het niet om dit samen te vatten, schaf hier dan een duidelijke samenvatting aan en je bent gereed voor je tentamen!
,1.2 Waarom recht?
Binnen het recht kunnen we vier functies onderscheiden:
Normatieve functie
Het recht beslaat gedragsregels waarvan het grootste gedeelte van de samenleving vindt dat deze
opgevolgd moeten worden. De regels, ook wel normen genoemd, worden zo belangrijk gevonden dat
er straf staat op het overtreden van deze regels. (Denk bijvoorbeeld aan moord, diefstal, etc.)
Geschiloplossende functie
Een gestructureerde rechterlijke organisatie zoals we die nu in Nederland kennen bestaat niet in
ieder land. In sommige culturen is het gebruikelijk het heft in eigen hand te nemen als er een regel
werd overtreden. In Nederland is er een verbod op het gebruik van eigenrichting, omdat het recht als
middel gebruikt wordt om het probleem op te lossen. De functie van recht zorgt er dus voor dat er
geen eigenrichting ontstaat.
Additionele functies
Vaak maak je niet over alles afspraken. Stel dat je geld leent aan een vriend, dan kunnen jullie
afspreken dat hij je elke maand 50 euro terugbetaald, totdat de schuld is afgelost. Maar wat als die
vriend ineens zijn baan verliest en een aantal maanden niet kan afbetalen? Voor dit soort gevallen,
dus gevallen waarin de partijen samen niet hebben voorzien, zijn er rechtsregels opgesteld. Deze
hebben een aanvullende functie op wat er tussen partijen zelf is afgesproken. Hebben partijen wel
regels opgesteld voor een bepaald geval, dan gaan deze in de meeste gevallen vóór op de wet.
Instrumentele functie
Voor sommige zaken is het niet handig als de regeling ervan aan de bevolking wordt overgelaten.
Daarom bepaalt de wetgever dat we bepaalde dingen op een bepaalde manier doen. Zo moeten we
bijvoorbeeld allemaal stoppen voor een rood stoplicht en mogen we bij groen doorrijden. Dit heeft
niks met normbesef te maken, maar het zijn wel belangrijke regels om de maatschappij in goede
banen te kunnen leiden.
Waarom dus recht:
- Ordenen van de maatschappij
- Voorkomen van eigenrichting
- Rechtvaardigheid
,1.3 Waar staat het recht?
Het recht is op verschillende plekken te vinden. Deze plekken noemen we ook wel rechtsbronnen.
Een van de belangrijkste rechtsbronnen is de wet. Daarnaast kent Nederland nog drie rechtsbronnen:
het verdrag, de jurisprudentie en de gewoonte.
Verdrag:
Niet alleen in wetten treffen we recht aan, ook verdragen behelzen rechtsregels. Deze regels noemen
we verdragsbepalingen. Een verdrag is een afspraak, een overeenkomst, gesloten door twee of meer
staten. Een verdrag tussen twee landen heeft een bilateraal verdrag: zijn er meer dan twee staten bij
een verdrag betrokken dan nomen we dit een multilateraal verdrag.
De wet
Er zijn verschillende soorten wetten te onderscheiden die
op verschillende rechtsgebieden toezien.
Gewoonte
Als het niet in de wet staat, maar wel in een gewoonte
wordt opgenomen. Dan kun je het ook zo handelen in de
wet. Bijvoorbeeld in de paardenbranche moet je elkaar de hand geven om een paard te verkopen.
Als deelnemers van deze branche het echt zien als een gewoonte, dan kun je dit zien als een recht.
Jurisprudentie:
Jurisprudentie betekent rechtspraak. Recht wordt gesproken door een enkele rechter of door een
rechterlijk college. Hun beslissingen worden in veel gevallen vonnissen, arresten of uitspraken
genoemd. De naam die aan een rechterlijke beslissing gegeven wordt, hangt af van de rechter of het
college die/dat de uitspraak doet. Een vonnis wordt als hoofdregel door de rechtbank gegeven. Een
arrest wordt gewezen door een gerechtshof en de Hoge raad.
Interpretatiemethoden:
- Grammaticaal (leest wet voor zoals hij in de wet staat)
- Wetshistorisch (hoe wet tot stand is gekomen)
- Anticiperend (als een wet in de maak is, mag de rechter deze al gebruiken)
- Rechtsvergelijkend (kijken hoe het in andere landen is geregeld)
- Systematisch (als een artikel onduidelijk is, dan wordt naar omliggende artikelen gekeken)
- Teleologisch (een verklaring, rechter kijkt naar de bedoeling van de wet)
Redeneerwijzen:
- Analogie
(Kijken naar oude situaties in het verleden en hetzelfde toepassen zoals het toen is gegaan)
- A-contrario
(Kijken naar oude situaties in het verleden en anders toepassen zoals het toen is gegaan)
Hoge
Raad
Gerechtshof
Rechtbank
, Privaatrecht:
Wetten met betrekking tot privaatrecht
Het privaatrecht is eigenlijk het recht tussen burgers onderling en wordt onderverdeeld in personen-
en familierecht en vermogensrecht. Het personen- en familierecht wordt geregeld in boek 1 van het
Burgerlijk Wetboek (BW) en omvat onder meer het huwelijk, geboorte en echtscheiding. Onder het
vermogensrecht verstaan we alle handelingen tussen burgers onderling die op geld waardeerbaar
zijn en die juridische gevolgen hebben. Ook gaat het om ongelukken die in het dagelijks leven
voorkomen, zoals een botsing of het kapot stoten van een kostbaar antiek stuk tijdens een
familiebezoek. De meeste wetten omtrent het vermogensrecht staan in de boeken 3, 5 en 6 BW.
Verder zijn er een aantal specifiekere wetgevingen wat betreft het vermogensrecht, zoals de
Pachtwet.
Wetten met betrekking tot het ondernemingsrecht
Naast het personen- en familierecht en het vermogensrecht, bestaat het privaatrecht ook uit
ondernemingsrecht. Hierbij gaat het om alle regelgeving omtrent bedrijven en ondernemingen. Het
grootste gedeelte van het ondernemingsrecht is neergelegd in boek 2 BW.
Wetten met betrekking tot het burgerlijk procesrecht
Als laatste kan aan het privaatrecht het burgerlijk procesrecht worden toegevoegd. Dit is het
rechtsonderdeel dat van toepassing is het op daadwerkelijk procederen, wat inhoudt dat een partij
een geschil voor de rechter brengt. De meeste regels die hierop van toepassing zijn liggen vastgelegd
in het Wetboek voor burgerlijke rechtsvordering (Rv).
Publiekrecht
Wetten met betrekking tot het strafrecht
Bij het privaatrecht is het zo dat de burger zelf actie moet ondernemen om bijvoorbeeld
schadevergoeding te krijgen. De staat kan echter ook, via het openbaar ministerie (OM) actief
optreden om straffen te eisen bij overtreden normen. De staat bezit hierbij een monopolie positie:
alleen zij kunnen tot vervolging overgaan. De bepalingen die van toepassing zijn op het strafrecht
staan in het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en in een groot aantal
specifieke wetten, zoals de Opiumwet. Een enkel geval kan zowel in aanmerking komen met het
privaatrecht als het strafrecht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een ongeval als gevolg van het niet
voorrang verlenen door A aan B, terwijl B op een voorrangsweg reed. Daarbij had A ook nog eens het
nodige gedronken. In dit geval zal niet alleen de schade vergoedt moeten worden, maar is er ook een
strafrechtelijk probleem, omdat het verboden is te rijden met een bepaald alcoholpromillage in het
bloed.
Wetten met betrekking tot het staatsrecht
Het staatsrecht regelt hoe Nederland als staatsbestel in elkaar zit en functioneert. Denk hierbij aan
het stemrecht, maar ook aan de vaststelling dat Amsterdam de hoofdstad is van Nederland. Een van
de belangrijkste wetten van het staatsrecht is de Grondwet.
Wetten met betrekking tot het bestuursrecht
Het bestuursrecht regelt de mogelijkheden voor de overheid om regulerend op te treden in de
maatschappij. Waar de staat eerst een terughoudende rol had, heeft de staat tegenwoordig een
meer actieve rol. Men zegt ook wel dat we van nachtwakersstaat naar een sociale verzorgingsstaat
zijn gegaan, waarin de overheid steeds meer regelt. De belangrijkste wet voor het bestuursrecht is de
Algemene wet bestuursrecht (Awb).De rechtsgebieden die niet onder het privaatrecht vallen, dus het
strafrecht, staatsrecht en bestuursrecht en al het procesrecht wat hierbij hoort vallen onder de
noemer publiek recht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MiddelbareNerd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.