Wat is een ‘rechtsstaat’?:
1. Hobbes: de rechtsstaat is een orde die gehandhaafd wordt (dus tegenover wanorde)
2. Locke: de rechtsstaat uit zich als een gebonden staatsmacht (dus tegenover
ongelimiteerde staatsmacht)
3. Augustinus tot Nussbaum: de rechtsstaat is een ‘rechtvaardige’ inrichting van de
samenleving (dus tegenover onrecht)
Tamanaha’s theorieën van de rechtsstaat:
Formele theorieën: alleen formele vereisten
1. Rule by law: de overheid moet via de wet optreden
2. Formal legality: de rechtsstaat functioneert als een formele beperking van de
staatsmacht.
- Vereisten wet: duidelijk + algemeen + kenbaar. Geen vereisten voor wat
betreft de inhoud van de wet, de staat wordt alleen formele beperking
opgelegd.
3. Formal legality + democracy: wetten moeten duidelijk + algemeen + kenbaar zijn +
inhoud van de wet moet de uitkomst van een democratisch proces zijn. Geen vereisten
voor wat betreft de inhoud die uit de democratische processen komt.
Substantiële theorieën: wel inhoudelijke vereisten
4. Individual rights theory: Formele legaliteit + democratische procedures + respect voor
individuele rechten.
- Mogelijk problem: antidemocratisch → het respect voor fundamentele rechten
kan het democratische proces verhinderen.
- Mogelijk probleem: heerschappij van rechters (dicastocratie) → rechter moet
individuele rechter interpreteren, dan beslist de rechter dus over de inhoud van
het recht in plaats van de democratisch verkozen wetgever.
5. Waardigheid-theorie: formele legaliteit + democratische procedures + individuele
rechten gebaseerd op het concept van waardigheid.
6. Welfarist-theory: formele legaliteit + democratische procedures + individuele rechten
inclusief sociaaleconomische fundamentele rechten.
Definitie in dit vak: Legaliteit (staat die zich aan zijn eigen regels houdt) + rechtszekerheid
(niet met terugwerkende kracht de regels veranderen) + rechtsgelijkheid (in formele zin: ieder
mens hetzelfde behandelen). → deze definitie is politiek neutraal dus je maakt het mogelijk
om staten te vergelijken en het omvat de maatschappelijke betekenis van rechtsstaat.
Bestuurlijke instituties = karakteristieken van de inrichting en het functioneren van het
openbaar bestuur in brede zin. Let op: dit is dus niet het beleid.
Drie soorten rechtsstaten:
1. Handhavende rechtsstaat: eigendomsbescherming en naleving van contracten
2. Weberiaanse rechtsstaat: het gezag van de wet zin in de algemeenheid van het recht,
wat een lange-termijnboog faciliteert.
3. Federale rechtsstaat: één centrale overheid met deelstaten → horizontale en verticale
machtenspreiding met veel checks-and-balances.
, Drie theorieën over het verband tussen rechtsstaat en welvaart:
1. Institutionele economie → Een rechtsstaat als systeem van eigendomsbescherming en
(collectieve) contractnaleving leidt tot meer welvaart als predatory behavior wordt
gestraft.
a. Hier komt wel het collectieve actieprobleem duidelijk naar voren.
2. Macrosociologie → Welvaart ontstaat door vertrouwen, wat ook wel sociale cohesie
wordt genoemd.
3. Bestuurskunde → een neutrale en procedureel rechtvaardige overheid (legaal +
rechtszeker + rechtsgelijk) verzekert legitimiteit, naleving en ‘public cooperation’
Wat bepaalt economische groei: geen ondoelmatige onttrekkingen van middelen +
transactiekosten laag + meer investeringen + meer innovatie. Publiek vertrouwen is hetgeen
wat bepaald of deze vier elementen tot uiting komen.
Waarom een rechtsstaatprisma?
1. Het doorbreken van de rechtsstaatmonopolie zoals geclaimd door juristen.
2. Een concreet empirisch fenomeen definiëren voor de ‘rechtsstaat’
3. Je hebt multidisciplinariteit nodig om de rechtsstaat te begrijpen
Rechtsstaatprisma:
1. Juridische kleur: regels, weten, principes, rechten, instanties en bevoegdheden (de
rechtsstaat op papier)
2. Sociologische kleur: conventies, patronen in gedrag van mensen (als collectief)
3. Bestuurswetenschappelijke kleur: de rechtsstaat als mode of government
(Sociologische kleur) Hoe bepaalt samenleven het gedrag?
1. Durkheim: maatschappelijke processen verklaren, op zoek naar het patroon en het
‘waarom’?
2. Weber: interpreteren (waarnemen en duiden), zingevingspatroon, zingeladen sociaal
handelen, ideaaltypen
3. Putnam: groepsdynamiek, mate van samen dingen doen, civic culture
4. Zijderveld: groepsdynamiek, hoe worden waarden geïnstitutionaliseerd in instituties?
Sociologie naar rechtssociologie
Sociologen begrijpen nu recht te begrijpen. Voorbeelden zijn Friedman’s: law explosion en
Howard’s death of common sense.
Instituties en institutionalisering
Institutie: maatschappelijke structuur, normenkaders, cognitie (dus: cultuur)
De normatieve institutionele orde van de rechtsstaat: rationeel-legaal gezag. Dat houdt in
algemeenheid (rechtsgelijkheid, legaliteit) en voorspelbaarheid (rechtszekerheid).
Institutionalisering
Zijderveld: oorspronkelijk individueel en subjectief gedrag wordt geïmiteerd, maar wordt dan
herhaald in de tijd op een zodanige manier dat het collectief en objectief gedrag wordt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavdham. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.36. You're not tied to anything after your purchase.