Een duidelijke en gestructureerde samenvatting van het vak fiscale wetgeving van de richting kmo en ondernemen aan ucll. Gemaakt in academiejaar , eerste semester
Fiscale wetgeving
DEEL 1: BASISBEGINSELEN BELASTINGRECHT
Hoofdstuk 1: Inleiding
1) Een korte quiz
In welk gewest ligt het gemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner het hoogst?
Vlaams gewest
In welke 3 provincies ligt het gemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner het hoogst?
Vlaams-Brabant, Waals-Brabant, Oost-Vlaanderen
In welke 3 gemeenten ligt het gemiddeld netto belastbaar inkomen per hoofd het hoogst?
Sint-Martens-Latem, Keerbergen, Oud-Heverlee
2) Waarom deze quiz?
Netto-belastbaar inkomen rode draad binnen dit OPO
Iets anders dan nettoloon!
Netto-belastbaar loon: brutoloon – RSZ
Nettoloon: belastbaar loon – belastingen of bedrijfsvoorheffingen en bijzondere
sociale bijdrage (dus wat elke maand op je rekening komt van te werken)
3) Van bruto naar netto op je bankrekening
Brutoloon (na afhouding WG-bijdrage)
- SZ-bijdragen (bediende = 13,07% van brutoloon, arbeider = brutoloon x 1,08 x 13,07%)
= bruto belastbaar loon
- BV (bedrijfsvoorheffing)
- BBSZ (bijzondere bijdrage voor de SZ)
= nettoloon op bankrekening
(=bv = een voorschot op de belasting, als je teveel hebt betaald krijg je terug en andersom)
4) Van bruto naar netto in de personenbelasting
Bruto belastbaar (beroeps)inkomen
- beroepskosten (bv. trein, pc, auto,…)
(- aftrekbare verliezen) (indien een beroepswerkzaamheid tijdens een belastbaar tijdperk tot een verlies heeft geleid)
(- (overgedragen) beroepsverliezen) (indien verlies overblijft, mag meegenomen worden naar volgend belastbaar tijdperk)
= netto belastbaar (beroeps)inkomen (op dit netto belastbaar inkomen worden de belastingtarieven toegepast)
5 types beroepsinkomens: winsten/baten/winsten en baten van vorige beroepswerkzaamheid/
bezoldigingen/pensioenen, renten en als dusdanig geldende toelagen
1
,Hoofdstuk 2: Begrip en kenmerken van de
belasting
1) Het begrip ‘belasting’
Geen wettelijke definitie (ook niet in codex)
Wel rechtspraak Hof van Cassatie en grondwettelijk hof (gezaghebbend en bindend)
Bestanddelen van een belasting:
Een door de overheid; (geen burger of bedrijf)
Volgens bepaalde regels van recht; (er moet een wet aan voorafgaan)
Eenzijdig opgelegde en verplichte bijdrage ; (overheid legt op en burger moet betalen)
Die bestemd is om diensten van algemeen nut te financieren (= geen specifieke
tegenprestatie) (bv zwembad, bib, openbare plaatsen,…)
Voor zover die bijdrage bij wet of decreet als belasting wordt erkend
2) Kenmerken van een belasting
2.1 Het financieel doel
Belastingen kunnen voor om het even welke overheidsuitgave worden besteed
Afwezigheid van een afwijsbare en individuele tegenprestatie betaler weet niet wat er
precies met de door hem betaalde belasting gebeurt)
2.2 Dwingend karakter
Eenzijdig opgelegde en verplichte bijdrage
Belastingadministratie kan:
Sancties opleggen
Bij niet-betaling dwangmaatregelen nemen (vb. art. 298, 351, 444, 449 WIB)
2 soorten sancties
Administratieve (fiscus)
Strafrechtelijke (parket)
Wet van 20 september 2012: Una-via-principe inbreuken op de fiscale wetgeving
kunnen niet via beide sancties bestraft worden dus ofwel administratieve ofwel
strafrechtelijke sanctie
3) Belasting vs. andere door de overheid
opgelegde heffingen
3.1 Retributie
Specifieke tegenprestatie (‘bestemmingscriterium’), geen algemene verplichting
Voorbeelden: haven- en kaaigelden voor het gebruik van haveninstallaties, tolgelden bij
tunnels, parkeergelden …
Praktijk: verschil met belasting niet altijd gemakkelijk te maken (dit is meer een vergoeding)
2
, Belasting die burger moet betalen bij gebruik van bepaalde dingen (bv. parkeergeld) je weet
waar het naar toe gaat en je moet het niet verplicht betalen, want je kan ook op een gratis
parking gaan staan bv.
3.2 Verhaalbelasting
Specifieke tegenprestatie, algemene verplichting
Onweerlegbaar vermoeden dat belastingplichtige voordeel haalt uit de overheidsprestatie =
het voordeel wordt als het ware gedwongen genoten
Eventueel betalen, ook al gebruikt men niet
Voorbeelden: verhaalbelasting voor rioleringswerken => een particulier is verplicht zijn
woning aan te sluiten op het rioleringsnet
Hangt er tussenin: is wel verplicht, maar je weet waar je geld naartoe gaat
3.3 Urbanisatiebelasting
Forfaitair aangerekend (<-> verhaalbelasting)
Opgelegd aan alle inwoners van een bepaald gebied
Voorbeelden: voor aanleg fietspaden, rioleringswerken …
Niet gebonden aan de uitvoering van bepaalde werken op een bepaalde plaats en tijdstip
Beetje hetzelfde als verhaalbelasting, maar het is een vast bedrag
3.4 Parafiscale bijdragen: SZ-bijdragen
WG- en WN-bijdragen worden geïnd door de RSZ, opbrengst komt niet in de
rijksmiddelenbegroting terecht = dus geen belasting
Algemene verplichting
Specifieke tegenprestaties (gesteund op het verzekeringsbeginsel): pensioenen,
werkloosheidsuitkeringen, ziektevergoedingen …
In economische termen wel als belastingen beschouwd!
Hoofdstuk 3: Situering van het
belastingrecht
1) Rechtswetenschap
Studie van het belastingrecht (alles wat te maken heeft met regelgeving)
Wie of wat is aan de belasting onderworpen?
Welk is het toepasselijk tarief?
Hoe wordt de belasting gevestigd?
Hoe wordt de belasting geïnd?
2) Belastingwetenschap
Studie van de belastingen
Bestuderen van mogelijke aspecten en effecten van een belastingheffing
3
, Alles wat invloed heeft op betaling van belastingen of verhogen van de belastingen heeft
met economie te maken en gaan ze niet bestuderen)
Hoofdstuk 4: Noodzakelijk karakter van
belastingen in een moderne samenleving
Vrijemarkteconomie: productiemiddelen in handen van de burgers
overheid komt niet tussen
Centraal geleide economie: Productiemiddelen in handen van de overheid
belastingen overbodig
Gemende economie: overheid speelt een actieve rol
belastingheffing noodzakelijk in westerse landen
Hoofdstuk 5: Functies van de belasting
1) Financiële functie
Meest essentiële functie
Evolutie inning belastingen
1850: 84 miljoen Belgische frank
2019: 116,67 miljoen euro
Dit komt doordat we met meer burgers zijn
Directe belastingen: 56% van alle belastingopbrengsten (bv. personenbelasting)
Indirecte belastingen: 44% van alle belastingopbrengsten (bv. btw)
3) Sociale functie
Belastingen kunnen gebruikt worden op in te grijpen op verschillen in de inkomsten van
belastingplichtigen (hoe hoger het inkomen, hoe hoger de belastingen het verschil van het
inkomen wordt dus verkleind door de belastingen)
Belastingen kunnen verschillen vergroten (regressieve belasting, bv. btw)
Belastingen kunnen verschillen verkleinen (progressieve belasting, bv. in personenbelasting)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MK2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.99. You're not tied to anything after your purchase.