• Onze wereld bestaat uit zichtbaar(planten, mensen…) en niet-zichtbaar (micro-organismen)
• Micro-organismes:
o Belangrijk voor de gezondheid
o Samenwonen met ons:
▪ Als symbionten maar ook als pathogenen
Verandering:
• Bacteriën evolueren veel sneller dan de mens
o Komt door een veel snellere delingstijd (20 minuten in tegenstelling tot 20 jaar)
Tijdsverloop:
• Vroeger:
o Wat men niet zag, bestond niet
• de
17 eeuw:
o Door uitvinding van microscoop worden micro-organismen beschreven (kokken en
staven)
• de
19 eeuw:
o Bestaan van kokken en staven gelinkt aan rottingsprocessen met ziekte
3 domeinen van leven:
• Leven was opgesplitst in zichtbare(planten, fungi en dieren) en niet-
zichtbare (monera en protisten)
• Toenmalige visie:
o Onzichtbare leven ontstaat (generatio spontanea) uit het zichtbare
leven dat geschapen is
• Op eerste zicht bruist zichtbaar leven van diversiteit
Verslagen van generatio spontanea:
• Niet-steriele vloeistof wordt in buis geplaatst
• Vloeistof wordt gesteriliseerd door hitte
• Stof en micro-organismen worden gevangen genomen in de glazen bocht
• Op lang termijn:
o Vloeistof blijft steriel
• Op kort termijn:
o Buis wordt gekanteld en vloeistof komt in contact met micro-organismen
o De vloeistof zit nu vol met micro-organismen
Immunologie Dylan De Neve
, 2
Bacteriën en diversiteit:
• 16S rRNA wordt gebruik als maatstaf om te kijken naar diversiteit
• Waarom 16S rRNA:
o Kom voor bij alle levende wezens
o Bijna functioneel identiek bij alle levende wezens
o Wordt gebruikt voor taxonomie/fylogenie
• Het genoom van dit rRNA is heel identiek bij planten, mensen en bacteriën
• Bij bacteriën:
o Toch sequenties dat niet gelijkaardig zijn
o Diversiteit is vele malen groter dan deze van de multicellulaire visuele wereld
Virussen:
• Niet opgenomen in de domeinen van het leven
• Ze kunnen beschouwd worden als dood materiaal dat deel uitmaakt van de genenpool van
het leven
• Ze hebben geen éénzelfde sequentie
o Dus door diversiteit is er niet 1 mogelijke therapie tegen 1 bepaald virus
• Ze passen zich aan de omgeving aan met een enorme snelheid
o Voortplantingssnelheid ligt veel hoger
Fylogenetische boom:
• Clusters op deze boom zijn nauw verwant aan elkaar
• 3 domeinen:
o Archaea
o Bacteria
o Eukarya
• De boom is gebaseerd op nucleïnezuursequenties (niet op zichtbare kenmerken)
• Enkel planten, dieren en fungi zijn zichtbaar
o Ze vormen maar een vrij beperkt onderdeel van het leven
Bacteriën:
• Ze passen zich aan de omgeving aan met een enorme snelheid
o Voortplantingssnelheid ligt veel hoger
• Ze kunnen volledig resistent zijn in 11 dagen
• Experiment:
o Plaat met stijgende concentratie van antibiotica naar het midden toe
o Bacterie zal muteren en dus
resistent worden
Immunologie Dylan De Neve
, 3
Virussen, bacteriën en microscopie:
• Bacteriën zijn zichtbaar met lichtmicroscoop, virussen niet
• Virussen worden slecht enkel gezien onder een elektronenmicroscoop
• Maar er is geen strikte grens tussen de 2 op basis van grootte:
o Grootste virus is namelijk groter dan kleinste bacterie
Kiemtheorie:
• Pathogeen moet afwezig zijn in het gezonde individu en volledig aanwezig zijn in het zieke
individu
o Gecontroleerd door microscopie
• Het verdachte pathogeen moet gekweekt worden in een cultuur
o In een petrischaal
• Het gekweekte pathogeen moet ziekte veroorzaken bij inenting van een gezond dier
o Gecontroleerd op dierenexperimenten
• Het pathogeen moet nu op exact dezelfde manier teruggevonden worden in het zieke dier
Conditionele pathogenen:
• Pathogenen waar we continu mee in contact komen en dus niet altijd ziekte veroorzaken
• Ziekte veroorzaken hangt af van vatbaarheid voor
o Kolonisatie
o Invasie
o Uiteindelijke immuunrespons
• Bijvoorbeeld:
o Blaasinfectie
Opportunistische infecties:
• Oorzaak is een veralgemeende vermindering van de immuniteit
• Pathogenen maken dus gebruik van opportuniteit om ziekte te veroorzaken
• Veroorzaker hiervan kan geen ziekte veroorzaken bij gezonde personen
• Bijvoorbeeld:
o Wondje van de huid
Dysbacteriose:
• Lokale flora kan uit balans geraken (wijziging van de samenstelling)
• Overgroei niet toe te schrijven aan 1 kiem
Pathogenen in de domeinen van het leven:
• Bevinden zich in elk domein, maar
o In de archaea niet onmiddellijk want deze leven rond extreme omstandigheden, dus
komen we er eigenlijk niet in contact mee
Immunologie Dylan De Neve
, 4
Interacties tussen species:
• Voorbeeld:
o Wanneer de mens of konijn (prooi) zal toenemen in aantal, zal ook het mazelenvirus
of de lynx (predator) toenemen in aantal
• Verder op mazelenvirus en mens:
o Ofwel sterf je, ofwel ben je levenslang immuun
▪ Dus enkel niet-immune mensen zijn vatbaar
o Bij kleine gemeenschap kan het virus dus niet overleven
▪ Maar door nieuwe import, zijn er dus nieuwe targets voor het virus
• Grafiek zal dus weer stijgen
• Opgepast dit geldt niet voor alle virussen
Fysiologische steriele omgeving:
• Bloed en intern milieu
• Ademhalingsstelsel (broncheoli en alveoli)
• Urogenitaal (urineblaas en ureter)
• Prostaat, baarmoeder, zaad- en eileider
Fysiologisch niet-steriele omgeving:
• Huid
• Van mond tot anus
• Darm:
o Bevat meer bacteriën dan cellen in het lichaam (microbioom)
o Bevat ook virussen, gisten en protozoa
▪ Vooral bacteriofagen, belangrijk voor horizontale gentransfer
o Bevat barrières, zodat bacteriën in de darm blijven
Microbioom:
• Krijgen in de darm een voedselrijk milieu met constante temperatuur
• Voeding, lifestyle, hygiëne hebben invloed op de samenstelling van het microbioom
o Verstoring van de darmflora kan ziekte als gevolg hebben
Kiemvrije dieren (Germ Free Animals):
• Dieren worden gekweekt in steriele omgeving
• Ze hebben een verkleind darmoppervlak (dus minder absorptie van voedingsstoffen) en een
onderontwikkeld immuunsysteem
o Ze zijn niet ervaren met pathogenen
Obesitas:
• Kan voorspeld worden op basis van de samenstelling van het microbioom van de darm
o Er zijn meer carbohydraat verwerkende enzymen
• Kiemvrije dieren hebben minder obesitas, maar meer calorie-inname nodig voor het zelfde
gewicht
Immunologie Dylan De Neve
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dedeny. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.