Samenvatting Psychologie een inleiding module 2 Social Work
16 views 0 purchase
Course
Psychologie Sociologie Methodiek
Institution
Hogeschool InHolland (InHolland)
Book
Psychologie, een inleiding
Dit is een samenvatting van Psychologie een inleiding met alles voor de multiple choice toets van module 2 Social Work eerste jaar. het bevat: p. 41 t/m 48, 66 t/m 78, 127 t/m 160, 255 t/m 256, 262 t/m 266, 268 t/m 284.
Samenvatting Psychologie, een inleiding, 8e editie met MyLab NL toegangscode, ISBN: 9789043034593 Minor Toegepaste Psychologie
All for this textbook (1)
Written for
Hogeschool InHolland (InHolland)
Social Work
Psychologie Sociologie Methodiek
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
Emma1104
Content preview
Psychologie in een inleiding samenvatting module 2
Hoofdstuk 2 p. 41 t/m 48
2.1.1
Biopsychologie: Specialisme in de psychologie dat de interactie tussen biologie, gedrag en de
omgeving bestudeert. In Vlaanderen ook wel bekend als gedragsbiologie.
Evolutie: Het geleidelijke proces van biologische verandering van een soort doordat die zich
succesvol aanpast aan zijn omgeving.
Creationisme: De religieus geïnspireerde opvatting dat het universum en al het leven op aarde hun
ontstaan te danken hebben aan een bijzondere (goddelijke) scheppingsdaad.
De door Charles Darwin ontwikkelde theorie over de evolutie verklaart gedrag als het resultaat van
natuurlijke selectie: Drijvende kracht achter de evolutie, waardoor de omgeving de best aangepaste
organismen ‘selecteert’. Survival of the fittest: De organismen die het best in hun leefomgeving
passen, overleven. Adaptieve kenmerken: Kenmerk van een soort dat is ontstaan gebaseerd op
aanpassing aan een specifieke omgeving.
2.1.2
Een verschil tussen jou en je beide ouders ontstaat door de willekeurige combinatie van kenmerken
die door elk van je beide ouders aan jou zijn doorgegeven. Deze gemengde erfenis bepaalt je unieke
genotype: kenmerken van een organisme zoals die genetisch zijn vastgesteld. Als het genotype de
‘blauwdruk’ is, zijn de daaruit voortkomende fysieke eigenschappen het fenotype: waarneembare
fysieke kenmerken van een organisme. De omgeving heeft invloed op het fenotype. Elke cel in het
lichaam bevat een volledige verzameling biologische instructies, genomen genoemd, voor het
opbouwen van het organisme. Het genoom van een organisme omvat één complete set van
chromosomen. Als we chromosomen uitvergroten, zien we dat elk chromosoom uit een lange, strak
opgewonden keten DNA bestaat, een lang complex molecuul dat informatie bevat over alle
genetische eigenschappen. De volledige naam voor DNA is desoxyribonucleïnezuur. Genen zijn de
‘woorden’ waaruit de bouwinstructie voor elk organisme bestaat. Stukjes van een chromosoom
waarin de codes voor de erfelijke lichamelijke en psychische eigenschappen van een organisme zijn
opgeslagen. Ze vormen de functionele elementen van een chromosoom. Genen liggen in een
bepaalde volgorde op de chromosomen: Lange, dunne en spiraalvormige draad waarlangs de genen
zijn gerangschikt als de kralen van een ketting. Chromosomen bestaan voornamelijk uit DNA. Twee
van de 46 chromosomen verdienen speciale aandacht: de geslachtschromosomen. Een chromosoom
dat onze lichamelijke geslachtskenmerken bepaalt. Vrouwen hebben twee X-chromosomen en
mannen een X- en een Y-chromosoom. Chromosomen die geen geslachtschromosomen zijn, worden
autosomen genoemd; bij de mens zijn dit dus niet de X- of Y-chromosomen, maar één van de 22 paar
andere chromosomen.
Hoofdstuk 2 p. 66 t/m 78
2.3.1
Onze hersenen hebben in wezen een soort steel, de zogenoemde hersenstam: Meest primitieve van
de drie hersenlagen. Hij bestaat uit de medulla oblongata, de pons en de formatio reticularis.
Evolutionair gezien is dit het oudste gedeelte van de hersenen; het voert de meest elementaire
functies uit. Boven op die steel hebben wij nog twee lagen ontwikkeld: het zogenoemde limbische
systeem en het cerebrum. De hersenstam verbindt het ruggenmerg met de hersenen. In deze positie
dient hij als een buis voor zenuwbanen die signalen omhoog en omlaag door het ruggenmerg
, geleiden, tussen het lichaam en de hersenen. Hier kruisen ook veel sensorische en motorische banen
elkaar naar de tegenovergelegen zijde, waardoor zoals gezegd elke kant van de hersenen wordt
verbonden met de tegenovergelegen zijde van het lichaam.
In de medulla (oblongata), die te zien is als een bol in de hersenstam, worden elementaire
lichaamsfuncties zoals ademhaling, bloeddruk en hartslag gereguleerd. De sensorische en motorische
zenuwbanen die de hersenen met het lichaam verbinden, kruisen elkaar in de medulla. De medulla
functioneert op een ‘automatische piloot’. Een nog grotere bol, de zogenoemde pons (dat ‘brug’
betekent), ligt vlak boven de medulla, waar hij zenuwbanen huisvest die de slaap- en droomcyclus
reguleren. De pons functioneert als een ‘brug’ die de hersenstam met de kleine hersenen
(cerebellum) verbindt, een structuur die is betrokken bij het maken van gecoördineerde bewegingen.
De formatio reticularis, die door het centrum van dit alles loopt, is een potloodvormige bundel
zenuwcellen die de kern van de hersenstam vormt. Een van de taken van de formatio reticularis is de
hersenen wakker en alert houden. De thalamus, die bestaat uit twee bolvormige lichamen gelegen
boven op de hersenstam, is door zenuwvezels verbonden met de formatio reticularis. Technisch
gezien maakt de thalamus deel uit van de hersenhelften en niet van de hersenstam: hij werkt als de
centrale verwerkingschip in een computer en regelt het binnenkomende en uitgaande sensorische en
motorische verkeer in de hersenen. Daardoor ontvangt de thalamus informatie van alle zintuigen
(behalve van het reukorgaan) en geleidt deze informatie naar de juiste verwerkingsbanen in de
gehele hersenen. Het cerebellum of de kleine hersenen, dat onder de achterkant van de
hersenhelften en achter de hersenstam ligt, ziet eruit als een minibrein. De kleine hersenen zorgen
voor de coördinatie van onze bewegingen en voor ons evenwicht. Samen reguleren het cerebellum,
de thalamus en de hersenstam de meest elementaire functies van bewegingen en van het leven zelf.
Alleen zoogdieren hebben een volledig ontwikkeld limbisch systeem: De middelste laag van de
hersenen, betrokken bij emotie en herinnering. Het limbische systeem omvat het corpus
amygdaloideum (de amygdala), de hippocampus, de hypothalamus en andere structuren.
Dankzij deze hoornvormige structuren hebben we een sterk uitgebreid vermogen wat betreft
emoties en geheugen: vaardigheden die ons het grote voordeel van psychische flexibiliteit geven.
Globaal kun je het limbische systeem beschouwen als het centrale commando van de hersenen, dat
vele taken tegelijk uitvoert met betrekking tot emoties, motieven, geheugen en het handhaven van
een evenwichtige toestand in het lichaam.
De hippocampus maakt ons geheugensysteem mogelijk. De hippocampus speelt een rol bij
langdurige herinneringen. De hippocampus blijkt te groeien door ervaring.
Een andere limbische structuur is de amygdala: Speelt een rol bij herinneringen, emoties (vooral
angst en agressie) en motivatie. Je hersenen hebben twee amygdala’s, aan elke zijde één. Ze
bevinden zich voor de hippocampus.
De hypothalamus: structuur in het limbische systeem die dienst doet als bloedtestlaboratorium. Het
bloed, dat informatie geeft over de toestand van het lichaam, wordt continu in de gaten gehouden.
Als een verstoring van het evenwicht wordt vastgesteld, reageert de hypothalamus onmiddellijk met
commando’s die zijn gericht op het herstellen van het evenwicht. De hypothalamus omvat ook de
zogeheten genotscentra, of beloningscircuits. De hypothalamus dient tevens als de verbinding tussen
het zenuwstelsel en het hormoonstelsel; via deze twee stelsels regelt de hypothalamus onze
emotionele arousal en stress. Ten slotte speelt de hypothalamus een rol bij onze emoties, doordat hij
enkele beloningsschakelingen bevat.
Als je naar menselijke hersenen kijkt, zie je voornamelijk de grote hersenhelften ,iets groter dan je
twee vuisten tegen elkaar. Je ziet ook dat deze verbonden zijn door een bundel vezels, het corpus
callosum, waardoor de hersenhelften met elkaar communiceren. De vrijwel symmetrische
hersenhelften vormen een dik hoofddeksel (het cerebrum) dat twee derde van de totale massa van
de hersenen vormt en het grootste deel van het limbische systeem verbergt. De dunnen buitenste
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Emma1104. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.