Samenvatting microeconomie
1. Marktwerking en welvaart
1.1. Wat vooraf ging
• Adam Smith: Competitieve markten, waarin iedereen zijn eigenbelang nastreeft, leiden tot
de best mogelijke toestand voor de maatschappij als geheel
• In een markteconomie is de toewijzing van middelen gedecentraliseerd, bepaald door de
interacties van veel geïnteresseerde kopers en verkopers.
• Het totale surplus als som van consumenten en producentensurplus is de maatstaf voor
welvaart van de samenleving en het concept ‘Pareto efficiëntie’.
• WTP en de vraagcurve
o Vraagcurve: Geeft weer hoeveel de vragers bereid zijn af te nemen aan de
verschillende prijzen
o Willingness to pay (WTP): hoeveel de consument bereid is te betalen voor de afname
van verschillende hoeveelheden
Meet de maximale prijs dat een koper voor een product zal betalen
1.2. Consumenten en producentensurplus
• Consumentensurplus:
o CS = (waarde voor kopers) – (bedrag betaald door kopers)
CS = WTP-P
o CS meet de voordelen die kopers ontvangen van deelname aan de markt.
o Hoe hoger de prijs, hoe lager het CS
o Voor een koper daalt de WTP voor elke toenemende eenheid die hij koopt
(afnemend nut).
• Producenten surplus:
o PS = (bedrag ontvangen door verkopers) – (kosten voor verkopers)
o PS meet de voordelen die verkopers ontvangen van deelname aan de markt.
o Kosten en aanbodcurve
De prijs van alle inputs die de producent moet opgeven om een goed te
produceren
• Let op! Oppervlakte van CS en PS zijn driehoeken -> b x h / 2
• Totale surplus = CS + PS
o Meet alle baten uit deelname aan de markt
o = ‘waarde voor kopers’ - ‘bedrag betaald door kopers’ + ‘bedrag ontvangen door
verkopers’ – ‘kosten van verkopers’
o = waarde voor kopers – kosten van verkopers
1
,1.3. Pareto efficientie
• Het evenwicht is pareto efficient als het aanbod gelijk is aan de vraag
o TS wordt gemaximaliseerd
2
,2. H10: marktingrijpen door de overheid
2.1. Accijnzen
• Imact van een accijnsheffing van 6 euro
Zonder Met
accijns accijns
CS 36 16
PS 18 8
Overheid 0 24
DWL 0 6
•
Zonder Met
subsidie subsidie
CS 36 49
PS 18 24.5
• Overheid 0 21
DWL 0 1.5
•
2.3. Plafondprijs (maximum prijs regulering)
• Er is een overschot in de vraag!
Zonder Met
plafondprijs plafondprijs
CS 36 40
PS 18 8
DWL 0 6
•
o Gebeurt als de consumenten die het goed het meeste waarderen het kopen
3
, Zonder Met
plafondprijs plafondprijs
CS 36 16
PS 18 8
DWL 0 30
•
•
o Als de consumenten die het goed het minste waarderen het kopen
o Nog grotere DWL
2.4. Bodemprijs (minimum prijs regulering)
• Er is een overschot in het aanbod
Zonder Met
plafondprijs plafondprijs
CS 36 16
PS 18 32
DWL 0 6
•
o Als goedkoopste producenten hun producten verkopen
Zonder Met
plafondprijs plafondprijs
CS 36 16
PS 18 8
DWL 0 30
•
o Als duurste producenten hun producten verkopen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller corgoethals. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.