100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Recht $5.36
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Recht

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een samenvatting van de hoorcolleges, werkgroepen en een deel van de literatuur van Inleiding Recht.

Preview 4 out of 100  pages

  • December 20, 2021
  • 100
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Inleiding Recht
Inhoudsopgave
Syllabus......................................................................................................................................................... 2

Week 1.......................................................................................................................................................... 6
Hoorcollege..........................................................................................................................................................6
Werkgroep............................................................................................................................................................9
Literatuur............................................................................................................................................................10

Week 2........................................................................................................................................................ 18
Hoorcollege........................................................................................................................................................18
Werkgroep..........................................................................................................................................................21
Literatuur............................................................................................................................................................24

Week 3........................................................................................................................................................ 29
Hoorcollege........................................................................................................................................................29
Werkgroep..........................................................................................................................................................34
Literatuur............................................................................................................................................................37

Week 4........................................................................................................................................................ 49
Hoorcollege........................................................................................................................................................49
Werkgroep..........................................................................................................................................................54
Literatuur............................................................................................................................................................58

Week 5........................................................................................................................................................ 64
Hoorcollege........................................................................................................................................................64
Werkgroep..........................................................................................................................................................68
Literatuur............................................................................................................................................................70

Week 6........................................................................................................................................................ 81
Hoorcollege........................................................................................................................................................81
Werkgroep..........................................................................................................................................................84
Literatuur............................................................................................................................................................88

Oefententamen........................................................................................................................................... 98




1

,Syllabus
Encyclopedie van de rechtswetenschap
1. Recht
2. Rechtvaardigheid
3. Juridische kennis


Het recht is wat we in de rechtsbronnen vinden  FORMEEL
Want er wordt verwezen naar de vindplaats van recht = niet inhoudelijk

Wetten
- Provincies en gemeentes mogen wetten maken, maar wanneer deze in strijd zijn met
wetten van een hogere wetgever, hoeven burgers zich daar niet naar te gedragen.
o Hoogste wetgever = formele wetgever
o Hoogste wet = wet in formele zin
 Beginnen met een intitule, beknopt opschrift waarmee de wet in het
Staatsblad en andere officiële publicaties wordt aangeduid.
 Na de intitule een aanhef, als ‘Wij’ of ‘Koning der Nederlanden’ of
‘Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut!’ of ‘Alzo Wij in
overweging genomen hebben, dat’.
 Gevolgd door een considerans: een opsomming van de
beweegredenen die tot de wet geleid hebben.
 Aanhef eindigt met ‘Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en
met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:’.
- Art 42 lid 1 Gw stelt dat de Koning lid is van de regering. Wanneer een wet, door de
regering afgekondigd, begint met ‘met gemeen overleg der Staten-Generaal’ kan je
hieruit afleiden dat het een wet in formele zin betreft.
o Afkomstig van de hoogste wetgever
o Rechter wordt verboden om een wet in formele zin te toetsen aan de
grondwet, Art 120 Gw.
 De rechter mag lagere wetgeving wel toetsen aan de Grondwet.
- Slotbepaling van een wet:
o Wet geeft zelf vaak aan op welke manier de wet kan worden aangehaald.
 Citeertitel (= GEEN afkorting)
o Na citeertitel wordt vermeld wanneer de wet in werking treedt.
o Aan het eind van de tekst van de wet staat het zogenoemde slotformulier
 ‘Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
 Weggelaten in wettenbundels.




2

,Rechtsregels
 Geven aan wat zou moeten gebeuren als aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
Ook wel het rechtsgevolg genoemd. Het treedt niet automatisch in, maar moet door
de burgers en de overheid tot stand worden gebracht.

Normatieve regels
 dergelijke rechtsregels waarin aan voorwaarden een bepaald rechtsgevolg wordt
verbonden. Zij schrijven voor wat er volgens het geldende recht zou moeten
gebeuren. Reguleren/normeren het gedrag van burgers, overheid en bedrijven.
Regels die zich richten tot de rechtssubjecten en waarin een bepaald rechtsgevolg
wordt verbonden aan bepaalde feiten.
 Voorbeeld normatieve rechtsregel: Art 6:162 lid 1 BW

Verwijzingsregels of schakelbepalingen zijn rechtsregels die niet zijn bedoeld om het gedrag
van de burgers te sturen of beoordelen. Ook zijn er bepaalde juridische constructies en
ficties binnen het recht.

Kwalificatieregels
 regels die in het bijzonder zijn gericht tot de toepasser van de regel, zodat de
normatieve regels juist en efficiënt worden toegepast. Zo worden met behulp van
kwalificatieregels organen in het leven geroepen of worden definities gegeven. Soms
wordt er met zo’n regel verwezen naar andere regelingen die van belang zijn voor de
juiste toepassing van de normatieve regels.
 Organen: eerste artikelen van Hoofdstuk 3 van de Grondwet.
 Definities: Art 3:1 BW
 Andere regelingen: Art 3:226 lid 2 BW

Normatieve regels
 onderverdelen in drie modaliteiten
 Gebod
o Diegene die voldoet aan de voorwaarden die worden gesteld moet iets
doen. Iets word je opgedragen, je moet iets doen.
 Verbod
o Iets wordt verboden, je mag volgens deze regel (of wet) iets NIET
doen.
 Verlof
o Bij deze rechtsregel hoeft iemand iets niet te doen, maar het is ook
niet verboden. Zo mag iets bijvoorbeeld officieel niet, maar na een
aanvraag oid mag het wel. Het verkrijgen van een bevoegdheid.

Rechtsfeiten
 deze feiten zijn rechtens relevant omdat het feiten betreft die als voorwaarden
worden genoemd in de rechtsregel. Feiten, handelingen en/of gebeurtenissen die in
een bepaalde casus relevant blijken te zijn omdat ze als voorwaarde in de regel
worden genoemd.
 Als (rechtsfeiten/voorwaarden), dan (rechtsgevolg)….
 Dus wanneer een bepaald rechtsfeit zich voordoet, volgt er een rechtgevolg.

3

, De vraag of een rechtsregel van toepassing is op een concreet geval, beantwoorden we door
na te gaan of de toepassingsvoorwaarden zijn vervuld.
 Enkelvoudige & cumulatieve voorwaarden:
o Enkelvoudige voorwaarden hebben 1 voorwaarde waarna het
rechtsgevolg komt.
o Cumulatieve voorwaarden hebben meerdere voorwaarden, en aan
allen moet worden voldaan. Anders is er geen sprake van een
rechtsgevolg. Het zijn allemaal noodzakelijke voorwaarden.
 Alternatieve voorwaarden:
o Er zijn meerdere oorzaken waardoor een rechtsgevolg in kan treden.
Er hoeft maar aan 1 voorwaarde voldaan te worden, niet aan allemaal.
 Combinatie:
o Er zijn ook wetten waarbij het voorkomt dat er alternatieve én
cumulatieve voorwaarden zijn om een rechtsgevolg te doen intreden.
Zo kunnen er vier voorwaarden zijn, maar 1 van deze voorwaarden
bestaat uit twee alternatieven. Er moet dan maar aan 1 van de twee
voldaan zijn (vb: Art 310 Sr).

Wettelijke bepaling  twee verschillende rechtsgevolgen  analyse  twee verschillende
rechtsregels
Voorbeeld: Art 280 lid 1 Sr
 Rechtsregel 1: De verberger wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.
 Rechtsregel 2: Hij wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes
jaren of een geldboete van de vierde categorie.
Hier kan een ergere straf volgen, wanneer de minderjarige jonger is dan 12 jaar. Dus
er is hierbij sprake van twee rechtsregels, en voor twee cumulatieve voorwaarden
geldt de eerste rechtsregel maar wanneer die twee in combinatie zijn met een derde
cumulatieve voorwaarde, dan geldt de derde rechtsregel.

Verder zijn er ook wetten die een gekwalificeerde versie zijn van een andere wet. Zo is de
wet Art 288a Sr (doodslag met een terroristisch oogmerk) een gekwalificeerde versie van de
wet Art 287 Sr (doodslag). Je hebt de ene wet nodig om de ander te begrijpen. Het levert
(vaak) een zwaardere straf op.

Juridische casus
 In de praktijk beginnen juridische vragen met een geschil
o Bepaalde feitelijke gebeurtenissen of handelingen waarover een conflict is
ontstaan.
 Partijen dragen feiten aan, soms heel veel feiten, en het is zaak om in dit geheel van
gebeurtenissen, gedragingen en omstandigheden zicht te krijgen op het “feitelijke
geschil”.
o Feitelijke geschil: tot de essentie teruggebrachte feitenrelaas van de
betrokken partijen.
o Hier is het belang te zien van het scheiden van hoofd- en bijzaken.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yfraaf. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53920 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.36
  • (0)
Add to cart
Added