100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Politieke filosofie - Politicologie 2 Bestuurskunde - H. 1 t/m 6 $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Politieke filosofie - Politicologie 2 Bestuurskunde - H. 1 t/m 6

1 review
 59 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat alle informatie die je moet weten voor het tentamen politieke filosofie van de opleiding bestuurskunde jaar 2 aan de Hogeschool van Amsterdam. Hoofdstuk 1 t/m 6 worden volledig, maar beknopt samengevat. Een overzichtelijke samenvatting!

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 6
  • December 20, 2021
  • 18
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: mariamelb6 • 10 months ago

avatar-seller
Samenvatting politicologie – Frank Rebel

Hoofdstuk 1 – Rechtvaardigheid
Waarom is rechtvaardigheid moeilijk te definiëren?
 Culturele verschillen
 Veel vormen van rechtvaardigheid binnen de samenleving

Aristoteles:
 384 tot 322 voor Christus
 In Athene in de leer bij Plato
 Heeft een lyceum gesticht
 Docent op het lyceum

Algemene en bijzondere rechtvaardigheid
 Rechtvaardigheid heeft te maken met karakterhouding van de mens en niet met handelingen 
voortreffelijkheid van karakter
 Rechtvaardigheid is de morele houding/dispositie waardoor wij in staat zijn rechtvaardig te
handelen.
 Je moet weten wat het rechtvaardige is, het doen, daar vrijwillig voor kiezen en dit is niet
eenmalig.

Rechtvaardigheid in algemene zin:
o Gehoorzaamheid  iemand is onrechtvaardig als hij de wet overtreedt en rechtvaardig als hij de
wet in acht neemt.
o Het doel van politiek is het hoogste goed, het geluk of zelfverwekelijking van de mens. De wet
brengt het geluk van de politieke gemeenschap voort en houdt in stand.

Specifieke / bijzondere rechtvaardigheid:
o De rechtvaardigheid van relaties tussen individuele leden van de gemeenschap  is inkomen wel
rechtvaardig verdeeld?
o Distributieve rechtvaardigheid: verdeling van gemeenschappelijke goederen onder de leden van
een politiek gemeenschap (bijv. aanzien of materieel bezit).
 Iedereen moet krijgen wat hem toekomt, waar hij recht op heeft  iemand zonder enige
verdienste krijgt veel aanzien  onrechtvaardig
o Corrigerende recht: rechtvaardigheid van contacten en transacties die wij als mens met elkaar
aangaan. Vrijwillig (bijv. kopen) en onvrijwillig (bijv. diefstal).

John Rawls
 1921-2002
 Geboren in Amerika
 Vader is advocaat en moeder kunstenares en actief in lokale politiek
 Heeft filosofie gestudeerd
 Werkte voor Harvard
 Zijn onderzoek naar rechtvaardigheid heeft een invloed op de politieke filosofie.
 Hoofdwerk  theorie van rechtvaardigheid
 Nooit een publieke intellectueel geweest

,Sociale rechtvaardigheid
 Rechtvaardigheid bestaat ook uit beginselen voor de relaties tussen landen (internationale
rechtvaardigheid).
 In the law of people beoogt Rawls dat landen moeten elkaar helpen wanneer ze door ongunstige
economische, natuurlijke of politieke omstandigheden niet in staat zijn de fundamentele rechten
te waarborgen.
 In A theory of justice richt hij zich op sociale rechtvaardigheid: de juiste verdeling van schaarse
goederen, zoals rechten, vrijheden, macht, welvaart, over alle leden van een moderne
samenleving.
 Een samenleving is een samenwerkingsverband dat voor alle leden een voordeel meebrengt.
 Voordelen (politiemensen betalen, wegen creeëren etc) zijn groter dan nadelen (belasting
betalen, rekening houden met belangen van anderen)
 Belangenconflict: sociale samenwerking brengt belangenconflicten mee. Voordelen zijn niet
onuitputtelijk en iedereen wil zo weinig mogelijk nadelen.

De basisstructuur van de samenleving
 Belangrijke sociale instituties verdelen de voor- en nadelen (politieke systeem, wetten, economie
etc.)
 Geheel van de instituties is de basisstructuur van de samenleving
 Sociale instituties: de regels en praktijken die de relaties tussen mensen bemiddelen en
structureren (Thomas Pogge). Instituties regelen onze sociale levens en maken dit soms zelfs
mogelijk (denk aan school, sport, uitgaan, werk etc.)
 Politieke constitutie en economische en sociale regels bepalen de randvoorwaarden en structuur
van onze samenleving.

Ongelijkheden in levenskansen
 Basisstructuur heeft invloed op de kansen en vooruitzichten die we in het leven hebben.
o Bijv: stel ik wil journalist worden en inzetten voor het vrije woord, maar ik leef in een
dictatuur.
 De basisstructuur omvat diverse maatschappelijke posities en mensen die in verschillende
posities geboren zijn hebben verschillende levensverwachtingen, die ten dele worden bepaald
door het politiek systeem en door economische en sociale omstandigheden. Op die manier
begunstigen de instituties bepaalde startplaatsen boven anderen.
 We hebben dus geen controle over de positie waarin we geboren zijn of natuurlijk gegevenheid
die we hebben, maar wel over de manier waarop de samenleving hiermee omgaat en wat de
effecten die heeft op ons leven.

De sluier van onwetendheid
 Sociale rechtvaardigheid is een keuzeprobleem  de basisstructuur van onze samenleving moet
voldoen aan beginselen van rechtvaardigheid waarmee wij zouden instemmen als een keuze
mochten maken.
 De keuzes van beginselen moet in een situatie van vrijheid en gelijkheid plaatsvinden
 Rechtvaardigheid als billijkheid
 De beste manier om een billijk (rechtvaardig) resultaat te garanderen, is door de keuze achter
een sluier van onwetendheid (veil of ignorance) te laten plaatsenvinden. Zorgt ervoor dat de
keuze voor de beginselen onpartijdig is.
 Gedachte-experiment: niemand kent zijn plaats in de samenleving en hierdoor zijn we niet in
staat om ons eigenbelang als uitgangspunt te nemen voor onze keuze van
rechtvaardigheidsprincipes.
 Oorspronkelijke situatie: denkbeeldige keuzesituatie waaruit burgers als vrije en gelijke personen
achter de sluier van onwetendheid kiezen welke rechtvaardigheidsbeginselen de basisstructuur
moeten leiden.

, De twee rechtvaardigheidsprincipes
 Gelijke vrijheid: stelt dat iedere burger een gelijk recht moet hebben op het meest uitgebreide
systeem van gelijke fundamentele vrijheden, dat verenigbaar is met een vergelijkbaar systeem
van vrijheid voor allen.
o Ieder persoon moet dezelfde rechten en vrijheden krijgen en deze moeten zo uitgebreid
mogelijk zijn omdat we het belangrijk vinden dat we de mogelijkheid hebben om zelf het
leven te kunnen leiden dat we willen.
o Ongelijkheden die het resultaat zijn van vrije keuze accepteren we.
 Verschilbeginsel: sociale en economische ongelijkheden dienen zo te worden geordend dat ze
het meest ten goede komen aan de minst bedeelden. En wie over de juiste inhoudelijke
kwaliteiten beschikt, mag geen nadeel ondervinden van het milieu waaruit hij komt (gelijke
kansen).
o Meer sociaaleconomische gelijkheid moet niet ten koste gaan van de fundamentele
rechten  stel dat de welvaart van de samenleving erop vooruitgaat wanneer alleen de
rijken het recht hebben om deel te nemen aan het bestuur. Gegeven het prioriteit van
vrijheid is dit niet toelaatbaar.

De vijf belangrijkste themas’s Rawls:
1. Sociale rechtvaardigheid
2. Basisstructuur
3. Oorspronkelijke positie
4. De sluier van onwetendheid
5. De twee rechtvaardigheidsprincipes

Hoofdstuk 2 – Legitimiteit
Legitimiteit van politieke orde: onderbouwen dat beslissingen over publiek zaken door een politieke
macht gerechtvaardigd of gewettigd zijn. Politieke orde kan met recht offers opleggen en afdwingen.

Politieke orde: als eer een instelling aanwezig is die zeggenschap heeft over mensen

Vormen van legitimiteit:
Politieke orde is geen vanzelfsprekendheid
 Machtsoverwicht (controle over een grondgebied, met geweldsmonopolie
 De wet / het recht
 Instemming van burgers

Bronnen van legitimiteit:
 Traditie
 Goddelijke openbaring
 Komische orde
 Instemming van burgers
 Redelijkheid
 Mensenrechten

De klassieke opvatting van legitimiteit
Criteria van legitimiteit:
1. De juistheid van de doeleinden
2. De doeltreffendheid van politieke macht
3. De redelijkheid en rechtvaardigheid van het geheel (middelen en doelen)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurlebelle14. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  8x  sold
  • (1)
  Add to cart