100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 1 niveau 4 geestelijke gezondheidszorg, ISBN: 9789006910438 geestelijke gezondheidszorg $5.47
Add to cart

Summary

Samenvatting 1 niveau 4 geestelijke gezondheidszorg, ISBN: 9789006910438 geestelijke gezondheidszorg

1 review
 39 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting staan de hoofdstukken beschreven zoals staat in de beschrijving van het document.

Preview 4 out of 40  pages

  • No
  • Zie document beschrijving
  • December 20, 2021
  • 40
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: melvinmusters • 2 year ago

avatar-seller
VKG periode 12
Deel 1
Hoofdstuk 1:
Psychiatrische stoornis = als je psychologische functies zoals voelen, denken of waarnemen,
afwijkend functioneren -> gevolg : afwijkend gedrag (belangrijkste kenmerk psychiatrische stoornis)
Personen die tot een oordeel komen of er gestoord gedrag is zijn: Huisarts, praktijkondersteuner van
huisarts, psychiater. (Dat oordeel heet een klinisch oordeel of medische diagnose)
Criteria om te meten of gedrag een symptoom is van stoornis

 Gedrag wijkt duidelijk af van norm
 Gedrag heeft ongemak, lijden of bezorgdheid tot gevolg, bij zv zelf of zijn omgeving
 De zv kan zich niet anders gedragen dan hij/zij doet
 Kenmerken van gedrag zijn te herkennen en ordenen binnen het diagnostisch model van
psychiatrie (dsm-5 model)

Oorzaken Psychiatrische stoornis

 Gedrag is het eindproduct van de hersenen (biologische invalshoek) bh: medicijnen, ect,
operatie/tms
 Gedrag is de uitdrukking van psychologisch functioneren (psychologische invalshoek) bh: zin
en betekenis van gedrag achterhalen, afleren van gedrag,
psycho/cognitieve/gedragstherapie
 Gedrag is het resultaat van de interactie tussen de zorgvrager en zijn leefwereld (sociaal-
culturele invalshoek) bh: systeemtherapie, bijv. hele gezin in therapie
 Gedrag is het gevolg van buitenaardse machten en krachten(magische of religieuze
invalshoek) bh: uitdrijven boze geesten
 Gedrag is het resultaat van zowel biologische, psychologische als sociaal-culturele factoren
(biopsychosociale invalshoek) bh: gecombineerde behandeling

H7
Psychopathologie
De wetenschap van het geestelijk of psychisch lijden.
Een syndroom is een verzameling van steeds samen voorkomende symptomen

Expressie en psychomotoriek
De psychomotoriek zijn alle zichtbare uitingen die een uitdrukking zijn van de psychische toestand
waarin iemand zich bevind.
Je kunt met name veel opmaken uit:
 Lichaamshouding, beweging en mimiek (non verbale expressie)
 Overactiviteit: dan gaat het om overdreven snelheid of sterkte en heftigheid van
bewegingen. Hieronder bevalt bijv. lusteloosheid of agitatie
 Onder activiteit: dan gaat het om vertraagd, weinig of afwezig zijn van beweging.
 Dysactiviteit: verkeerde of moeilijke activiteit. Hieronder vallen alle afwijkingen in de
motoriek
 Spraak (verbale expressie)
De hoeveelheid woorden en spreektempo:
 Versneld: meer woorden dan nodig is/ herhalen
 Vertraagd: uiterst nauwkeurig kiezen van woorden/ overmatig gestileerd
 Gedeeltelijk geremd
 Volledig geblokkeerd

,Bewustzijn
Het bewustzijn is een toestand waarin je besef hebt van jezelf en je omgeving.
Psychologisch bewustzijn: door er over na te denken, je van iets bewust kunt worden.
Wordt ook wel reflexieve bewustzijn genoemd.
Biologisch bewustzijn: gaat het erom of je bij kennis bent.

Stoornissen in helderheid:
Hierbij gaat het om de mate waarin prikkels tot de zorgvrager doordringen.
Er zijn verschillende gradaties in verlaagde helderheid:
 Beneveling: de zorgvrager voelt zich suf, wazig, doezelig.
 Somnolentie: de zorgvrager is slaperig en moet moeite doen om wakker te blijven
 Sopor: de zorgvrager is in een soort slaaptoestand waaruit hij slechts met sterke prikkels kan
worden gewekt.
 Subcoma: de zorgvrager lijdt aan bewustzijnsverlies en kan niet worden gewekt, maar
reageer nog wel op licht en pijnprikkels
 Coma: hoogste graad van bewustzijnsverlies waarbij er geen reactie op pijnprikkels meer
optreedt
Stoornissen in aandacht
De aandacht omvat:
1. Waakzaamheid en alertheid
2. Vasthoudendheid en concentratie

Bij stoornissen in de aandacht worden twee varianten onderscheiden:
 Toestand op verhoogde aandacht. Dit treed vaak op bij angst
 Verminderd aandachtsvermogen: hiervan is er altijd sprake van een verlaagde
bewustzijnsvermogen.
Stoornissen in de oriëntatie
Oriëntatie is het vermogen jezelf te plaatsen in:
 Ruimte
 Tijd
 Relatie
Het word medebepaald door helderheid van bewustzijn en aandacht. Bij stoornissen hiervan treed
desoriëntatie op.

Zelfbeleving
Zelfbeleving is het reflexieve bewustzijn. Als er problemen met het reflexieve bewustzijn ontstaan,
herken je, jezelf niet meer. Dit noem je depersonalisatie, dit zorgt ervoor dat de fundamentele
vertrouwdheid met jezelf wegvalt.

Waarneming
Via de waarneming sta je in contact met de wereld om je heen. Waarnemen doe je met je zintuigen.
De waarneming zegt iets over hoe je in het leven staat, met je verwachting, interesse en wensen.

Illusie
Dit kun je omschrijven als een verkeerde uitleg van zintuigelijke gegevens, veroorzaakt door
verwachtingen, angsten of wensen.
Bij een illusie:
 Is er een reëel waarnemingsobject
 Is iemand in staat om de kortdurende stoornis in zijn waarneming te corrigeren.

,Hallucinatie
Is een zintuigelijke waarneming die niet overeenkomt met wat er in de werkelijkheid gebeurd.
Hallucinaties kunnen betrekking hebben op alle zintuigelijke functies:
 Horen: akoestische hallucinaties
 Zien: optische hallucinaties
 Ruiken: olfactorische hallucinaties
 Proeven: gustatorische hallucinaties
 Tastzin: haptische hallucinaties
Bij een hallucinatie:
 Word iets waargenomen wat niet werkelijk is
 Kan de waarneming niet gecorrigeerd worden.

Denken
Denken is steeds in verbinding met andere psychische functies. Op grond van je denken ga je over tot
handelen.
Aan het denken is een aantal aspecten te onderscheiden:
 Vorm en beloop
Als er sprake is van een stoornis waarop de zorgvrager denkt noem je dit een formele
denkstoornis.
De gedachtegang kan te snel of juist te langzaam gaan.
Incoherentie= als de zorgvrager op zo’n manier praat dat je zijn gedachten niet meer kan
volgen.
Neologismen= wanneer een zorgvrager nieuwe woorden vormt door de manier waarop hij
denkt.
Concretistisch denken= niet figuurlijk kan denken. Een beeldspraak word dan steeds letterlijk
uitgelegd.
 Inhoud van het denken
als er sprake is van een inhoudelijke denkstoornis dan noem je dit een waan.
Bij een waan gaat het om een niet-corrigeerbare, onjuiste opvatting die:
 Duidelijk in strijd is met de objectieve werkelijkheid
 Door de betreffende zorgvrager als absolute zekerheid word beschouwd
 Niet door ervaring of logica te beïnvloeden is.

Je hebt verschillende soorten wanen:
 Grootheidswaan : de zorgvrager is ervan overtuigd dat hij of een ander opzicht
buitengewoon belangrijk is
 Schuld- en zondewaan: de zorgvrager word gekweld door gewetenswroeging.
Tegenover zijn plichten en medemensen ervaart hij zichzelf als lui en moe.
 Paranoïde waan: de zorgvrager heeft de overtuiging dat andere hem bedreigen,
achtervolgen, bespioneren of willen vermoorden
 Jaloersheidswaan: hierbij is de zorgvrager overtuigd dat de partner een verhouding
heeft of zoekt met een ander. Dit komt vaker voor bij mannen.
 Betrekkingswaan: voor deze zorgvragers krijgen alledaagse gebeurtenissen en
ervaringen een sterk persoonlijk betekenis
 Erotische betrekkingswaan: dit houd in dat de zorgvrager ervan overtuigd is dat de
ander verliefd op hem is
 Beïnvloedingswaan: heeft de ervaring dat zijn eigen gedachten en gevoelens
gestuurd en gecontroleerd worden door een kracht of macht buiten zichzelf.

,  Intelligentieniveau
Met intelligentie wordt het vermogen bedoeld om bepaalde geestelijke prestaties te
verrichten.
Intelligentie heeft verschillende onderdelen in zich zoals:
 Kunnen denken en combineren
 Begrijpen en beoordelen
 Onthouden en leren
 Jezelf kennen
 Creativiteit
 Sociale vaardigheden
 Psychische problemen het hoofd kunnen bieden
In de GGZ speelt het niveau van intelligentie een belangrijke rol, omdat het medebepalend
is voor de manier waarop de zorgvrager:
 In de wereld staat
 Tot zelfinzicht kan komen
 Contacten en relaties met anderen aan gaat.
Deze factoren beïnvloeden de keuze voor de therapeutische benadering:
Symptoomgerichte behandeling
Persoonsgerichte behandeling
 Geheugen
Het geheugen is het proces van informatie opslaan in je brein voor mogelijk gebruik in de
toekomst.
Er word onderscheid gemaakt tussen inprenten, behouden en het oproepen van gegevens of
informatie.
Wanneer iemand dingen vergeet ontstaan er leegten in het geheugen. Er is dan spraken van
geheugenverlies (amnesie).
 Organische amnesie:
Ligt de oorspronkelijke oorzaak voor de verstoring in het geheugen in fysiek letsel in
de hersenen.
 Psychogene amnesie
Ligt de oorzaak van de verstoring in het geheugen in psychologische factoren. Bijv.
onbewust onderdrukken van gedachten en gevoelens.

Gevoelsleven
Je gevoelsleven bestaat uit het geheel van gevoelens, stemmingen en emoties waarmee je jezelf
beleeft.
Het gaat om je innerlijke gewaarwording.
 Stemming: je stemming bevat de waardering van je levenssituatie als geheel. Het is de
manier waarop je alles ervaart.
Stemming is een gemoedstoestand van een zekere duur. Als dit abnormale vormen
aanneemt wordt dit een stemmingsstoornis genoemd.
 Gevoel: je gevoel bevat de waarderen van iets bepaalds in de buitenwereld. Als er storingen
in je gevoel ontstaan noem je dit een affectstoornis.
Een overdreven gevoeligheid blijkt vooral uit:
 Sterkte schommelingen (affectlabiliteit)
 Volgens sociale normen onbeheerst uiten van gevoelens (affectincontinentie)
Een verminderde gevoeligheid blijkt uit:
 Gevoelsarmoede (affectvervlakking)
 Affectieve gevoelloosheid (apathie)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisannevandenbrink01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.47  6x  sold
  • (1)
Add to cart
Added