Inleiding pedagogiek – literatuur voorbereiding
6) Opvoe ding e n sociale omge ving
Roet s, G., & Schiett ecat , T . (20 16). Pedagogisch perspecti ef ont wikkelen in sit uati es van kinderarmoede. In P.
Smeijers, S. Ramaekers, R. van Goor & B. Vanobbergen (Red.), Inleiding in de pedagogiek. Deel 1. T hema's en
basisbegrippen (pp. 151-161). Amsterdam: Boom.
H12: Pedagogisch perspectief ontwikkelen in situaties van kinderarmoede
Sinds het eind van de negentiende eeuw kunnen we op een aantal scharniermomenten een terugkerende maatschappelijke bezorgdheid
zien voor de opvoeding van kinderen. In navolging van het verbod op kinderarbeid aan het eind van de negentiende eeuw en de invoering
van de schoolplicht in 1914 in België wordt het leven van kinderen in toenemende mate door pedagogische regimes gestructureerd. Naast
het pedagogisch regime in het gezin worden ook opvoedingsmilieus geconstrueerd in het onderwijs en in de vrije tijd. Meer specifiek wordt
de aandacht gericht op kinderen die geacht worden zich in opvoedingssituaties te bevinden waarin dit socialisatieproces onder druk staat.
De precaire levensomstandigheden van kinderen in armoedesituaties worden eind negentiende eeuw bijvoorbeeld beoordeeld als een
gevaar voor de toekomstige welvaart van de samenleving. De overtuiging leeft dat deze sociale problemen vooral veroorzaakt worden door
een zogenoemd opvoedingstekort, waardoor pedagogische interventies in het opvoedingsproces(zoals uithuisplaatsing) gelegitimeerd
kunnen worden.
Het uitgangspunt is dat kinderen opgevoed en beschermd moeten worden als toekomstig sociaal en economisch kapitaal van onze Er moet
specifiek aandacht zijn gericht op kinderen die zich in een opvoedingssituatie bevinden waarin het socialisatie onder druk staat. Veel
sociale problemen zouden volgens onderzoekers komen door een tekortkoming. Het sociaal investeringsdenken benadrukt dat opgroeien
in armoede zoveel schade aanbrengt bij kinderen dat zij zich later ook in een armoedige situatie zullen bevinden en dat brengt weer schade
met zich mee in de toekomst voor de overheid. Zowel de kinderen als de ouders ervaren problemen wanneer zij zich in armoede bevinden
en komen beide tekort. Men moet armoede definiëren en begrijpen hoe het voor mensen is die in armoede leven. Armoede kan gezien
worden als een complexe combinatie van een gebrek aan materiele en immateriële maatschappelijke hulpbronnen en processen van
sociale uitsluiting en marginalisering wat resulteert in meervoudige maatschappelijke deprivatie van mensen die in armoede leven.
12.1 Armoede en sociale ongelijkheid: een existentiële bestaansconditie
Armoede vormt een hardnekkig en complex sociaal probleem. Zelfs ondanks een performant systeem van herverdeling van
maatschappelijke hulpbronnen in Europese welvaartsstaten, blijft het armoedeprobleem halsstarrig bestaan. In die zin is het van cruciaal
belang om eerst het sociale probleem te definiëren. Armoede kan gezien worden als een complex samengaan van (1) een gebrek aan
materiële en immateriële maatschappelijke hulpbronnen en (2) processen van sociale uitsluiting en marginalisering, wat resulteert in (3)
meervoudige maatschappelijke deprivatie van mensen die in armoede leven (Lister, 2004) .
Wanneer mensen materiele tekort komen kan dit leiden tot het niet bij horen bij een bepaalde groep of deelnemen aan een bepaalde
activiteit. Hierdoor treed meervoudige deprivatie op waardoor armoede ook bij de volgende generatie kan optreden. Doordat deze
gezinnen vaak geen geld hebben voor maatschappelijke hulp kunnen hun problemen alleen maar erger worden. Armoede moet gezien
worden als een maatschappelijk probleem.
In dit proces kunnen zowel mensen in armoede als niet-armen gezien worden als producenten van de armoedeproblematiek (Freire, 1970),
waardoor sociale verandering moeilijk teweeg te brengen is. Armoede en sociale ongelijkheid kunnen dan in essentie gezien worden als
een sociaal probleem, waarin mensen in armoede maar ook niet-armen gevat worden. Niettemin vormt het enkel voor mensen in armoede
een existentiële bestaansconditie die een drastische invloed kan uitoefenen op alle aspecten van het dagelijks leven van kinderen en
ouders. De vraag is dan ook hoe we ons, vanuit een pedagogisch perspectief, kunnen verhouden tot armoedeproblematiek en
armoedesituaties.
12.2 Pedagogisch perspectief ontwikkelen in situaties van kinderarmoede
Een pedagogisch perspectief impliceert inherent een waardengeladen referentiekader (Burbules et al., 2015). Leven in armoede wordt
door pedagogen beschouwd als een schending van mensenrechten. Hoewel ze politiek gezien in hun status van burger erkend worden,
ontberen mensen in armoede de facto, in de sociale grondverhoudingen, een leven in menselijke waardigheid. In die optiek introduceert
het perspectief van de sociale grondrechten een institutioneel verankerd referentiekader, dat een zoektocht naar sociale rechtvaardigheid
in onze samenleving symbolise ert (Dean, 2015).
Dit referentiekader laat pedagogen toe te reflecteren over de gelijke mogelijkheden van zowel kinderen als ouders om hun ontplooiing en
welzijn te realiseren.
De uitdaging voor pedagogen is inzicht proberen te krijgen op hoe het armoedeprobleem concreet ingrijpt op gezinssituaties en
interpreteren hoe de verschillende factoren in de situaties betekenis verlenen aan de armoedesituatie.
12.2.1 Pedagogisering van het armoedeprobleem
Een pedagogiserend perspectief impliceert dat de gezinsopvoeding en de individuele ontwikkeling van het kind bekeken moet worden
vanwege een tekort. Dit kan voor ouders zeer gevoelig zijn. Want er wordt er vaak vanuit gegaan dat de ouders de bron zijn voor het
probleem. De pedagoog moet versterking zetten op het psychologisch kapitaal van de ouders zodat ze zich beter aanpassen. Echter zijn
deze situaties vaak zo complex dat er vaak niet 1 oplossing is die meteen alles oplost of er kan soms niet alles worden opgelost. Wanneer
armoede wordt ontkent draagt dit bij aan de sociale ongelijkheid.
De vraag is dan ook hoe een ruim pedagogisch perspectief ontwikkeld kan worden in relatie tot de armoedeproblematiek. In deze bijdrage
onderbouwen we dit ruime pedagogische perspectief aan de hand van het sociaal pedagogisch referentiekader van leefwereldoriëntatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisajansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.