Aardrijkskunde - Arm en rijk
Hoofdstuk 3 - De olifant ontwaakt
Paragraaf 3.1 - Kennismaking met India en Groot-Brittannië
Door de explosieve bevolkingsgroei is er een grote vraag naar grondstoffen in
Groot-Brittannië.
Rond 1900 is Groot-Brittannië door de industrialisatie een machtig land en India een
exploitatiekolonie.
→ India staat in dienst van Brits-Indië:
- levering van grondstoffen.
- infrastructuur en zeehavens worden aangelegd voor het vervoer van
grondstoffen.
- India wordt gebruikt als afzetgebied.
Australië wordt gebruikt als vestigingskolonie.
→ Na de Tweede Wereldoorlog werd India onafhankelijk => dekolonisatie.
Uit de voormalige Britse kolonie ontstonden vier landen:
1. India
2. Sri Lanka
3. Pakistan
4. Bangladesh.
De koloniale banden hebben in zowel India als in Groot-Brittannië op economisch en
sociaal-cultureel vlak sporen nagelaten:
- Veel Indiërs zijn na de onafhankelijkheid om economische redenen naar
Groot-Brittannië geëmigreerd.
- Mede hierdoor is er een multiculturele samenleving in Groot-Brittannië
ontstaan.
- Het Engels als tweede officiële taal is een erfenis van het koloniale verleden.
Verstedelijking van ongeveer 90% van de Engelse bevolking
→ De snelle verstedelijking begon met de opkomst van de industrie.
- De industrialisatie begon in de Engelse Midlands.
In India verstedelijking veel later op gang gekomen.
→ ongelijkmatige bevolkingsspreiding
De Indiase steden hebben een tweedeling:
- rijke mensen in gated communities.
- arme mensen in slums.
→ Na de Tweede Wereldoorlog vond in Groot-Brittannië de-industrialisatie plaats
=> verandering naar een diensteneconomie.
→ De oude industriegebieden raakten in verval door de concurrentie vanuit de
lagelonenlanden.
, Ruimtelijke gevolgen van deze verandering:
- Dienstverlenende bedrijven zich vestigden in de steden
- Vanwege hoogopgeleid personeel.
- Veel hoofdkantoren van multinationale ondernemingen of multinationals zijn
gevestigd in de hoofdstad Londen.
- Hieromheen vestigen zich veel bedrijven op het gebied van research
en marketing => zakelijke en financiële dienstverlening.
→ Vestigen in steden zorgde ervoor dat de oude industriegebieden in verval raakten
Ook in andere Europese gebieden, zoals het Ruhrgebied in Duitsland en in de V.S. vindt
de-industrialisatie plaats => hoge werkloosheid en dalende inkomsten.
Regionale ongelijkheid binnen Groot-Brittannië en binnen Londen neemt toe.
→ De welvarende hoogopgeleiden tegenover laagopgeleiden met dalende inkomens.
Paragraaf 3.2 - Welvaart en ontwikkeling
Het welvaartspeil = bepaalt hoe ontwikkeld een land is.
→ Het bruto nationaal product (bnp) per inwoner is de meest gebruikte indicator om
ontwikkeling te meten.
Om het bruto nationaal product (bnp) van landen met elkaar te vergelijken:
Totale inkomen : aantal inwoners = een gemiddeld inkomen.
In ontwikkelingslanden bnp vaak ongelijk verdeeld.
→ Economische ongelijkheid => een klein deel van de bevolking is rijk tegenover een
grote groep armen.
In arme landen:
- Inkomen ligt in de stad hoger dan op het platteland.
- De cijfers in arme landen zijn vaak onbetrouwbaar, wat een goede vergelijking lastig
maakt.
Verschillen in koopkracht:
→ Soms wordt het bnp per inwoner gecorrigeerd naar koopkracht om landen beter te kunnen
vergelijken.
Bij het bruto binnenlands product (bbp) gaat het om de productie die binnen een land
verdiend wordt.
→ Het bnp kijkt naar het totale inkomen van alle staatsburgers, dus ook van de mensen die in
het buitenland werkzaam zijn.
De Human Development Index is een gemiddeld indexcijfer waardoor het geen informatie
geeft over de ruimtelijke en sociale verschillen binnen een land.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabeauadorf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.