In deze samenvatting heb ik alle hoorcolleges uitgebreid beschreven. Daarnaast zijn er een aantal werken genoemd in de hoorcolleges die in het boek van Maza staan. Deze heb ik er nadrukkelijk bij vernoemd en beschreven wat de koppeling is met het vak.
Summary of theories and individuals 'Thinking About History' Chapter 1-3
Thinking about history + lecture summary
Notes + answered syllabus questions for ''Introduction to the Study of History''
All for this textbook (5)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Geschiedenis
Inleiding in de Geschiedschrijving
All documents for this subject (3)
1
review
By: eliasmazian • 1 year ago
Seller
Follow
manoukweerts
Reviews received
Content preview
Hoorcollege 1
21 juni 1596: Barentszee:
Verhaal over ijsbeer is een illustratie. Je kunt dit verhaal van allerlei kanten bekijken en dit verhaal
is het aanknopingspunt. Het is het verhaal van Willem Barentz naar Nova Zembla. Dit verhaal is op
allerlei manieren opgeschreven, verteld en herverteld.
Wat is geschiedenis? —> dat wat gebeurt is en verhalen.
Deze cursus gaat over het verhaal: hoe verschillende soorten verhalen over hetzelfde onderwerp
ontstaan en hoe deze verhalen tot stand komen.
Bronnen: primair
Literatuur: secundair —> over het verleden
Het verleden is maar op een manier gebeurd, maar je kan er allerlei verschillende verhalen over
vertellen; historici zijn het nooit eens.
Diachroon; vergelijking door de tijd
Synchroon; vergelijking van verschillende plaatsen
De feiten/geschiedenis/hoe iets gebeurt verandert niet. De wereld eromheen wel. In verschillende
tijden kijken we anders naar bepaalde gebeurtenissen.
Leopold van Ranke (19e eeuws historisme): belangrijk in geschiedschrijving
- Ideeën en idealen opgeschreven die nog steeds gelden
- Gebaseerd op primaire bronnen
- Streven naar objectiviteit en waarheid
- Begrijpen vanuit eigen tijd
- Niet oordelen vanuit heden, aandacht voor historische context
- Professionalisering en Institutionalisering
- Geschiedenis wordt een eigen discipline (is geen onderdeel meer van iets)
- Archieven worden geïnstitutionaliseerd (bijvoorbeeld nationaal archief) en bronnen worden
uitgegeven
- Tijdschriften en congressen
Sociale Geschiedenis: over wie gaat de geschiedenis eigenlijk?
Maza: de geschiedenis gaat over steeds meer mensen.
Dichotomieën uit elkaar halen in tekst Maza:
1. Narratief - kwantitatief: vertel je vooral een verhaal of gebruik je ook cijfers in dit verhaal? Hoe
literair mag het zijn?
2. Individu - collectief: gaat geschiedschrijving over de leiders of over de massa? Kan het ook
dat het individu zich in de massa bevindt? Dus gaat het over personen of groepen?
3. From above - from below: vaak hetzelfde als individu/collectief, maar niet altijd.
4. Structure - agency: wie maakt/bepaalt geschiedenis? De individu of omstandigheden?
Agency = the capacity of an actor to act; zelf beslissen/geschiedenis vormgeven
Sociale geschiedenis betekent verschillende dingen door de jaren heen/vanuit verschillende
oogpunten:
- Geen politieke geschiedenis; het gaat niet alleen over politiek/grote mannen. Dit verandert in
het midden van de 19e eeuw —> sociale geschiedenis is alles dat niet politieke geschiedenis
is. Voorbeeld: Macaulay’s History of England
- Socialistische geschiedschrijving; marxistische/socialistische geschiedschrijving = veel
breder dan marxistische politiek. Eerst ging het veel over de leiders, maar later over de
arbeiders.
- History from below; geschiedenis over de gewone mensen (dus niet politiek/grote mannen)
- Sociaalwetenschappelijke geschiedbeoefening; gebruiken van economie en sociologie. Dus
deze methodes toepassen (kwantitatief/statistisch)
1 of 13
, - Emancipatie: includeren van groepen die voorheen geen deel waren van het grote verhaal
(arbeiders, zwarte mensen, vrouwen, lhbtiqia+ -> krijgen agency van historici)
Marxistische geschiedschrijving is eerst heel erg van bovenaf; vakbonden, communistische
leiders etc. Later (na WO2) blik verschuiven van history from below (Thompson met The making of
the English working class) Marxisme!!!
Thernstrom’s The Other Bostonians: history from below; de andere mensen in Boston die niet elite
waren. Zou je ook kwantitatieve geschiedenis kunnen noemen
Keegan’s The Face of Battle: over de gewone soldaat en hoe gewone soldaten ook veel inspraak
hebben gehad in hoe een oorlog gelopen is
Fogel en Engerman’s Time on the cross: slavernij was winstgevend en economisch welvarend.
Over de zwarte tot slaaf gemaakte zwarte mensen en hoe die plantage economie werkte en wat
dit heeft opgeleverd. Door te tellen. Stellen ook de vraag van wat als slavernij niet was
afgeschaft? Kritiek: door tellen verlies je niet individuele ervaring van mensen uit het oog?
Scott’s Gender: A Useful Category: meest aangehaalde artikel. Komt ook terug in hoorcollege 6.
Overgang van vrouwengeschiedenis naar gender geschiedenis
Chaucney’s Gay New York: allerlei verschillende ideeën over mannelijkheid, vrouwelijkheid,
relaties. Om complexiteit te tonen van gender.
Hoorcollege 2:
Historiografie =
- Geschiedschrijven —> praktijk wat historici doen, hoe je de geschiedenis opschrijft
- Alle geschiedschrijving bij elkaar (de geschiedenis van de geschiedschrijving)
- Iets schrijven over een bepaald onderwerp
In Nederland: meer expertise per vakgebied (dus bijvoorbeeld middeleeuwen)
Belangrijk: idee van de natiestaat was het Europese ideaal aan het begin van de 19e eeuw.
2 stromingen in nationaal denken/nationalisme:
- Modernisten
- Traditionalisten
Geschiedenis was in heel veel opzichten politieke geschiedenis. Het ligt dus meer voor de hand
dat banden met (nationale) politiek veel voor de hand liggender zijn.
Nationale symbolen werken verbindend (burgers moeten dit weten om deel uit te maken van een
land). Denk aan de canon van de Nederlandse geschiedenis. (= nationale identificatie waar gs
voor gebruikt wordt).
(Plaatsen van herinnering zoals de Dam vaak een nationaal karakter). Deze nationale symbolen
stammen pas uit de 19e/20e eeuw.
—> het Nederlandse volkslied pas sinds 1932.
—> sinterklaasfeest is altijd discussie over geweest en niet “altijd” al zo geweest.
DUS: wat veel mensen beschouwen als “typisch” Nederlands heeft vaak veel vraagtekens
Hobsbawm and Ranger & Anderson kaarten dit nationale idee aan;
1. voorbeelden hoe bepaalde nationale tradities niet eeuwen lang bestaan, maar uitgevonden
zijn
2. Imagined communities zijn vooral nationale communities; wij voelen ons allemaal Nederlands
en voelen ons verbonden maar we kennen elkaar niet perse —> tradities zijn invented en
communities bestaan alleen maar in je hoofd. Het zijn menselijke constructies.
2 of 13
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manoukweerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.93. You're not tied to anything after your purchase.