Groepsgesprek: ik en mijn beperking
Doelen
De leerlingen aanzetten tot gesprek. We laten hen in dialoog gaan met elkaar.
De leerlingen denken na over het onderwerp.
De leerlingen reflecteren over hun beperking in diverse contexten.
Inleiding (Luna --> 5 min)
Als inleiding kiezen de leerlingen een partner. De bedoeling is dat ze elkaar zullen
spiegelen. Één leerling maakt een beweging (persoon A). De andere doet deze beweging zo goed
mogelijk na, alsof het zijn/haar spiegelbeeld is (persoon B).
Nabespreking (Luna --> 5 min)
Hoe vond je het om dit te doen?
Vond je het makkelijk om de ander na te doen? Wat vond je moeilijk? (persoon B)
Hoe kijk je naar de ander? --> Waar heb je naar gekeken bij de ander? (persoon B)
Hoe kijk je naar jezelf? --> Zijn er dingen die je wel verrassend of grappig vond bij de
ander die jou aan het nadoen was? (persoon A)
Als je kijkt naar … (iemand uit de groep), aan welke dingen denk je dan spontaan?
Wat is kenmerken voor …?
--> iedereen heeft positieve en negatieve kenmerken, kwaliteiten en groeipunten
(beperkingen)
Overgang gesprek naar ‘Wat is een beperking’? (Amber --> 5 min)
Wat vind je van het woord ‘beperking’? Gebruik je liever een andere term?
Hoe zit je er vandaag bij? Hoe voel je je op dit moment?
Wat vind je van het thema dat we vandaag zullen bespreken? Heb je hier
schrik/stress van? Voel je je onzeker?
Midden (Amber --> 60 min)
De leerlingen kunnen dobbelen met een dobbelsteen. Het aantal ogen staat gelijk aan het aantal
stappen dat ze mogen zetten in het ‘afgebakend veld’ in de klas. Het maakt dus niet uit of ze naar
voor, achter, links, of rechts stappen; ze kiezen volledig zelf. Er plakken symbolen op de tegels van
het veld. Als ze op zo’n symbool komen te staan, gaan we een gesprek aan. In welke mate heeft
hun ‘beperking’ invloed op dit thema, zowel positief als negatief.
Lezen en schrijven
o Lukt het je om korte, eenvoudige teksten te lezen?
o Zijn er soms klanken of woorden die je moeilijk vindt om te lezen?
Welke klanken of woorden zijn dit zoal?
o Wat vind je ervan als iemand anders je helpt bij het lezen? Wie mag je
helpen en wie liever niet?
o Als je de opdracht krijgt om iets voor te lezen, wat denk/voel je dan? Voel je
je dan onzeker of doe je dit wel graag?
o Wanneer begrijp je een boodschap het best: als die wordt voorgelezen of als
je ze zelf leest?
o Wat vind je van pictogrammen bij een tekst? Wanneer begrijp je een
boodschap het best: als die wordt getoond in woorden of als die wordt
getoond met pictogrammen (symbolen, tekeningen)? Of beiden?
o Weet je wat ‘spreekwoorden’ zijn? Welke ken je zoal? Begrijp je die (altijd)?
o Weet je wat ‘afkortingen’ zijn? Welke ken je zoal? Begrijp je die (altijd)?
o Lukt het je om korte, eenvoudige zinnen op te schrijven?
o Zijn er soms letters of woorden die je moeilijk vindt om op te schrijven?
Welke letters of woorden zijn dit zoal?
o Durf je een vraag te stellen als je een woord of zin niet begrijpt?
Werk
o Denk je dat het moeilijker is voor jou om ‘gewoon’ werk te vinden of te
doen? Waarom denk je dat? Hoe voel je je hierbij?
o Welk werk zou je wel zoal kunnen doen? Welk werk doe je op je stageplaats
bijvoorbeeld? Wat vind je hier goed aan? Wat minder? (GTB, beschutte
werkplaats, begeleid werken)
o Wat is je droomjob? En waarom? Zal je deze ooit kunnen doen? Waarom
denk je dat? Hoe voel je je hierbij?
o We hebben al gehoord dat het soms gebeurt dat een man van op je
stageplaats je daar (vrouwelijke leerlingen) lastigvalt. Wat denk je hiervan? Hoe
zou je je voelen als dit met jou gebeurt? Wat zou je dan doen? Denk je dat je
beperking daarmee iets te maken heeft? Waarom wel/niet?
Openbaar vervoer
o Neem je soms het openbaar vervoer (bus, tram, trein...)? Wat lukt hier
goed? Wat minder? Waarom?
o Zijn er dingen die je niet goed snapt aan het openbaar vervoer? Welke dan?
o Zijn er dingen die je moeilijk/makkelijk vindt aan het nemen van het
openbaar vervoer? Welke dan?
Rijbewijs
o Zou je graag ooit een rijbewijs halen (voor de auto of de brommer)?
Waarom wel/niet?
o Vind je dit belangrijk? Waarom wel/niet?
o Denk je dat dit moeilijk is (voor jou)? Waarom wel/niet?
Sport
o Sport je graag? Welke sporten doe je dan zoal graag?
o Zijn er sporten waarin je goed bent? Waarin je minder goed bent? Die je
makkelijk/moeilijk vindt? Wat zorgt ervoor dat het moeilijk is voor jou?
o Heb je het gevoel dat je beperking een invloed heeft op het uitvoeren van
bepaalde sporten?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 31165. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.56. You're not tied to anything after your purchase.