In dit document staan alle uitgewerkte leerdoelen van onderwijseenheid 6/7 Partners in Preventie (PIP) van de lessen anatomie en fysiologie.
Onderwerpen die aan bod komen zijn: artrose, reuma, osteoporose, uitscheiding, nieren, nierinsufficientie, bevruchting, ontwikkeling, menstruatie, anticonce...
Leerdoelen OWE 6/7 Partners In Preventie (PIP) Anatomie en Fysiologie
Week 1
De student kan de oögenese (eicelontwikkeling) en spermatogenese (zaadcel-
ontwikkeling) beschrijven.
Oögenese:
- Eicellen worden gevormd in de eierstokken/ovaria.
- Eierstokken bevatten onrijpe primaire follikels die tijdens de vierde week van de
embryonale ontwikkeling worden gevormd.
- Een primair follikel bestaat uit een eicelmoedercel met daaromheen cellen die de van
eicel voedingstoffen en vocht voorzien.
- De oögenese bestaat uit een aantal stappen:
1. Eén primair follikel rijpt. Een rijp primair follikel wordt ook wel een Graafse
follikel genoemd.
2. De ovulatie/eiersprong vindt plaats.
3. De resten van het follikel dat achterblijft, vormt een geel lichaam/corpus luteum.
4. Tijdens de ovulatie vindt de eerste meiotische deling plaats. De
eicelmoedercel/primaire oöcyt (2n) deel tot een secundaire oöcyt (n) en een
eerste poollichaampje.
5. Na de bevruchting vindt de tweede meiotische deling plaats. De secundaire oöcyt
vormt nu een ovum/eicel en een tweede poollichaampje.
6. Uit één primair oöcyt ontstaat één eicel.
Spermatogenese:
- Vindt plaats in de gekronkelde zaadbuisjes in de testes (teelballen).
- Bij de vorming van zaadcellen wordt de zaadcelmoedercel gesteund door
steuncellen: Sertoli-cellen.
- De spermatogenese bestaat uit een aantal stappen:
1. De primaire spermatocyt (2n) deelt in twee secundaire spermatocyten (n).
2. De secundaire spermatocyten delen in spermatiden.
3. De spermatiden differentiëren in spermatozoa/zaadcellen.
4. Uit één primaire spermatocyt ontstaan vier zaadcellen.
- Een haploïde cel heeft één exemplaar van elk chromosoom (n).
- Een diploïde cel heeft twee exemplaren van elk chromosoom (2n).
- Gameten zijn ook wel voortplantingscellen.
1
,De
student kan de menstruele cyclus en ovariële cyclus beschrijven en hierin de verschillende
fasen onderscheiden.
- De menstruele cyclus bestaat uit drie verschillende fasen:
1. De menstruatiefase (bloedingsfase):
Deze fase duurt vijf dagen en treedt op als er geen bevruchting heeft
plaatsgevonden. Tijdens deze fase wordt het baarmoederslijmvlies grotendeels
afgestoten doordat het corpus luteum bezig is te vergaan en geen oestrogeen en
progesteron meer produceert. Deze daling van progesteron zorgt voor vaatkrampen
in de bloedvaten van het endometrium (baarmoederslijmvlies). Dit gaat gepaard met
bloedverlies.
2. De proliferatiefase (opbouwfase):
Deze fase is tijdens de vijfde tot de vijftiende dag van de cyclus. De dikte van het
endometrium neemt toe. Deze fase staat onder invloed van oestrogeen uit de
follikelcellen van het ovarium. Deze fase wordt dan ook wel de oestrogene fase
genoemd. Deze fase eindigt na de ovulatie als de graaffollikel gaat veranderen in het
corpus luteum.
3. De secretiefase (afscheidingsfase):
Duurt van de vijftiende tot de achtentwintigste dag. Het corpus luteum zet de
oestrogeenproductie voort en gaat progesteron produceren. Progesteron stimuleert
het endometrium om een slijmerig vocht af te scheiden. Het endometrium wordt in
deze fase in optimale conditie gebracht voor een eventuele innesteling van een
embryo. Deze fase wordt ook wel de gestagene fase (gestatie = zwangerschap)
genoemd.
- Na de achtentwintigste dag kan een nieuwe cyclus beginnen. Door de stijging van het
progesterongehalte na de ovulatie, stijgt de lichaamstemperatuur met een halve
graad.
- De ovariële cyclus vindt gelijktijdig met de menstruele cyclus plaats:
2
, De ovariële cyclus begint met de rijping van een eifollikel. Dit proces wordt in
gang gezet door FSH (follikelstimulerend hormoon) uit de adenohypofyse.
Het rijpende follikel begint met het produceren van oestrogeen.
Oestrogeen remt de vorming van FSH.
Oestrogeen stimuleert de aanmaak van LH (luteïniserend hormoon).
LH bevordert de rijping van het eifollikel en de ovulatie.
Onder invloed van LH verandert de graaffolikkel in het corpus luteum wat
vervolgens progesteron produceert. Vervolgens remt progesteron de vorming
van LH.
De student kan de invloed van gonadotrope hormonen bij de man beschrijven.
3
, - FSH: stimuleert de spermatogenese in de zaadbuisjes.
- ICSH: produceert samen met de leydigcellen (interstitiële cellen) het hormoon
testosteron.
- Testosteron: bevordert de secundaire geslachtskenmerken en handhaaft, stimuleert
de spermatogenese en de werking van zaadblaasjes en prostaat. Testosteron remt de
afgifte van ICSH.
Weet in grote lijnen op welke manier de erfelijke informatie van ouders wordt
doorgegeven aan het kind en welke overervingsprincipes een rol kunnen spelen bij het
overdragen van genetische aandoeningen.
- Autosomaal overerven: geslacht speelt geen rol.
- Diploïd: twee exemplaren van elk chromosoom.
- Haploïd: één exemplaar van elk chromosoom.
- Homozygoot: twee dezelfde allelen in een chromosoom.
- Heterozygoot: twee verschillende allelen in een chromosoom
Week 2
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanne432. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.38. You're not tied to anything after your purchase.