- teken genereert automatisch - focus op het pragmatisch-
een betekenis, maar moeten communicatieve gebruik en
wel geïnterpreteerd worden iconische aspect van tekens
- ontoereikend? - overbrugging van linguïstisch-
- interpreteren gebeurt vanzelf semiotische en cognitieve
theorie
• risico linguïstische modellen = speficiek visuele aspecten/ esthetiek op achterplan
• risico cognitieve psychologie = communicatieve competentie wordt verwaarloosd
• tekortkoming van beide interessepolen = ontbreken van aandacht voor technische aspecten
van beelden en voor communicatiekanalen, die de beleving en interpretatie van beelden
bepalen
, TVC | Luna Poos
1.2 visuele geletterdheid (visual literacy)
drie standpunten/visies:
1. - Het begrip van beelden berust op specifieke eigenschappen van het beeld zoals overeenkomsten
met het voorgestelde object
- De betekenis van beelden is evident obv ‘natuurlijke’ premissen
- Alle beelden hebben gemeen dat ze vorm v gelijkenis vertonen (teken = analoog aan betekenis)
- Je kan ze meteen begrijpen zonder nadenken; onmiddellijk duidelijk
2. - tekens & beelden zijn net zoals verbale taal gecodeerd
- je moet deze coderingen begrijpen, anders kan je het niet plaatsen
- voor het begrip ervan is het verwerven en aanleren van voorstellingscodes vereist
3. - beelden berusten op vormen van codering, maar het begrip van beelden gaat niet vooraf aan
fundamentele logisch-verbale redeneervormen
- taalvermogen is aangeboren en zo fundamenteel dat ze algemeen geldt
- tussenweg tussen standpunt 1 en 2
- bepaalt de taal het denken?, er is een directe weergave MAAR deze moet gestructureerd worden
directe weergave VS codering
1. veralgemeende analogie: direct registration theory (o.a.
Gibson) = directe weergave
• veralgemeende analogie tss de gewone visuele waarneming
en de waarneming van beelden
• voor begrip van beelden is niet alleen herkennen van vorm
en contouren van objecten vereist, maar ook het innemen
van een positie tov de voorstelling (= point of view)
• beeld → voorgestelde object → betekenis
• elke betekenaar is materieel (NIET geestelijk)
• hodologisch effect: men zoekt een weg vanaf dat iets is afgebeeld, de aandacht gaat in
eerste plaats bij alle bioloigsche wezens naar de vluchtwegen (je zoekt ernaar van links naar
rechts en van boven naar onder) < hodologische wetenschap → er bestaan dus natuurlijke
codes/ een minimale biologische codering
• perspectivische weergave: intuïtief perspectief = geen exact perspectief, maar roept een
existentiële werkelijkheid op
2. veralgemeende codering:
• beeld → codering → betekenis-effect (proces van
decodering) → voorgestelde object
• alle betekenende systemen (taal, beeld, schrift, …) berusten
op aangeleerde/ verworven codes
• elke vorm van afbeelden impliceert een reductie en een
transformatie van de werkelijkheid die men met het beeld
tracht weer te geven → beelden spreken nooit voor zichzelf
• het bekijken van een beeld leidt nooit tot exacte reproductie
van het voorgestelde object
, TVC | Luna Poos
• de interpretant = NIET DIEGENE DIE HET INTERPETEERT, maar
het betekeniseffect dat het beeld heeft op je geest (voor
iedereen altijd verschillend) = ook de uiteindelijke betekenis
gecodeerde weergave:
inverted perspective = perspectief zorgt dat de aandacht naar voor gaat = NIET intuïtief
belangrijke personen worden het grootst voorgesteld, zodat aandacht automatisch daar naartoe gaat
3. veralgemeende grammatica:
• werking van tekensystemen berust op de onderliggende (universele) logica v/h verbale
taalsysteem & is basis voor alle andere vormen van interpreattie
• taalvermogen is aangeboren. en het hele logische denkvermogen is hierop berust
• structuur van taal (= taal waarmee taalvermogen concreet wordt ingevuld) bepaalt de visie
op de werkelijkheid en dus ook de interpretatie van beelden
• wij delen op/ coderen de werkelijkheid → van ruimtelijke situatie naar abstract concept →
verbale taal is iconisch want Sky/Ciel = ruimtelijk scheiding maar ook grammaticale
scheiding want alle sch-klanken tonen een vorm van scheiding aan
1.3. visuele geletterdheid en beeldalfabetisering
het actief beheersen van de regels leidt tot een minder passieve consumptie van beelden & een
meer kritische houding tov beeldmedia = visuele geletterdheid/ visuele competentie
, TVC | Luna Poos
grammaticaal en semantisch aspect vormen samen beeldcompositie (in die beeldcompositie treden
vectoren op = krachtlijnen bv. zonlicht)
1.4 De Peirceaanse semiotiek als synthesemodel
het beeld als iconisch teken met
•iconische (ruimte die wordt voorgesteld, uitwegen)
•indexicale (wijze waarop bureau is ingepland in de ruimte)
•symbolische (leeuw, hond = trouw, pauw = onsterfelijkheid)
aspecten
1.5 Woordcultuur VS beeldcultuur
• tegenwoordig wordt de westerwe cultuur getypeerd als beeldcultuur → beeld meer en meer
belangrijk (= ommekeer)
• maar traditioneel/ historisch/ in het klassieke discours wordt beeld gezien als oppervlakkig,
en woord als hoogstaand
• the medium is the message: technicitieit van medium is belangrijker dan boodschap
1.6 Plato en de afwijzing van het beeld
• iconofielen (liefhebbers van beeld) VS iconofoben (afwijzend tov beeld)
• Plato (iconofoob) gaat ervan uit dat alles een afbeelding is van ideale vormen
• afbeeldingen komen tot stand obv mimesis = nabootsingen
• mensen op aarde zijn gedwongen te kijken schaduwbeelden (afbeeldingen van de realiteit)
• wij als gevangenen in de grot kunnen de werkelijkheid niet zien
• filosofen kunnen wél buiten de grot treden en de echte werkelijkheid zien/ begrijpen → zien
dat werkelijkheid een illusie is
• beelden zijn niet ‘eidos’ = inzichtelijke voorstellingen, maar ‘eidolon’ = bedrieglijke schijn
1.7 We amuseren ons kapot
• debat woord-beeld = hoogstaande cultuur (literatuur) vs massacultuur (film & tv)
• massacultuur = niet enkel beelden, maar multimediaal (Cf. nieuwe media)
• groeiende tegenstelling tussen cultuur en amusement
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunapoos02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.15. You're not tied to anything after your purchase.