100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Natuurkunde samenvatting Newton 4 VWO Hoofdstuk 5 "Ioniserende Straling" $3.44   Add to cart

Summary

Natuurkunde samenvatting Newton 4 VWO Hoofdstuk 5 "Ioniserende Straling"

 24 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting van Hoofdstuk 5 van het basisboek Newton van Natuurkunde. Bevat begrippenlijst, formules, grootheden & eenheden overzicht en de samenvatting.

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Hoofdstuk 5
  • December 21, 2021
  • 5
  • 2017/2018
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Natuurkunde sv hoofdstuk 5:

Begrippen:

 Ioniserende straling = Een straling die voldoende energie bevat om een atoom te ioniseren.
 Röntgenstraling = Straling die bestaat uit energie die met de lichtsnelheid wordt overgebracht.
 Fotonen = De afzonderlijke hoeveelheden energie waaruit stralingen als licht uit bestaan.
 Elektromagnetische straling = Straling die bestaat uit elektrisch en magnetische straling die zich met de
lichtsnelheid voortbeweegt.
 Elektromagnetisch spectrum = Een schema met daarin de verdeling van elektromagnetische straling als functie
van de frequentie.
 Doordringend vermogen = Hoe gemakkelijk de straling door een stof gaat.
 Ioniserend vermogen = De schade die in een cel ontstaat doordat fotonen elektronen uit atomen wegstoten , en
daardoor de atomen ioniseren.
 Absorptie = Het tegenhouden van de straling.
 Transmissie = Het doorlaten van de straling.
 Intensiteit = De hoeveelheid energie die in 1s een dwarsdoorsnede van 1 m² passeert.
 Halveringsdikte = De dikte van een laag die de helft van de straling doorlaat.
 Doorlaatkromme = Een functie die laat zien dat de intensiteit van de doorgelaten röntgenstraling telkens
gehalveerd is naar elk ”laagje” met een dikte die gelijk is aan de halveringsdikte van de stof.
 Constante van Planck = De evenredigheidsconstante (h) met een waarde van 6,626 x 10 ˉ ³⁴
 Radioactiviteit = Een stof laat dit zien wanneer het een instabiele atoomkern bevat. Deze stof gaat dan vervallen.
 Kernstraling = ɑ- ,ꞵ- of y-straling die afkomstig is uit de kern.
 ɑ-straling = De straling die vrijkomt in de vorm van een ɑ-deeltje, deze bestaat uit 2 protonen en 2 neutronen.
 ꞵ-straling = De straling die vrijkomt in de vorm van een ꞵ-deeltje, deze bestaat uit een elektron.
 y-straling = De straling die vrijkomt in de vorm van een y-deeltje, deze bestaat uit een foton.
 Doordringend vermogen = Hiermee wordt aangegeven hoe gemakkelijk de straling in een stof kan doordringen.
 Ioniserend vermogend = Hiermee wordt aangegeven hoe goed de straling atomen kan ioniseren.
 Radioactief verval = Doordat een instabiele atoomkern straling uitzendt, veranderd de kern in een andere stof.
 Activiteit = Het aantal instabiele atoomkernen dat per seconde vervalt.
 Becquerel = De eenheid van activiteit. 1Bq betekend dat er elke seconde 1 atoomkern vervalt.
 Halveringstijd = De tijdsduur waarin de activiteit tweemaal zo klein wordt.
 Vervalkromme = Een grafiek waarin je kunt zien hoe groot de activiteit van een stof is bij een bepaalde tijd.
 Radiodiagnostiek = Ioniserende straling die in de gezondheidszorg wordt gebruikt om erachter te komen wat er
aan de hand is.
 Radiotherapie = Straling wordt gebruikt voor de behandeling van een patiënt.
 Nucleaire geneeskunde = Radiotherapie waarbij er gebruik wordt gemaakt van een kernstraling.
 Scintigram = Het in beeld gebrachte resultaat van nucleaire geneeskunde met y-straling.
 Tracer = Een stof die bij radiodiagnostiek wordt gebruikt als spoorzoeker (y-straling).
 Uitwendige bestraling = Een radioactieve bron buiten het lichaam wordt gebruikt voor de bestraling.
 Inwendige bestraling = Een radioactieve bron wordt in het lichaam geplaatst om zo bij het weefsel te komen.
 Instabiel = Wat een atoomkern is wanneer die gaat vervallen.
 Atoomnummer = Een getal dat het aantal protonen in de kern weergeeft.
 Massagetal = Een getal dat het aantal deeltjes in de kern (protonen en neutronen) aangeeft.
 Vervalvergelijking = Een vergelijking waarin het verval van een instabiele stoomkern wordt weergegeven.
 Positron = Het antideeltje van het elektron (ꞵ⁺).
 Antideeltje = Het tegenovergestelde deeltje.
 Kernreactie = Een reactie die kan plaatsvinden bij het beschieten van een stabiele atoomkern met een ɑ-deeltje.
 Protonenstraling = Straling die vrijkomt wanneer een ɑ-deeltje een stabiele atoomkern beschiet waarbij er een
kernreactie optreedt en er straling vrijkomt in de vorm van een proton (p-straling).

,  Neutronenstraling = Straling die vrijkomt wanneer een ɑ-deeltje een stabiele atoomkern beschiet waarbij er een
kernreactie optreedt en er straling vrijkomt in de vorm van een neutron (n-straling).
 Reactievergelijking = Een vergelijking waarin je de reactie die ontstaat weergeeft.
 Atoommassa = De massa van een atoom.
 Atomaire massa-eenheid = De eenheid van atoommassa; de massa van een atoom. Symbool: u = 1,6 x 10 ˉ²⁷ kg.
 Stralingsenergie = De energie van de straling die in het lichaam komt.
 Dosis = De geabsorbeerde stralingsenergie (D).
 Gray = De eenheid van dosis (Gy). 1Gy = 1 J/kg.
 Equivalente dosis = Een goede maat voor de mogelijke schade in het lichaam (H).
 Sievert = De eenheid van equivalente dosis (Sv).
 Kosmische straling = y-straling en snelle deeltjes afkomstig van de zon en andere sterren.
 Achtergrondstraling = Onbedoelde straling.
 Uitwendige bestraling = Straling die op je lichaam kaatst.
 Besmetting = Straling die je binnenkrijgt of die wordt toegediend.
 Inwendige bestraling = Straling die je binnenkrijgt door stoffen in je lichaam.
 Dracht = Hoever de straling zal komen.
 Stralingsweegfactor = Een getal dat aangeeft hoe veel schade er in je lichaam door straling wordt toegebracht.
 Stralingsnormen of dosislimieten = De maximale straling die je mag ontvangen.
 Effectieve totale lichaamsdosis = De totale geabsorbeerde stralingsenergie in je hele lichaam.
 Medische beeldvorming = Technieken waarmee een arts in het lichaam van een patiënt kan kijken zonder een
chirurgische ingreep.
 Röntgenfotografie = Een foto die wordt gemaakt met behulp van röntgenstraling.
 Computertomografie (CT) = Een techniek waarbij een röntgenfoto die een driedementionaal beeld kan geven
wordt gemaakt.
 Nucleaire diagnostiek = Een beeldvormingstechniek waarbij een radioactieve stof in je lichaam wordt gebracht
als tracer.
 Echografie = Een beeldvormingstechniek waarbij er gebruik wordt gemaakt van geluidsgolven.
 Ultrasone-geluidsgolven = De geluidsgolven die worden gebruikt bij het maken van een echo.
 Echogram = Een beeld van het inwendige lichaam door echografie.
 Magnetic resonance imaging (MRI) = Een beeldvormingstechniek die werkt met radiogolven.
 Resonantie = Door absorptie van de radiogolven van een MRI raakt de draaias van de waterstofkern in trilling.

Grootheid: Eenheid:
Intensiteit doorgelaten straling: I W/m²
Formules: Intensiteit invallende straling: Iₒ W/m²
Aantal halveringsdiktes / -tijden: n -
 I = Iₒ x (½) ⁿ Dikte: d m
 n = ( log ( I / Iₒ ) / ( log (½) Halveringsdikte: d½ m
 n = d / d½ Fotonenergie: Ef J
 Ef = h x f Frequentie: f Hz
Evenredigheidsconstante: h 6,626 x 10ˉ ³⁴
 A = Aₒ x (½) ⁿ Activiteit (op t): A Bq
 N = Nₒ x (½) ⁿ Activiteit: Aₒ Bq
 A=-ΔN/Δt Het aantal instabiele atoomkernen (op t): N -
Het aantal instabiele atoomkernen: Nₒ -
 A= - hellingsgetal van N ,t-diagram.
Dosis: D J/kg of Gy
 D = Estr / m Geabsorbeerde straling :Estr J
Massa: m Kg
Equivalente dosis: H Sv
Stralingsweegfactor: WR -
Belangrijke regels:

 5.1 Introductie:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melikaseinen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44
  • (0)
  Add to cart