1.Kan het proces van gaswisseling in de longen (pulmones) en in de weefsels uitleggen en kan het
capillair uitwisselingsproces beschrijven:
De cellen in ons lichaam verbruiken continu zuurstof. Met dit verbruik produceren ze koolstofdioxide.
Zonder afvoer van CO2 en aanvoer van zuurstof vergiftigen we onszelf. Door middel van gaswisseling
gebeurt dit niet.
Door middel van long ventilatie (ademhaling) vindt er verplaatsing van lucht in- en uit de luchtwegen
en de alveoli.
Gaswisseling vindt plaats tussen de haarvaten in de longen en tussen de haarvaten in de weefsels
van het lichaam. Bij gaswisseling in het bloed van de haarvaten worden er steeds 2 gassen
uitgewisseld.
In de longen neemt het bloed dat door de haarvaten heen stroomt zuurstof op en geeft het bloed
CO2 af. In de weefsels geeft het bloed van de haarvaten zuurstof af en neemt het CO2 op. Door
middel van diffusie en partiele druk is er gaswisseling mogelijk in de longen.
Deze diffusie vindt plaats door het respiratorische membraan van de alveoli. Het respiratorische
membraan bestaat uit 3 onderdelen:
- Alveolair (plaveisel) epitheel die de alveoli bekleden
- Capillaire endotheelcel
- De versmolten basaalmembranen (alveolair epitheel en capillair endotheelcel) die tussen de
cellen van de alveolus en de endotheelcellen liggen.
Gaswisseling vind plaats via het respetorische membraam, dit bestaat uit een alveolaire epitheel cel
en een capillaire epitheel cel. Deze 2 celmembranen zijn met elkaar versmolten. Hierdoor is er een
heel dun wantje waardoor er diffusie kan plaats vinden.
Het alveolaire capillaire netwerk: bloedvaatjes bij de longblaasjes
Verplaatsing van lucht in de longblaasjes onder andere door de ademhaling. zuurstof komt naar
binnen via de ademhaling en CO2 gaat naar buiten.
Verplaatsing van zuurstof en CO2 gaat via diffusie= verplaatsing van moleculen van een hoge
concentratie naar een lage concentratie.
, Het alveolair epitheel en het endotheel vormen samen het versmolten basaalmembraan. Deze is heel
dun waardoor diffusie makkelijk kan plaatsvinden.
De lucht die je inademt bestaat niet alleen uit zuurstof maar ook uit; stikstof, waterdamp en
kooldioxide. De druk die door een enkel gas wordt uitgeoefend is de partiele druk
Elk gas heeft zijn eigen druk.
Partiele druk (P):
- Bepalend voor de snelheid van de diffusie
- Druk die door een enkel gas wordt uitgeoefend
- recht evenredig met percentage
Atmosferische druk:
- 760mmHg
- Som van alle partiele drukken.
N2 (mmHg) O2 (mmHg) H2O(mmHg) CO2 (mmHg)
Ingeademde 597 (78.6%) 159 (20.9%) 3,7 (0.5%) 0,3 (0.04%)
lucht (droog
Externe respiratie (gasuitwisseling tussen buitenlucht en het bloed, vindt plaats in de longen):
-Alveoli <-> alveolaire capillairen
Interne respiratie (gasuitwisseling tussen het bloed en de cellen):
,-Capillairen grote bloedsomloop <-> Interstitiële vloeistof
Door verwarmen, bevochtigen en de vermenging van de zuurstof uit de dode ruimte zal de druk van
zuurstof en CO2 niet gelijk zijn aan de atmosferische druk:
- Druk van zuurstof in de longen is lager
- Druk van CO2 in de longen is hoger, de lucht mengt zich met de lucht uit de dode ruimte, wat
loolfstofdioxiderijk is waardoor CO2 gehalte hoger is.
Na de longen wordt het zuurstofrijke bloed terug de bloedbaan ingeduwd, door middel van
drukverschil. Vanuit hier gaat het bloed op weg naar de weefsels.
- De druk van zuurstof in de weefsels is laag en in de bloedbaan hoog. Hierdoor zal het
zuurstof zich verplaatsen naar de weefsels.
- De druk van CO2 is in de weefsels hoog en in de bloedbaan laag door verbranding.
Er moet een verschil in druk zijn tussen de longen en het bloed zodat de gassen zich kunnen
verplaatsen.
Weefsels willen veel zuurstof en gebruiken ook veel zuurstof, hierdoor is de zuurstof druk laag in de
weefsels en de CO2 druk in de weefsels hoog.
Zuurstoftransport
Zuurstof lost slecht op in het bloedplasma. Hierdoor wordt het zuurstof vervoerd door erytocyten
(rode bloedcellen). Deze rode bloedcellen zijn opgebouwd uit hemoglobine. Hemoglobine is een
eiwit die bestaat uit 4 eiwitketens. Alle ketens hebben een organisch pigment: het Heme molecuul.
Dit molecuul bevat ijzer dat zuurstof bind. Op deze manier kan bloed zuurstof vervoeren.
- erytrocyten (rode bloedcellen) hemoglobine
- Hb+O2 hbO2 (oxyhemoglobine)
Kooldioxide transport
Op 3 manieren:
- opgelost in bloedplasma (7%)
- gebonden aan hemoglobine (23%)
-
- omgezet in koolzuur/ bicarbonaat (H2CO3 en HCO3 ) (70%)
+ -
CO2 + H2O ↔ H2CO3 ↔ H + HCO3
↓
Koolzuuranhydrase
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annefleur20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.48. You're not tied to anything after your purchase.