Biologie sv H12:
12.1 Planten en afweer:
Mechanische afweer = Het lichaam is ondoordringbaar voor ziekteverwekkers en voorkomt zo ziektes.
De huid en slijmvliezen.
Dit behoort tot de eerste verdedigingslinie.
Chemische afweer = Het lichaam maakt chemische stoffen die ziekteverwekkers onschadelijk maken.
Het maagzuur en speeksel.
Dit behoort tot de eerste verdedigingslinie.
Via receptoren op de celmembranen herkennen cellen schadelijke schimmels en bacteriën. Wanneer cellen
schadelijke schimmels of bacteriën in het lichaam registreren, neemt het lichaam maatregelen.
12.2 Bescherming:
Bacteriën zijn ingedeeld op leefomgeving, voedselherkomst, celvorm en celwandverschillen.
De meeste bacteriën leven van organische stoffen die ze opnemen uit de omgeving. Ze maken
hiervan producten die soms bij mensen een heftige reactie veroorzaken.
Gram negatieve bacteriën hebben een dunne celwand van peptidoglycaan en een extra
celmembraan waaraan een bepaalde kleurstof (gram) blijft hechten. Bij gram positieve bacteriën is
dit niet zo.
Dekweefsels vormen een fysische barrière voor schadelijke stoffen en ziekteverwekkers. Ze bestaan uit nauw
aan elkaar gesloten cellen en ze scheiden het inwendige- van het uitwendige milieu.
De opperhuid is hier een voorbeeld van. De hoornlaag van de huid bestaat uit de dode cellen en
deze laag slijt snel. Deze laag groeit door de delende cellen van de opperhuid.
Je bent door melanocyten beschermt tegen de zon. Deze cellen in de kiemlaag kunnen pigmentkorrels
vormen en bieden in kleine mate bescherming tegen Uv-straling.
Factor 10 betekend dat de werking van de melanocyten 10x wordt versterkt.
Je ademwegen en verteringsstelsel zijn bedekt met een speciale cellaag; het slijmvlies. In dit dekweefsel
wordt slijm afgescheiden dat bacteriedodende stoffen bevat. In de longen blijven bacteriën en stof eraan
vastplakken.
De dekweefselcellen van de luchtwegen hebben ook trilharen. Deze brengen het vervuilde slijm met
krachtige slagen richting de keelholte.
12.3 Niet-specifieke afweer:
Virussen behoren niet tot de organismen omdat ze zich niet zelfstandig kunnen voortplanten (ze hebben een
andere cel nodig) en ze zijn geen cellen, ze bestaan uit erfelijk materiaal in een eiwitkapsel.
Het eiwit hecht aan receptormoleculen in het membraan. Via endocytose neemt de cel het virus op.
Als het een RNA-virus is, komt het RNA in de cel vrij waar het wordt vertaald. Zo kan het virus zich
vermeerderen. De “klonen” gaan door het Golgi-systeem en verlaten de cel. De cel sterft.
Niet-specifieke afweer =Het afweersysteem die niet voor een specifieke ziekteverwekker werkt.
De complementeiwitten in het bloedplasma ruimen de geïnfecteerde en vreemde cellen op.
o Als een organisme je lichaam binnendringt, neemt dit organisme zijn antigenen mee.
o Macrofagen en dendritische cellen ruimen een ziekteverwekker op en vormen met alle
eiwitten het complementsysteem. Ze kunnen doen aan fagocytose.
- Bij fagocytose wordt een ziekteverwekker ingesloten in een blaasje. Enzymen uit
lysosomen worden toegevoegd, de bacterie wordt afgebroken en de resten
verdwijnen in het bloed en binden zich aan de macrofaag.
Ook witte bloedcellen bestrijden de ziekteverwekkers.
De witte bloedcellen zitten in lymfe- en weefselvloeistof. En ontstaan vanuit rood beenmerg. In het
beenmerg zitten stamcellen die zich delen. Dochtercellen differentiëren zich.
o Granulocyten hebben enzymen om gevangen indringers te verteren. Wanneer ze een
ziekteverwekker ontdekken scheiden ze cytokinen uit. Ze hechten aan de wand van het
bloedvat en markeren zo de plaats van de infectie.
- Er komt meer bloed op die plek en je huid wordt rood en warm.
- Er is een ontstekingsreactie.
- De ruimte tussen de cellen vergroot en witte bloedcellen kunnen bij de infectie.
Alle antigenen op het celmembraan zijn gekoppeld aan speciale MHC-I moleculen. Een antigeen kan zich
hieraan hechten waardoor de cel opvalt en kan worden opgeruimd.
NK-cellen ontdekken dit en prikken de cel lek. Ze kunnen de cel ook aanzetten tot apoptose:
geprogrammeerde celdood.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melikaseinen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.