100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen colleges | Inleiding Recht $5.97   Add to cart

Class notes

Aantekeningen colleges | Inleiding Recht

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Aantekeningen colleges | Inleiding Recht. Boek: Hoofdlijnen Nederlands Recht Noordhoff Uitgevers | Prof. mr. C.J. Loonstra

Last document update: 2 year ago

Preview 3 out of 32  pages

  • December 21, 2021
  • December 24, 2021
  • 32
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Wendie zwart-peters
  • College 1 t/m 6
avatar-seller
Hoofdstuk 1 Terreinverkenning

Functies van het recht
1. Normatieve functie:
De samenleving vindt dat sommige regels moeten worden nageleefd.

2. Geschil oplossende functie:
Oplossing van het probleem om eigenrichting te voorkomen.
 Eigenrichting: zelf oplossing zoeken

3. Additionele functie:
Aanvulling op wat elders (contracten) niet geregeld is.

4. Instrumentele functie:
Sommige dingen moet je regelen, anders wordt het een puinhoop.

Tentamenvraag: wat is de functie van het recht als we het hebben over een verkeersregel?
Instrumentele functie

Rechtsbronnen
1. Wet
Staan in wettenbundels.

2. Verdrag
Afspraak tussen twee of meer partijen, bijvoorbeeld een overeenkomst tussen staten.

3. Jurisprudentie
Uitspraken van rechters, deze uitspraken worden vastgelegd in een database.

4. Gewoonte
Alle regels welke niet opgeschreven zijn, maar wel uitgesproken zijn of uitgevoerd
worden. (Denk aan verhaal van de verkoop van de koe)

Maak vraag 7 + 8 (pagina 43 boek)

Vraag 7: Als de rechter zich bij het geven van zijn beslissing baseert op een duidelijke
wettekst, welke rechtsbron is hier dan van toepassing? De wet

Vraag 8: Als de rechter in een geschil tussen twee Doetinchemse boeren een regel die
alleen in de Achterhoek wordt nageleefd, als uitgangspunten neemt voor zijn beslissing,
welke rechtsbron staat dan centraal? Een gewoonte

,Schema Publieksrecht Privaatrecht




Publiekrecht: recht (alle regels) dat geldt tussen overheid en de burger.
 Strafrecht: overheid (het openbaar ministerie) vervolgmonopolie  enige die
mag vervolgen
 Staatsrecht: regelt de wijze waarop het staatsbestel is vormgegeven (grondwet)
 Bestuursrecht/procesrecht: regels tussen overheid en burger; bijv. bij aanvragen
van een uitkering, of bestemmingsplan bij gemeente

Privaatrecht: recht dat geld tussen burgers onderling, burgers en bedrijven of bedrijven
onderling
 Personen-en familierecht: adopties, wijzigen achternamen, etc.
 Vermogensrecht: wanneer iets over geld gaat; koopovereenkomst
 Ondernemingsrecht: alles ten aanzien van ondernemingen en bedrijven; rondom
oprichten van onderneming, KvK, kosten, notaris, etc.

Privaatrecht wordt ook wel burgerlijk recht of civiel recht genoemd.
 Geldt tussen burgers of rechtspersonen onderling

Maken: vraag 5+6 + 13a en b

Vraag 5: Beargumenteer waarom de volgende wetten tot het privaatrecht of het
publiekrecht behoren:
a. De wet op de rechterlijke organisatie: publiekrecht en staatsrecht
b. Art. 7.1. e.v. BW betreffende de koopovereenkomst: privaatrecht en vermogensrecht
c. Het wegenverkeersrecht 1994: publiekrecht en strafrecht
d. De werkloosheidswet: publiekrecht en bestuursrecht
e. De Faillissementswet: privaatrecht en ondernemingsrecht
f. Boek 3 Burgerlijk Wetboek: privaatrecht en personen-en familierecht

, Vraag 6: Geef aan of de volgende wetten of verdragen behoren tot het privaatrecht, het
ondernemingsrecht, het staatsrecht, het bestuursrecht of het strafrecht:
a. De wegenverkeerswet: publiekrecht en strafrecht
b. De Rijksoctrooiwet: privaatrecht
c. De Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte: publiekrecht en privaatrecht
d. De Grondwet: publiekrecht en staatsrecht
e. De Kieswet: publiekrecht en bestuursrecht/staatsrecht
f. De Handelsnaamwet: privaatrecht en ondernemingsrecht
g. De Provinciewet: publiekrecht en staatsrecht
h. Het Kinderbeschermingsverdrag: privaatrecht en personen-en
familierecht/bestuursrecht

Wie zijn wetgever?
1. Nationale wetgever:
 Centrale overheid: Regering + Parlement (SG)  Wet

2. Decentrale wetgever
 Provinciale Staten en Gemeenteraad  verordening

3. Andere instanties
 Waterschap en SER  verordening

Rangorde:
 Hoge regel gaat voor lage regel
 Bijzondere regel boven algemene regel
 Jong boven oud

Wet in formele zin  gemaakt door regering en parlement (Staten-Generaal)
Wet in materiele zin  iedere regeling van de wetgever die bestemd is voor iedereen
(onbepaalde groep personen)

Een weet kan zowel een wet in formele zin zijn, als een wet in materiele zin zijn.
 Wanneer het woordje ‘wet’ in het woord staat, dan is het gemaakt door de
nationale wetgever, dus in formele zin.

Zijn de volgende regels een wet in formele zin, materiele zin, beiden of geen van beide?
a. Wegenverkeerswet: Het is verboden op de openbare weg een wedstrijd met
voertuigen te houden  wet in formele zin en materiele zin
b. Grondwet: De regering moet zorgen voor genoeg werkgelegenheid  wet in formele
zin
c. Burgerlijk wetboek: Je mag niet huwen met meer dan één persoon tegelijk  wet in
formele zin en materiele zin
d. Grondwet: De kroonprins mag alleen trouwen indien het parlement instemt  wet
in formele zin
e. Verordening gemeentelijke belastingen Zwolle: De gemeente legt een aanslag
hondenbelasting op aan Piet  beiden niet

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s1169097. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97
  • (0)
  Add to cart